Naam: Dick Voorn
Geboortedatum: 30-10-1948
Geboorteplaats: Uithoorn
Bijzonderheden: Cookie is recordhouder in het betaalde voetbal. Geen enkele trainer hield het langer bij dezelfde betaald voetbal vereniging uit dan de 25 jaar die Cookie nu al verbonden is aan Fortuna SC en Fortuna Sittard.
Staat van Dienst (bijgewerkt tot 21-05-2003):
Periode | Club | Trainers | Wedstrijden | Doelpunten |
Speler: | – | – | ||
????-???? | MVV | ?? | – | – |
????-1978 | SK Tongeren | ?? | – | – |
Assistent trainer: | ||||
1978-1982 | Fortuna SC | Castenmiller, Körver | 142 | – |
1982-2003 | Fortuna Sittard | Körver, Jacobs, Berger, Van Doorneveld, Dekker, Kessler, Ruys, Verbeek, Van Marwijk, Duut, Thijssen, Verel, De Koning | 712 | – |
Totaal | – | – | 854 | – |
Hoe ben je eigenlijk bij Fortuna terechtgekomen?
“Ik heb zelf profvoetbal gespeeld bij M.V.V. en S.K. Tongeren, totdat ik op mijn 27e werd afgekeurd vanwege een rugblessure. In die periode was Willy Quadackers, met wie ik heb samengespeeld bij M.V.V., hier bij Fortuna assistent-trainer. Via hem vernam ik dat Fortuna op zoek was naar een jeugdtrainer en ik wilde toch in het Betaald Voetbal blijven. Zo is het uiteindelijk gekomen.”
Kun je nog eens uitleggen waar de naam “Cookie” vandaan komt?
“Ik ben van origine uit het Westen, mijn 1e vader kwam uit Uithoorn. Hij is overleden, toen ik 8 jaar was. Mijn moeder kreeg later een relatie met een Maastrichtenaar en toen zij we hier komen wonen. In Maastricht zeiden ze toen “Hollandse koekenbakkers” tegen ons. Mijn oudere broer noemden ze Cook en mij hebben ze Cookie genoemd, omdat ik de jongste was.”
Je bent – gezien de voor supporters nogal emotionele verhoudingen in het kleine Limburgse voetbalwereldje – als Maastrichtenaar eigenlijk een vreemde eend in de bijt. Hoe komt dat jij wel door iedereen binnen Fortuna geaccepteerd bent?
“Het maakt eigenlijk niet uit of je Maastrichtenaar of Amsterdammer bent, hoe dan ook, je moet het niet vergelijken met de massa. Overal heb je goede en minder goede mensen. Bovendien ben ik eigenlijk niet eens uit Maastricht afkomstig, dat weten de meeste mensen niet eens. Maar ik woon er vanaf mijn 8e en als kind heb je die taal dan ook snel onder die knie.”
Wat was je doel toen je bij Fortuna begon?
“Ik wilde altijd al in het Betaald Voetbal werken, liefst als full timer, maar destijds ben ik als part timer begonnen. Ik had er n.l. ook nog een baan bij als administrateur. Ik moest toen om 6 uur ‘s ochtends beginnen om het nog redelijk met Fortuna te kunnen combineren. Ik werkte toen dus 80 tot 90 uren per week. 8 Jaar geleden ben ik bij mijn andere baas ontslagen en via Pierre Schmeitz en Paul Boels ben ik dus full time bij Fortuna aan de slag kunnen gaan.”
Je hebt dus een hele tijd ook nog een andere baan gehad naast het werk dat je bij Fortuna deed. Gezien de ontwikkelingen in het Betaald Voetbal mogen we ervan uitgaan dat het semi-professionalisme weer zal terugkeren. Is werken en profvoetbal een goede combinatie?
“Nou, een goede combinatie…… Het beste is natuurlijk wanneer je altijd met voetbal bezig kan zijn. Zeker voor de jongere jongens, want die moeten nog veel trainingsuren maken. De combinatie kan best, ja. Vroeger was bijna iedereen semi-prof, dan waren er vaak maar 6 jongens op de ochtendtraining. Ze hadden vrijwel allemaal een baan erbij of ze studeerden. En toen konden we ook tot prestaties komen.”
Je hebt bij Fortuna een aantal hoofdtrainers meegemaakt. Kun je aangeven wat je van hen hebt geleerd?
