Zaanse Methoden: een beproefd concept. Maar we wilden eens wat anders. Samenwerking opzoeken. En dus gingen we een samenwerkingsverband aan met Instagram-grootmacht Fortuna Sittard Central. En als wij met twee man sterk richting Fortuna Stadion trekken, dan is het wel zo fair om de andere kant van de tafel ook een dubbele afvaardiging te gunnen.


Maar welke koppels heb je in de selectie? Julio Velázquez en Jaime Mut? Of die andere twee Spaanse spelers, Ximo Navarro en Iñigo Córdoba? Hmm, we werpen onze blik richting Oost-Europa: Kroatië. De goedlachse Ivor Pandur en de ingetogen Kristijan Bistrović hebben toch best een leuk verhaal te vertellen? En wij, Fortuna Online (FO) en Fortuna Sittard Central (FSC), hebben toch best wat te vragen?

In de aanloop naar de thuiswedstrijd tegen Vitesse trekken we met een kladblok en een flinke doos pralines onder de arm naar de Milaanstraat, om beide heren aan een vraaggesprek te onderwerpen. De opzet is als volgt: FO en FSC stellen 20 vragen; 10 aan Pandur en 10 aan Bistrović. Maar aan tafel zitten met de goedlachse Pandur zorgt ervoor dat van plannen weinig terecht komt…

Misschien een beetje bot, maar dat is nu eenmaal het karakter van Zaanse Methoden. De eerste vraag is voor jou, Ivor!

FO: In de jeugd komen jongens die niet goed kunnen voetballen vaak in doel te staan. En Kroatische spelers zijn vaak technisch begaafd. Is de conclusie gerechtvaardigd dat je niet de meest technische voetballer was?
IP: ‘Nee. Nee, helemaal niet. Ik ben juist heel erg technisch (Kristijan Bistrović lacht). Oké, dat is een grapje.’

‘Onze doelman was ziek, kon niet spelen en ik ben eens in doel gaan staan. En dat vond ik toen veel leuker dan voetballen. Het voelde gewoon beter. En zo ben ik in doel terechtgekomen. Maar voordat ik daar terechtkwam was ik juist een veelscorende spits.’


‘Jongens, ik heb alles onder controle!’

FO: Op 25 juni 1991 werd Kroatië soeverein, het is dus een vrij jong land. En gezien de gemiddelde leeftijd van de Fortuna Online-redactie kennen wij vrijwel alle goede Kroatische voetballers. Tegenwoordig zijn Luka Modrić en Ivan Perišić de grote sterren en we herinneren ons Zvonimir Boban, Robert Prosinečki en Davor Šuker, maar wie waren jullie voorbeelden?
KB: ‘Ik heb de oude generatie niet live zien spelen, maar daar keek ik wel altijd naar op. Toen Kroatië bijvoorbeeld Nederland versloeg in de troostfinale van de WK in 1998.’

‘Ik zette dan video’s op en lette dan vooral op Zvonimir Boban en Robert Prosinečki. Maar de laatste jaren kijk ik altijd naar Luka Modrić en Ivan Rakitić. Die zijn echt steengoed en ik kijk altijd hoe ze het doen bij hun club en natuurlijk bij Kroatië! Dat motiveert me om mezelf te verbeteren en ik probeer net zo goed te worden.’

IP: ‘Ik heb eigenlijk geen grote Kroatische idolen. Ik keek bijvoorbeeld naar Iker Casillas tijdens de WK-finale van 2010 in Zuid-Afrika. Was dat niet tegen Nederland, haha?’


Wij hebben de betere versie van Iker Casillas in huis!

‘Hoe Casillas die bal van Robben met zijn teen redde… ‘Waaw, dat wil ik ook eens een keer meemaken!’, zei ik toen tegen mezelf.’

