Gaat maandag 15 februari 2016 de boeken in als de dag dat Fortuna Sittard de handdoek in de ring gooit? De vraag dringt zich nadrukkelijk op in de loop van de zoveelste trieste avond in voorheen het Wagner & Partner Stadion van Fortuna Sittard. Niet vanwege de uitslag. We zijn zelfs tegen Telstar wel erger gewend dan een 0-3 nederlaag. Ook niet vanwege het spel van onze jongens. We hebben de afgelopen vijftien jaar wel sterkere staaltjes van onkunde of onwil gezien. En ook aan de troosteloze ambiance in onze langzaam afbrokkelende voetbaltempel zijn we intussen wel gewend geraakt. Nee, het gevoel dat het einde nu echt nadert, komt bij mij op in de 75ste minuut, wanneer ergens vanuit de club de volgende mededeling op de lichtkrant geplaatst wordt: “Er zijn vanavond 711 bezoekers aanwezig.” Die mededeling voelt als een officiële overgave. Alsof de club wilt zeggen: “Sorry, maar er is geen energie meer over om met de moed der wanhoop door te strijden, het heeft geen zin meer de schone schijn op te houden, we horen er mee op.”


15 februari 2016

”Fortuna blijft een landmark”

Fortuna Sittard 0 SC Telstar 3

Doelpuntenmakers: 44. Serrarens 0-1, 62. Lilipaly 02, 80. Keurntjes 0-3.
Opstelling: Kaya; Dengering, De Regt, Janssen, Ospitalieri; Saddiki (63. Mert), Briels, Loen, Schroyen; Hutten, Lekesiz (78. Vankan).
Toeschouwers: 711.
Scheidsrechter: Bax.
Geel (Fortuna): -.
Rood (Fortuna): –

De malaisestemming wordt in de dagen na de wedstrijd verder gevoed door de berichtgeving in de pers, door de reacties van medesupporters, door geruchten omtrent de toestand van het stadion en door de boete die de licentiecommissie van de KNVB de club oplegt. Verslaggever Jiry Funke stelt volkomen terecht de vraag hoe levensvatbaar een club nog is die zo slecht bestuurd wordt, zo slecht presteert en zo massaal door supporters en sponsors de rug is toegekeerd. Een dag later verschijnt een vervolgartikel, waarin een paar aanhangers van de club van dichtbij of op afstand hun leed over de toestand van de club met de lezers delen. Ook bij hen klinkt weinig vertrouwen in de toekomst door. En hun reactie verschilt weinig van die van supporters op Fortunasc. Van de meeste supporters lijkt zich net als bij mijzelf een diepe berusting meester te hebben gemaakt.


R5 laat zich niet klein krijgen

Aan het stadion wordt slechts het hoogst noodzakelijke onderhoud gepleegd. Dat betekent dat er inmiddels een hele reeks voor iedereen zichtbare mankementen is. En aan die reeks kan vanuit het geruchtencircuit nog een andere reeks worden toegevoegd. De geluidsinstallatie werkt niet naar behoren, kapotte stoeltjes worden niet vervangen en net als andere stoeltjes niet schoongemaakt, de verwarming op de hoofdtribune mag niet meer gebruikt worden, na de wedstrijd kunnen sommige toegangspoorten niet meer afgesloten worden. En de lichtkrant op Noord doet het maar voor de helft. Maar wie we van dat laatste de schuld kunnen geven, is niet helemaal duidelijk, want de scoreborden schijnen verpatst te zijn aan een schuldeiser.

En tenslotte zijn de goede betrekkingen met de KNVB, waarop de club een jaar geleden nog zo trots was, kennelijk ook weer bekoeld. Op 10 februari maakt de licentiecommissie het volgende bekend: “Fortuna Sittard heeft niet voldaan aan de verplichtingen ingevolge licentie-eis F.01 (“Jaarstukken voorzien van controleverklaring en prognose voorzien van onderzoeksrapport”). Hierop heeft de licentiecommissie besloten Fortuna Sittard een boete op te leggen ter hoogte van EUR 25.000, -.” Kennelijk is de club er tijdens het rondmaken van de deal met de investeerders door alle drukte niet aan toegekomen zijn administratie goed op orde te houden. De opgelegde boete lijkt een voorteken dat we binnen afzienbare tijd weer ons vertrouwde stekje in categorie 1 kunnen gaan innemen.