Joop Castenmiller: “Onder hem moesten we vaak 2 keer per dag trainen en dan bleef hij wel eens binnen om zaken op organisatorisch en administratief gebied te regelen en dan mocht ik als aankomende trainer de groep in mijn eentje trainen en dat vond ik heel plezierig.”
Frans Körver: “Frans was als trainer een uitstekende motivator, taktisch was hij misschien iets minder sterk. Dat kwam ook, omdat taktiek in die tijd niet zo ver doorgedreven was als nu. Maar op het gebied van motivatie en instelling was hij een fantastisch iemand. Bovendien zorgde hij ervoor dat de groep conditioneel beresterk was.”
Bert Jacobs: “Taktisch was hij zeer sterk, ook omdat hij meer op taktiek trainde. Bert was vooral ook een hele humoristische man en iemand met wie ik persoonlijk ook goed kon omgaan. Je kon enorm met hem lachen, maar hij verstond zijn vak uitstekend. Hij was eigenlijk zijn tijd vooruit.”
Han Berger: “Ook een persoon met wie ik heel plezierig heb samengewerkt. We zijn zelfs een aantal keren samen op vakantie geweest. Hij was vooral erg sterk in het groepsgebeuren, zeg maar wat tegenwoordig teambuilding wordt genoemd. En op het persoonlijk vlak een heel fijne vent.”
Hans van Doorneveld: “Eh…., niet mijn meest favoriete trainer die ik heb meegemaakt.”
George Kessler: “Iemand die discipline heel hoog in het vaandel had staan, dat aspect heb ik van hem wel geleerd, ja. Maar hij viel reuze mee hoor, zeker op het persoonlijk vlak. Hij speelde het spel altijd goed. En hij heeft natuurlijk wel wat bereikt, met name bij het Nederlands Elftal en AZ. Ik heb in ieder geval heel veel respect voor hem.”
Chris Dekker: “Echt een hele goeie veldtrainer. Iemand die de nadruk op het technische vlak legde, iemand met een Wiel Coerverscholing. En die stof beheerst hij ook goed.”
Pim Verbeek: “Pim was organisatorisch heel goed. Hij heeft hier veel kritiek gehad, maar toen hij kwam was het hier ook op sterven na dood. Maar hij heeft ons toch naar de Eredivisie gebracht. Op het vlak van organisatie en spelconcept heeft hij het uitstekend gedaan en bovendien hebben we ons met hem toch ook kunnen handhaven in de Eredivisie.”
Bert van Marwijk: “Ja, hahahaha, daar kan ik natuurlijk een hele dag over vertellen. Ik heb het zelfs voorspeld dat hij snel naar een topclub zou gaan en dan geloofde hij mij ook nog eens niet. Hij heeft hier stage gelopen en toen Pim meer naar het managementtraject ging, heb ik direct gezegd dat hij het makkelijk aankon en dat ze hem moesten nemen als hoofdtrainer. Hij heeft van nature een bepaalde persoonlijkheid. Dat zag je al, toen hij hier nog stage liep en trainingen moest geven voor zijn examen, de manier waarop hij dingen kon voordoen. Bovendien zie je dat nu met hem bij Feyenoord, hij zit er al 3 jaar en dan heb toch wat in je mars. Ik geloof dat alleen Happel hem dat heeft voorgedaan. We hebben vrijwel dagelijks contact en zien elkaar nog wekelijks en zijn goede vrienden geworden.”
Henk Duut: “Achteraf zeg ik, en dat is niets ten nadele van Henk, als je assistent bent en dan hoofdtrainer bij diezelfde club wordt, heb je het altijd moeilijk. De omschakeling van een soort vertrouwenspersoon naar hoofdverantwoordelijke binnen je eigen club is heel moeilijk. Hij had ook de pech dat het in zijn periode niet goed liep op sportief vlak en dan word je dus geslachtofferd. Maar Henk is nog jong en hij kan het zeker nog gaan redden. En hij heeft natuurlijk ook het nadeel gehad dat hij na Bert van Marwijk is gekomen. Ik weet zeker dat hij het wel had gered met een team dat in een opbouwfase zat.”
Frans Thijssen: “Frans delegeerde tijdens de training veel aan Hans (de Koning, HD) en mij. Technisch was hij perfect en hij zag het spelletje ook goed. En hij heeft ook voor handhaving gezorgd. Franske is een prima vent. En ook een Wiel Coerverexponent. En hij kon natuurlijk wat voordoen tijdens de training en dat dwingt respect af bij die jonge gasten.”