FO: Qua stadion kan NK Slaven Belupo Koprivnica niet tippen aan HNK Rijeka, maar wat heeft Koprivnica dat Rijeka niet heeft?
IP: ‘(Lacht hardop). Niets, ze zijn totaal onvergelijkbaar! Wat denk je van de zee bijvoorbeeld? Mijn vroegere club, Rijeka, beschikt tegenwoordig over een klein maar modern stadion. Het ligt trouwens niet meer aan zee. We zijn een paar seizoenen geleden verhuisd. De club wilde het oude stadion aan zee ombouwen tot een modern stadion, maar dat is vanwege geldgebrek niet gelukt. Typisch Kroatië: veel plannen, maar weinig geld, dus van plannen komt weinig terecht.’


Hier speelde Ivor Pandur ooit zijn wedstrijden

‘Qua infrastructuur kun je beide clubs niet met elkaar vergelijken. Maar zolang er maar wordt gevoetbald, dat is het belangrijkste.’

KB: ‘Als je de steden met elkaar vergelijkt… Tsja, hoe moet ik dat zeggen. Koprivnica is niet zo’n grote stad. Er wonen misschien maar 30.000 mensen. Rijeka is vele malen groter. Maar iedereen is wel bezeten van voetbal en volgt Slaven Belupo. Maar alleen als grote clubs naar Koprivnica komen, zoals Dinamo Zagreb en Hajduk Split, dan zit het stadion vol.’

‘Dat is een beetje het geval bij elke club uit een kleine stad: het stadion zit bijna nooit vol. Jammer genoeg.’

FO: Jullie zijn juist 20 als jullie Kroatië verlaten. Waarom vertrekken jullie (terwijl jullie jeugdinternational zijn) al zo snel? Waarom niet voor de ‘Ajax-route’ gekozen, door eerst naar een topclub in Kroatië te vertrekken, succes te boeken in de Champions League en vervolgens naar een grotere club te vertrekken?
KB: ‘De Nederlandse competitie heeft een hoger niveau dan de competitie in Kroatië. De Eredivisie zit net achter de vijf grote Europese competities. De top is breder en veel Nederlandse clubs spelen in de Europese competities.’

‘Als je in Kroatië speelt, dan kijk je automatisch naar zulke competities en is een overstap naar zo’n competitie altijd interessant. Je kunt jezelf veel makkelijker tonen op een hoger niveau. Ook zijn er veel meer fans die naar voetbal kijken in grotere competities. Dus dan hoef je niet per sé te wachten op topclubs in Kroatië.’

IP: ‘In feite droomt elke Kroatische profvoetballer ervan om voor Dinamo Zagreb te spelen. Want dat is de grootste club In Kroatië. Maar zo makkelijk is dat allemaal niet, iedereen bewandelt zijn eigen route om op een zo hoog mogelijk niveau te kunnen voetballen. Dat geldt voor mij, maar ook voor Kristijan en onze teamgenoot Stipe Radić. Als je de kans krijgt om een transfer te maken naar een grotere club, dan grijp je die kans met beide handen aan.’


Zeg je Dinamo Zagreb, dan denk je meteen aan Ivo Pinto!

‘Toen Kristijan en ik nog bij onze club in Kroatië speelden deden we zo goed mogelijk ons best. En ja, dan kan Dinamo Zagreb op de stoep staan. Of (in ons geval) een andere club. Maar we hadden voldoende zelfvertrouwen en waren er klaar voor!’

KB: ‘Je bent misschien nog maar 20, maar omdat je je hele leven al met sport of voetbal bezig bent, maakt je dat sneller volwassen. Je leeft echt voor het moment om de stap naar een topclub in Kroatië of naar een buitenlandse club te maken. En als het moment is aangebroken, dan moet je zorgen dat je er klaar voor bent. Zo simpel is het.’

IP: ‘Je denkt er ook niet zo over na. Het is je droom om profvoetballer te worden. En dat je daarvoor huis en haard moet verlaten is geen probleem. Je doet het voor jezelf en je familie. Als je alles geeft kun je weliswaar mislukken en moet je naar huis terugkeren, maar je hebt dan wel de kans aangegrepen en je kunt jezelf niets kwalijk nemen.’