Niets aan de hand

Genoeg reden dus om te wanhopen. Toch zou de stemming aanzienlijk beter zijn geweest, wanneer we net als twee weken geleden tegen Helmond Sport met 3-0 zouden hebben gewonnen. Zo opportunistisch en op de korte termijn gericht is de ware voetbalsupporter immers. Met een 3-0 overwinning zou de wereld er heel anders hebben uitgezien. Dan zouden we weer hebben meegedaan voor de play-offs. Dan was de KNVB weer als maffia bestempeld en Jiry Funke als riooljournalist. En dan waren de thuisblijvers de grote verliezers geweest.

Maar helaas, een 3-0 overwinning tegen het toch niet bijzonder sterke Telstar zat er helaas op geen enkel moment in. Sterker nog, Fortuna speelde ook volstrekt niet met de intentie om te winnen. Hetgeen ook bljkt uit de reactie na afloop van Ben van Dael: “In de eerste helft was er niets aan de hand.”


Wederom niets aan de hand

Inderdaad, er was niets aan de hand. Echt helemaal niets. Niet in ons strafschopgebied, niet in het strafschopgebied van de tegenstander, zelfs niet op het middenveld. Het tempo lag zo laag dat zelfs Mister Fortuna nog mee had kunnen doen. En daarbij trouwens geen slechter figuur had geslagen dan onze huidige rechtsback. Van Fortuna heb ik de hele eerste helft één serieuze doelpoging genoteerd, van Telstar twee. Dus we kunnen onze trainer feitelijk alleen maar gelijk geven. Er was niets aan de hand. Maar ik proef uit het citaat ook een zekere tevredenheid over het feit dat er niets aan de hand was. En dat verbaast mij. Kennelijk heeft Van Dael nog steeds de illusie dat Fortuna een wedstrijd inderdaad onder controle kan hebben en kennelijk voldoet het elftal ook nog eens aan zijn verwachtingen wanneer die illusie bevredigd wordt.

Laten we Ben eerst uit zijn droom helpen. Ook hij is er niet in geslaagd grove persoonlijke fouten uit het spel van zijn ploeg te bannen, waardoor het gevaar in feite continu op de loer ligt. Echte controle over het wedstrijdverloop is onmogelijk zolang spelers week in, week uit grove fouten blijven maken. Rest de vraag wat we bereiken met die zogenaamde controle over de wedstrijd. Helemaal niets, want die behoefte aan controle gaat ten koste van iedere aanvallende ambitie. Dat betekent tegen een even weinig ambitieuze tegenstander als Telstar dat het publiek een schaakspel krijgt voorgeschoteld, waarin het wachten is op de eerste grote verdedigende fout. En die wordt doorgaans door een Fortunees gemaakt.


Ook hier niets aan de hand

Die fout is vanavond overigens zelfs voor onze begrippen van buitengewone orde. Het begint allemaal met een ietwat onvoorzichtige en onzuivere breedtepass vanaf de rechterzijlijn door Dennis Dengering. De bal zet koers richting Ferry de Regt, die een pas naar voren zet om vervolgens finaal over de bal te trappen. We mogen de net aangestelde ambassadeur van de actie IkPas er natuurlijk niet van verdenken dat hij de bal in kennelijke staat dubbel zag, maar welke verklaring is er dan wel voor deze miskleun? Maar er is nog steeds geen man overboord. De bal belandt toevalligerwijs recht voor de voeten van captain Roel Janssen, die hem maar hoeft weg te vetsen. Janssen reageert echter alsof hij voor het eerst van zijn leven geconfronteerd wordt met het verschijnsel ‘bal’. Hij staat verstijfd en laat de bal een beetje caramboleren tussen zijn voeten. Hij raakt pas uit zijn verstijving wanneer Telstar-speler Serrarens er al lang en breed vandoor is met de bal. Die heeft vrije toegang richting doel en laat Ferhat Kaya kansloos: 44ste minuut, 0-1.