Hans Verèl: (stilte)………. “Laat maar zitten.”
Hans de Koning: “Met Hans kan ik goed samenwerken, daar is helemaal niks mis mee. Hij is meer de harde westerling, hij gooit er wel eens behoorlijk de beuk in. Hij kan bij wijze van spreken, en dat is dan niet negatief bedoeld, een jongen de volle laag geven en dan is het aan mij om zo iemand weer op te krikken.”
Waarom heb je ervoor gekozen om zelf geen hoofdtrainer te worden?
“Ik vind dat mijn kwaliteiten meer liggen in het assisteren van een hoofdtrainer, gemoedelijk met de jongens omgaan en hun problemen op te lossen. Zeg maar dat ik meer een vaderfiguur ben voor die gasten en als hoofdtrainer moet je daar toch wat meer afstand in nemen. Ik denk dat mij dat moeilijker zou liggen, plus dat het mij zoveel spanningen zou opleveren dat ik dan geen fijn leven zou hebben. En dan moet je tegen jezelf zeggen dat je het niet moet gaan doen. En wie ben ik om er zo maar in te stappen, wie zit op Cookie Voorn te wachten? Plus dat ik natuurlijk het vereiste diploma niet bezit. Als ik dat had gewild, dan had ik die cursus ook kunnen doen, maar je moet weten wat je kunt en wat je niet kunt, toch?”
De mens Coockie Voorn staat bekend als aimabel, iemand over wie geen kwaad woord wordt gezegd. Maar hoe steekt de trainer Coockie Voorn in elkaar?
“Dat zou je aan de jongens moeten vragen. Maar ik denk dat ik vrij fanatiek ben, dat ik er ook emoties in leg en dat ik bepaalde vormen, zoals met name trappen en passen, goed beheers. Ik kan de jongens op een bepaald moment toch beter maken, vraag dat maar aan Mark van Bommel. Met hem ging ik na de training vaak door met passen trappen over 30-40 meter. En alles moet dan perfect zijn. En de trainer Voorn gaat ook wel eens tekeer tegen scheidsrechters, maar dat heeft ook weer met emotie te maken.”
Wat is eigenlijk je takenpakket als assistent-trainer?
Vroeger was dat vooral ook veel het analyseren en bekijken van de tegenstanders, maar nu gaat dat niet meer, omdat we allemaal op vrijdag spelen. Nu doet Robert-Jan Zoetmulder (keeperstrainer, HD) of iemand anders dat. Scouting, maar dat is nu ook minder. Uiteraard het assisteren van de hoofdtrainer. Het voorbereiden van trainingen. Het begeleiden van de jongere jongens als die met een vertegenwoordigend elftal spelen, zoals met Prince, Samir, Harry, Sten en Tommie. En ik train ook nog wel eens het jeugdplan in de ochtenduren. En vroeger ook nog keeperstraining.”
In de periode dat Pim Verbeek hoofdtrainer was, werd jij ineens “weggepromoveerd” en technisch coördinator gemaakt. Dit hield o.a. in dat je bezig was met het bekijken en analyseren van de tegenstanders en de keeperstraining verzorgde. Ik had de indruk dat je in die periode niet goed in je vel zat, want je hebt zelf een keer in een interview met DDL aangegeven dat je niet van plan was om dat laatste stukje veldwerk af te geven, klopt dat?
“Tiny Ruys werd toen assistent en ik kreeg andere taken. Niet dat ik dat zo erg vond, maar wel dat ik werd weggehaald van het veld en bij de wedstrijden. Ik vind het prettig om op het veld te staan en dat moeten ze mij niet afnemen, dat is mijn leven. Ik kan dat niet tot mijn 80e gaan doen, maar ik kan het toch nog aardig bijbenen. En dat had je goed gezien, dat ik dat toen niet plezierig vond. Ik heb het ook nooit begrepen, waarom het zo moest. Ik weet het nu nog niet. Je hoeft niet alles zo maar te accepteren, maar het is toch mijn baan en ik heb me er toen bij neergelegd. Maar toen Bert hier trainer werd, was het snel weer over. Toen mocht ik weer het veld op.”