FSC: Ivor, je hebt voor Kroatië O15 tot en met Kroatië O21 gespeeld en Kristijan, jij voor Kroatië O18 en O21. Hoe komt het dat het daarna stopt en je niet de stap kunt zetten naar het A-elftal?
KB: ‘De stap vanuit de O21 naar het Kroatische A-elftal is een héél grote stap. De afgelopen jaren is Kroatië heel erg succesvol geweest en het niveau is erg hoog. We hebben geweldige spelers die veel succes hebben gehad tijdens de afgelopen twee WK’s. Het is ongelofelijk lastig, want zowel in de O21 alsook in het A-elftal spelen veel getalenteerde spelers. Grote spelers.’

‘Maar wat voor Ivor geldt, dat geldt voor mij ook: hard werken, niet te ver vooruitkijken en gewoon dag per dag proberen beter te worden.’


Kroatische fans weten de weg naar het Fortuna Stadion te vinden

IP: ‘Je moet natuurlijk ook een beetje mazzel hebben. Je moet goed spelen in de O21 en ineens de kans krijgen in het eerste elftal, zoals Joško Gvardiol (speler van RB Leipzig) en Josip Šutalo (speler van Dinamo Zagreb) overkwam. Ze kwamen in de ploeg en speelden meteen geweldig. De kans krijgen is één, maar daarna moet je er metéén staan. Maar het allermoeilijkste is om überhaupt in het A-elftal te komen.’

FSC: Denk je dat er een gerede kans bestaat dat je tussen nu en vijf jaar de vaste doelman van het Kroatische nationale elftal bent?
IP: ‘Dat is mogelijk. Ik geloof dat ik dat in me heb. Maar ik leg mezelf niet zoveel druk op dat ik vind dat ik binnen twee of drie jaar in het doel moet staan, maar het moment komt ooit.’

‘Als ik zo hard blijf werken als ik nu doe en zo blijf spelen, dan moet ik het niveau dat nodig is kunnen bereiken. Maar ik ben er eigenlijk niet zo mee bezig. Ik kijk niet te ver vooruit en leef van dag tot dag.’

FSC: Kristijan, je hebt ook in Turkije gespeeld. Vergelijk de Turkse stadions eens met Nederlandse fans.
KB: ‘In Turkije heb je een aantal hele grote stadions. Dat is nodig ook, want de grote clubs hebben enorm veel fans die de club echt op de voet volgen. Als je voor Galatasaray, Beşiktaş of Fenerbahçe speelt, dan kun je niet normaal over straat. Uitgesloten. Dan wilt iedereen een handtekening van je of met je op de foto.’

‘Maar als je een vergelijking moet maken qua infrastructuur: dat is wel vergelijkbaar, alleen beschikken hier alleen Ajax, PSV en Feyenoord over zulke grote stadions.’


Grote stadions in Nederland: de Johan Cruyff Arena

‘Wat ik hier zo mooi vind is dat de hoeken van bijna alle stadions zijn dichtgebouwd. Zoals hier bij Fortuna ook: het is niet het grootste stadion, maar de tribunes staan dicht tegen elkaar aan en het zit bijna altijd vol. Er heerst een goede sfeer en daar houd ik van.’

FO: Kun je hier, met drie clubs op een zakdoek, ook gewoon over straat?
IP: ‘In Sittard word ik echt wel herkend, haha! Maar buiten Sittard kan ik overal naartoe en kent niemand me. Ik vind dat wel chill eigenlijk. Jonge Fortuna-supporters herkennen me wel en dat vind ik wel mooi.’

FO: Wedstrijden tussen Dinamo Zagreb en Hajduk Split zijn de meest hevige in Kroatië, maar die hebben jullie nooit gespeeld. Welke hevige wedstrijden hebben jullie al mogen ervaren?
KB: ‘Stipe Radić speelde voor Hajduk Split en hij kan jullie hier meer over vertellen.’