Daar sta je dan met al je controle. Niets aan de hand, maar toch 0-1 achter. Al gebiedt de eerlijkheid te zeggen dat Telstar de laatste vijf minuten voor rust al een paar keer had laten zien dat onze verdediging niet per se een onneembare vesting zou hoeven te zijn. Wie nu zou verwachten dat Fortuna in de tweede helft de tactiek van controleren zou verruilen voor een tactiek van aanvallen, zit er helemaal naast. Goed, aan controleren doet het elftal na rust inderdaad niet meer. Maar in plaats daarvan gaan ze niet aanvallen, maar iets doen dat alleen rudimentair op voetballen lijkt. Het is trappen tegen de bal en rennen over het veld, maar dan zonder enige bedoeling. Kortom, het spelsysteem dat Peter van Vossen in zijn korte periode als trainer van onze club met succes heeft geïntroduceerd en dat kennelijk al zo diep wortel heeft geschoten, dat zelfs een vakman als Ben van Dael er geen komaf mee weet te maken.


Echt niets aan de hand

In die omstandigheden geldt een slimme steekpass van Youri Loen al als een wonder van messiaanse proporties. Dat Joeri Schroyen de bal vervolgens naast schiet, zij hem vergeven. Het kan niet altijd raak zijn. Maar daarmee hebben we werkelijk de enige noemenswaardige aanval van Fortuna in negentig minuten voetbal beschreven. Telstar blijft zonder enige inspanning overeind en wordt geen strobreed in de weg gelegd wanneer het ten aanval trekt. Het leidt tot een handvol kansen voor de witte leeuwen. We beperken ons tot de twee belangrijkste momenten. Ergens op het middenveld verliezen we de bal, die door Telstar naar de linkervleugel wordt gespeeld. Daar fungeert Dennis Dengering als eerste pilon in iets dat het meeste op een trainingsoefening lijkt. Twee collega’s van hem fungeren als pilon nummer twee en drie. Lilipaly mag binnentikken. 62ste minuut, R5 valt stil.

Het tweede belangwekkende moment vindt tien minuten voor tijd plaats. Deze keer komen de pilonnen in ons strafschopgebied wel in beweging, maar helaas raken ze daarbij per ongeluk hun tegenstander. Die gaat gretig op de grond liggen, de scheidsrecher fluit voor een strafschop. Keuntjens mist niet: 80ste minuut, de stilte in R5 duurt voort. Daarmee is de 0-3 eindstand een feit. Fortuna levert de zoveelste wanprestatie van het seizoen af. En helaas ook niet de eerste onder verantwoordelijkheid van de nieuwe trainer. We moeten dus constateren de trainerswissel niet heel veel effect heeft gesorteerd.


Heel even iets aan de hand 

Hoe moet het verder? “Zo lang ich nog in laeve ben, bun ich enne Fortuna fan,” zong een dorpsgenoot van Harry Aben, Wim Bohnen en Sjra Philippen enkele jaren geleden. Dat onderschrijf ik graag, maar ik vrees met grote vreze dat ik binnen afzienbare tijd supporter zal zijn van een club die niet meer bestaat. Immers, “de perspektieve veur de toekoms die zeen nul komma nul,” zong dezelfde Henk Steijvers al eerder in een ander verband. De laatste met veel poeha omgeven ‘redding’ van de club is een nieuw luchtkasteel gebleken, dat Fortuna haar laatste restje geloofwaardigheid heeft gekost. De club zwijgt in alle talen, maar iedereen voelt aan dat het niet goed gaat. Kortom, de situatie lijkt hopeloos.

Maar in omstandigheden waarin alle hoop verloren lijkt, staan er altijd mensen op die de rug rechten en iedereen weer weten te motiveren. Klasbakken. Mannen met die bijzondere coraggio di vivere. Mannen die op het juiste moment met het juiste woord de juiste snaar weten te raken. Van die mannen heeft Fortuna er in de loop der tijd gelukkig heel wat gehad. Ik noem een René ter Borgh, een Martin Masset, een Hans Erkens. Of, uit een iets verder verleden, een Pierre Wolk of een Jacq. Opgenoord. Maar ze hebben ons in de steek gelaten. Of zijn door ons in de steek gelaten.

Dus staan we er alleen voor en is er nog maar één man over die ons kan redden. Mister Fortuna zelf. Kom op, René, doe het. Gooi alle schroom van je af en zorg ervoor dat je ons met een paar welgekozen clichés in het hart weet te raken. En de katalysator van de club, tevens doorgeefluik met daarnaast een stukje evenementenorganisatie, spreekt de woorden die dienen als balsem voor de ziel van de gepijnigde Fortunees: “Fortuna blijft een landmark.”