Stipe Radić weet wel hoe heet het kan worden in Kroatië!

IP: ‘Ik heb met Rijeka eens de kwartfinale van de beker tegen Dinamo Zagreb gespeeld. Toen zat ons stadion met 9.000 fans afgeladen vol. Wedstrijden tegen Dinamo Zagreb en Hajduk Split zijn topwedstrijden voor ons en zeker tijdens een bekerduel gaat het dan flink tekeer.’

Hellas Verona heeft niet echt één grote specifieke rivaal in de Serie A volgens mij. Dus ik kan eigenlijk je vraag niet goed beantwoorden.’

KB: ‘Ik speelde jaarlijks wel enkele Moskou-derby’s. En ook wedstrijden tegen Zenit St. Petersburg zijn erg belangrijk om te winnen. Maar de meest belangrijke wedstrijden voor CSKA Moskou zijn de duels tegen Spartak Moskou. Dat zijn wel de grootste rivalen.’

‘Ik kan me nog herinneren dat de fans voorafgaand aan een derby tegen Spartak naar ons trainingscomplex kwamen en zeiden dat het niet erg was dat we enkele wedstrijden hadden verloren, maar ze maakten ons duidelijk dat alles goed zou worden gemaakt met winst op Spartak. CSKA-fans leven het hele seizoen voor de wedstrijden tegen Spartak.’

‘Ik heb die wedstrijden een keer of vijf mogen spelen en dat is mooi om mee te maken. Het stadion zit vol met veel emoties op de tribunes. Het beste gevoel krijg je dan tijdens uitwedstrijden. Dan is iedereen tegen je en als je zo’n duel kunt winnen, dan is dat special.’

FO: Nederlandse spelers zijn een beetje huiverig om te verhuizen naar de in hun ogen ietwat saaie periferie. Hoe krijgen jullie de tijd hier om buiten het voetballen?
IP: ‘Maastricht is toch een leuke stad?’


Ook als hij scoort is Kristijan Bistrovic de rust zelve

KB: ‘Ik woon in Maastricht en ik vind het een mooie stad. Waarom denken Nederlandse spelers dan zo over deze regio? Ik vind het hier best leuk. Maar ook in Sittard heb je toch alles wat je nodig hebt? En hoe denk je dat het verkeer er bijvoorbeeld in Moskou uitziet? Als je daar ergens vijf kilometer verderop moet zijn, dan ben je 45 minuten onderweg. Daarom hou ik ook van deze regio. Het is overzichtelijk en rustig.’

FO: Ivor, je beschikt over een uitstekende oog-hand-coördinatie. Rémy Vita verklaarde in het Franse SoFoot.com namelijk dat je onverslaanbaar bent aan de pingpongtafel. Wat moet Kristijan ervoor doen om je te verslaan?
KB: (neemt meteen het woord) ‘Daar is geen woord aan gelogen! Ivor verslaat echt iedereen, hij kan zó goed pingpongen. Maar als ik eerlijk ben: we zijn aan elkaar gewaagd. De ene keer verslaat hij mij, de andere keer win ik van hem. De vorm van de dag bepaalt (Ivor Pandur moet hard lachen).’

‘We doen best veel dingen buiten het voetbal om, maar als we beiden aan de pingpongtafel staan, dan wint echt niemand van ons. Ook Rémy Vita niet. Die neemt het ook nooit tegen ons op, want dan staat de uitslag bij voorbaat al vast. Hij daagde ons een keer uit, maar we hebben tegen hem gezegd dat we daaraan onze tijd niet verspillen, haha!’


Tafeltennissen tegen Ivor Pandur en Kristijan Bistrović gaat Rémy Vita minder goed af

IP: ‘Weet je, Kristijan en ik sporten al van kleins af aan. Toen ik jong was en thuiskwam van school, dan ging ik meteen sporten. Dat zal voor Kristijan niet anders zijn geweest. We zijn geboren sporters.’

KB: ‘Maar niet alleen Kroaten zijn goed in sport of specifiek balsporten, dat geldt voor bijna alle Oost-Europeanen. We zijn misschien niet overal wereldtop in, maar staan ons mannetje wel en zijn succesvol.’

IP: ‘We spelen trouwens ook padel samen. We zijn sportgek, zolang er maar een bal aan te pas komt.’

FSC: Ben je niet bang geblesseerd te raken? Want een jaar geleden was je behoorlijk geblesseerd.
IP: ‘Ik had bij Hellas Verona een flinke schouderblessure. Maar angst moet je uitschakelen. Als je daar steeds over gaat piekeren beperk je jezelf flink. Dus daaraan moet je nooit denken. Ik wil me nergens toe beperken en gewoon steeds alles geven. Dus ja, ik was geblesseerd en dat kan altijd gebeuren, maar daar denk ik nooit over na. Ondanks dat ik zo’n zes maanden last van die blessure heb gehad.’

FSC: Toen je naar Fortuna kwam sprak je over een ‘mooi project’. Maar wat bedoelde je daar eigenlijk mee?
IP: ‘Ze boden me de kans omdat ze in mij geloofden. In mijn contract werd bijvoorbeeld een clausule opgenomen dat Fortuna me na één seizoen kan kopen. En daar hebben ze recent gebruik van gemaakt, dus de komende seizoenen ben ik speler van Fortuna Sittard.’

‘Mijn doelstelling is om zo veel en zo goed mogelijk te spelen en vervolgens een stap te zetten naar een hoger niveau. Maar daarmee ben ik nu niet echt bezig. Ik richt me op zo goed mogelijk presteren met Fortuna.’

FSC: Na drie duels werd Sjors Ultee ontslagen. Daarna nam Dominik Vergoossen het tijdelijk over en werd uiteindelijk Julio Velázquez aangesteld. Daar was je vast erg blij mee, want jij kwam in de ploeg.
IP: ‘Als je puur kijkt naar wel of niet spelen, dan ja. Dan was ik blij met de wisseling van de technische staf. Maar ik wil helemaal niks negatiefs zeggen over wie dan ook. Of je nu met iemand wel of geen goede relatie hebt, ik gun iedereen het beste.’


Dominik Vergoossen zette Ivor Pandur in doel

‘Op het moment dat de trainerswissel plaatsvond en ik in de ploeg kwam was dat voor mij persoonlijk natuurlijk goed nieuws, maar ik was overtuigd van mijn kwaliteiten en wist dat ik vroeg of laat mijn kans zou gaan krijgen.’

‘Toen ik hier kwam vertelde de trainer dat Yanick van Osch zou gaan spelen. Yanick is een geweldige keeper, dus ik had zijn beslissing te respecteren. Maar het draaide gewoon niet de eerste wedstrijden en dat heeft Yanick ook niet geholpen. En uiteindelijk kreeg ik gelukkig de kans om me te tonen.’

FO: De naam van Yanick van Osch is gevallen. Hij is een doelman met een sobere speelstijl, terwijl we jou wekelijks door het strafschopgebied zien vliegen. Is dat een specialiteit van je?
IP: ‘Ik neem graag risico’s, haha! Even serieus: als ik uit mijn doel kom, dan neem ik een gecalculeerd risico. Dat is nu eenmaal mijn manier van spelen. Zo heeft elke doelman zijn eigen stijl. Yanick heeft ook weer zijn sterke punten waarvan ik veel leer. Je kunt van iedereen wel iets leren!’

‘Sommige keepers zijn juist heel lang, andere iets kleiner, waardoor elke keeper zijn eigen stijl ontwikkelt. Maar dat vliegen, dat heeft puur te maken met het nemen van een beslissing op het juiste moment, timing en je moet natuurlijk ook dapper zijn om zo door je eigen strafschopgebied te vliegen.’


Yanick van Osch verloor zijn plek aan Ivor Pandur

‘Je moet je er steeds van overtuigen dat het kan. Dat geldt voor alle facetten van het keepersvak. Vertrouwen hebben in jezelf en ervan overtuigd zijn dat je het kunt.’

‘Om eerlijk te zijn: ik heb op het uitkomen veel getraind in Italië. Als ik er iets heb geleerd, dan is het wel het uit je doel komen. Als je dat een miljoen keer per dag oefent, dan kun je het op het einde. Dat zit nu ingebakken in mijn systeem.’

FO: Na de COVID-19-pandemie is het veel onrustiger in stadions met stakingen tot gevolg. Supporters van SC Cambuur en FC Groningen mogen zelfs niet meer naar uitwedstrijden. Wat merk jij hiervan als je de hele wedstrijd vlak bij de tribune staat?
KB: ‘Hey, we komen uit Kroatië! Daar zijn de spelers wel wat gewend. Ivor en ik waren verrast dat de wedstrijden tussen FC Groningen en NEC werd gestaakt, want zoiets gebeurt in de Kroatische competitie bijna wekelijks. Dat staat los van wat wij hiervan vinden. Want dat zulke zaken gebeuren, dat kun je nooit goedkeuren.’

IP: ‘Maar in Kroatië kun je gooien wat je wilt; de tribunes liggen op 100 meter van het veld zodat je nooit een scheidsrechter of spelers kunt raken! Maar hoe de fans in Kroatië soms tekeer gaan? Crazy!’

‘Hier wordt een plastic bekertje bier gegooid. Maar ik ben dat gewend. Begrijp me goed: ik ben het gewend, maar keur het af. Spelers willen alleen voetballen en zeker niet staken.’

KB: ‘In ben in Turkije naar Beşiktaş – Fenerbahçe gaan kijken en de eerste 10 minuten werd nauwelijks gevoetbald. Corners konden bijna niet worden genomen, want er werd met vanalles gegooid. Maar staken? Nee, de wedstrijd ging gewoon door. Na 10 minuten werd het wel wat rustiger. Rustig-er, niet rustig!’


Het kan flink tekeer gaan in Turkije (Bron: WikiMedia Commons)

IP: ‘In Utrecht werd ik bekogeld met aanstekers, maar niemand die er acht op sloeg. Er werden ook andere dingen gegooid, maar de scheidsrechter liet het gewoon passeren. Dat vond ik ook niet zo erg, want we stonden voor! Blijkbaar vonden ze me dusdanig belangrijk dat fans dingen naar me gooiden. Ze dachten dat het FC Utrecht zou helpen, maar ik moest er alleen maar om grinniken.’

FSC: Cole Bassett vertelde tijdens een interview dat er bij Fortuna enkele zaken speelden waarvan supporters geen weet hebben, maar een slechte invloed hadden op de sfeer. Snap je wat hij zegt, zonder in details te treden?
IP: ‘Ik denk dat hij het heeft over de beginfase van het seizoen. Toen liep het niet goed en liepen er enkele spelers rond die met hun gedachten elders zaten. En zoiets komt tot uiting tijdens wedstrijden. De club heeft hierop geanticipeerd door enkele wijzigingen door te voeren en daarna begon het al heel snel te lopen en boekten we ook resultaten. Dus ja, ik denk dat ik begrijp waarop Cole doelde.’


Cole Bassett: niet alles gaat goed in de beginfase van het seizoen

FSC: Er zijn Fortuna-supporters die bang zijn dat we dit seizoen degraderen. Zijn jullie daar ook bang voor of hebben jullie alle vertrouwen in een goede afloop van het seizoen?
IP: ‘Dat kan altijd natuurlijk, maar we hebben het toch gewoon in eigen hand? Wij als spelers gaan de laatste vier duels in met heel veel honger en wilskracht om daarin resultaten te boeken. We staan er misschien niet meer zo goed voor als enkele weken geleden, maar dat hebben we ons zelf aangedaan. Dan hadden we maar beter moeten spelen.’

‘Maar het is wat het is, we hebben 32 punten nu, de focus ligt op het thuisduel tegen Vitesse en we gaan er alles aan doen die wedstrijd winnend af te sluiten.’

FSC: Je geeft aan dat jullie de laatste weken beter hadden moeten spelen. Waaraan heeft dat gelegen?
IP: ‘Dat heeft niet specifiek één oorzaak. Als spelers gaan we buiten het veld goed met elkaar om. In het veld gaat er wel eens iets niet goed, maar zolang we maar 100% blijven geven is dat niet zo erg.’

‘Het is aan de trainer om erachter te komen wat er niet goed gaat en daarvoor een plannetje te bedenken. En wij voeren zijn plan vervolgens uit.’


Julio Velázquez heeft weer een plannetje bedacht

FO: Komende week moet het gebeuren: Fortuna in veilige haven spelen. Dat lijkt een hels karwei, maar hoe gaan jullie dat doen zonder onze topscorer?
IP: ‘Die gaan we natuurlijk missen, maar de spelers die op het veld staan gaan het doen. Het maakt ook helemaal niet uit of ik in doel sta of Kristijan speelt – het gaat erom dat de spelers die in het veld staan er álles aan doen om die drie punten te pakken.’

‘Als er één wedstrijd is waarin we echt álles moeten geven, dan is het de thuiswedstrijd tegen Vitesse wel. En vergeet niet: we hebben alles in eigen hand! We kunnen het ons ook niet veroorloven om op 80% of 90% te spelen. We moeten aan 100% voetballen.’

KB: ‘Zeker omdat we de afgelopen wedstrijden geen punten hebben gepakt is de wedstrijd tegen Vitesse cruciaal. We hebben ook meer in huis dan we de afgelopen maand hebben laten zien. Al weet ik niet goed wat er steeds verkeerd liep. Op training zijn we gewoon hard blijven werken en dat moet volstaan om zondag te winnen.’

Het lijkt wel minder te gaan sinds Julio Velázquez zich rustiger moet houden.
KB: (Lacht)

IP: (Lacht)

IP: ‘Daar spreken mensen veel over en eigenlijk begrijp ik dat niet. Ik vind het niet normaal dat mensen hun mond vol hebben over zijn gedrag langs de lijn. En op de keper beschouwd is hij ook gewoon maar een mens.’

KB: ‘Hij leeft gewoon ontzettend voor het voetbal, passioneel.’


Julio Velázquez heeft maar één passie: voetbal!

IP: ‘Hij geeft alles voor de club, het team en de spelers. Mensen willen hem veroordelen voor zijn gedrag en dat heeft ook invloed op hem. Hij is rustiger en misschien wel minder zichzelf. Hij is gewoon zo – Nou en? En het laatste dat ik erover zeg is dat dit vooral een probleem is voor de media, niet voor de spelers.’

FSC: Wat zijn je ambities? Heb je een bepaalde competitie of land in gedachten waarin je jezelf wel ziet spelen?
IP: ‘Dat hangt helemaal af van de mogelijkheden die zich voordoen. Als je een voorstel krijgt, dan denk je daarover na en neem je een beslissing. En iedereen droomt ervan om in één van de vijf grote Europese competities te spelen. Dat geldt voor mij net zo als voor Kristijan. Champions League, Europees voetbal, daar leef je uiteindelijk voor. Ik geloof echt dat we dat beiden kunnen halen, maar dan moet je ook geluk hebben en gezond blijven.’


Kristijan Bistrovic droomt van het allerhoogste

KB: ‘Als kleine jongen droom je natuurlijk over spelen op WK’s en in de Champions League. En de laatste tijd wordt me vaak gevraagd waar ik uiteindelijk wil spelen. Maar ik heb niet zo’n grote voorkeur. Soms ga je naar een mooie competitie, maar valt het tegen bij de club, zoals ik meemaakte bij Lecce. Daar speelden we een voetbal dat niet zo goed bij me paste.’

‘Inmiddels kijk ik meer naar het voorstel dat een club me doet, naar de speelstijl en hoe ik daar in zou kunnen passen. Dat was ook één van de redenen waarom ik in de winterstop voor Fortuna heb gekozen.’

FSC: Er wordt op sociale media volop gespeculeerd of ja na dit seizoen nog wel bij Fortuna speelt. Loop je zelf ook met die gedachte rond?
IP: ‘Ik zit in een win-win situatie. Als ik hier blijf, dan speel ik wedstrijden en wordt steeds beter. Dat wil ik ook het liefste en heeft mijn voorkeur. Wat heb ik eraan om op mijn leeftijd ergens op de bank te gaan zitten? Maar als ik wedstrijden kan gaan spelen bij een grotere club in een grotere competitie dan is dat ook een mooie kans. Maar bovenal: mijn prioriteit nummer één is het spelen van wedstrijden.’

FSC: Je hebt aangegeven dat je je goed voelt bij CSKA Moskou, maar in de huurovereenkomst die CSKA heeft gesloten met Fortuna is een koopoptie voorzien. Dat betekent dat de mogelijkheid bestaat dat je hier komend seizoen nog speelt. Wat wil je zelf eigenlijk? Terug naar Moskou of in Sittard-Geleen blijven?
KB: ‘Hmm, moeilijke vraag. Weet je, ik beschouw Moskou min of meer als mijn tweede thuis, want daar is mijn carrière echt van de grond gekomen. Ik heb er lang gespeeld en voelde me er op mijn gemak.’

‘Maar aan de andere kant weet ook iedereen wat er de afgelopen tijd allemaal is gebeurd in de wereld en hoe de situatie momenteel is. Het doel is dus niet om terug te keren naar Moskou vanwege de lastige situatie die is ontstaan. Dat is voor mij en mijn familie gewoon ontzettend moeilijk.’

‘Maar ik kijk uit naar wat de toekomst brengt en hoop dat ik in Nederland kan blijven, waarbij Fortuna mijn eerste keuze is. Binnen één of twee maanden hoop ik dat ik duidelijkheid heb en krijg met betrekking tot komend seizoen.’

‘Binnenkort moet er een beslissing worden genomen met betrekking tot de optie in het contract en mijn manager heeft al met de clubs gesproken over mijn toekomst en ik hoop dat er oplossing uit de bus komt waarmee alle partijen kunnen leven.’

‘Als mijn Russische club zegt dat ik me in Moskou moet melden, dan ga ik dat zeker doen. Ik heb er tenslotte een contract. Maar op dit moment gaat daarnaar mijn voorkeur niet uit. Te meer ook omdat Russische clubs zijn uitgesloten van Europees voetbal. Als je daar blijft voetballen, dan raak je helemaal uit beeld. Plus: het niveau is wat gezakt, mede omdat bijna alle buitenlandse spelers zijn vertrokken.’

‘Het leven in Moskou is niet heel erg veranderd om eerlijk te zijn. Maar dan bekijk ik dat puur vanuit mijn positie als voetballer. Maar door de internationale sancties die zijn afgekondigd tegen Rusland is het bijvoorbeeld heel lastig voor je familie om naar Rusland te reizen. En dat de situatie gewoon heel erg complex is, dat kun je moeilijk ontkennen.’

En dan zijn onze vragen plotseling opgedroogd. Pandur steekt de doos pralines onder zijn arm, Bistrović bedankt ons voor onze tijd (moet dat niet andersom zijn?) waarna beide spelers lachend de trappen afdalen.

‘Volgend seizoen nog een keer samenzitten?’, vragen we nog snel. ‘Dat is een reden extra om te blijven!’, grapt Pandur. Bistrović kan er smakelijk om lachen.