In de 25 jaar dat je bij Fortuna werkt zijn ook een aantal trainers ontslagen dan wel op non-actief gezet. Heb je ooit overwogen om met 1 van hen solidair te zijn?
“Nee, en dat heb ik ook altijd van tevoren aangegeven. Han Berger heeft het me wel eens gevraagd, maar ik heb het hem toen nog eens duidelijk uitgelegd. Misschien als er ooit een trainer was geweest die mij zou hebben meegenomen naar een andere club en mijn inkomen hebben kunnen garanderen. Ik heb immers ook een gezin waarvoor ik de verantwoording draag. En dan ben ik dan misschien een beetje egoïstisch, maar ik denk dat dat normaal is.”
Wat zijn je mooiste herinneringen aan 25 jaar Fortuna?
Die vraag had ik wel verwacht, ik zal ze nog wel een paar keer krijgen van anderen. Eigenlijk zijn die 25 jaar één groot hoogtepunt, alleen vanwege het feit dat je dit vak mag uitoefenen. Werken in de buitenlucht, reizen over de hele wereld. Zuid-Korea, Zuid-Afrika, Suriname, China, bijna heel Europa, trainingskampen in de winter in zonnige oorden. Dat zijn allemaal hoogtepunten. En op sportief vlak 2 keer een bekerfinale, 2 keer promotie en Europa Cupvoetbal. En ik geniet er ook elke keer van, waar ik ook naartoe ga met Fortuna. In 25 jaar zijn het voor 95% leuke dingen geweest en voor 5% minder leuke, so what? Ik ben een heel tevreden mens.”
Je hebt een hele rij spelers zien komen en gaan. Als jij voor 1 keer een opstelling zou mogen maken van spelers die de afgelopen 25 jaar bij Fortuna zijn geweest, hoe zou die dan uit zien?
“Dan hebben we een vrij goed elftal. In het doel Ruud Hesp, rechtsback Fernando Ricksen, in het centrum op links Kevin Hofland en rechts Robert Roest, linksback Jean Colombain. Op het middenveld centraal Mark van Bommel en Patrick Paauwe. Buitenspelers op rechts Sigi Lens en links Tiny Ruys. Spitsen Johnny Linford en Ronald Hamming. Misschien vergeet ik jongens als Suvrijn en Bouma en nog wel een paar, maar dat moeten ze me niet kwalijk nemen.”
Wat zijn jouw verwachtingen van de huidige selectie?
“Dat heb ik al een paar gezegd: als je de huidige selectie, afgezien van Hamming, bij elkaar kunt houden en ofwel Prince (is inmiddels aangeschoven, HD) ontwikkelt zich goed of je haalt er een goeie spits bij die er 12 tot 15 maakt, dan heb je een aardige ploeg. Ik heb daar een heel simpele theorie over. Je hebt 2 spitsen nodig die samen 30 doelpunten maken, de middenvelders c.q. buitenspelers maken er elk 2 en achterin nog mensen die uit een spelhervatting kunnen scoren. Want als je geen doelpunten hebt, kun je het vergeten. Het lukt je ook niet om 10 keer achter elkaar met 1-0 te winnen. Het optelsommetje is dat je doelpunten in de eigen gelederen moet hebben of je koopt ze door middel van het aanschaffen van een spits. Want kijk maar naar wat we na de winterstop presteren, dan draaien we bij de eerste 6-7 mee. En zonder de druk erop te leggen: deze ploeg moet volgend seizoen ook bij de eerste 7-8 meedraaien. Met naar boven toe misschien een nacompetitie, mits we de zaak bij elkaar houden.”
Wat zou je graag nog willen meemaken bij Fortuna?
“Ik zou de promotie nog graag een keer willen maken. Niks ten nadele van de Eerste Divisie, maar het is toch leuker als je tegen Feyenoord, Ajax en PSV kunt voetballen. Meer publiek, meer publiciteit. Maar logischerwijs en met een gezonde basis zou dat pas over 2-3 jaar moeten zijn.”
Je was voor aanvang van dit seizoen volgens de media in beeld bij MVV. Is dit correct en zo ja, heb je ooit overwogen om de stap te zetten?
“Nou correct wel, maar niet concreet. Bij MVV vond men dat ik daar met mijn aanpak ook wel zou passen, ik ben immers ook wel van Maastricht, maar dat is alleen maar zijdelings een paar keer gevraagd. Bij Roda overigens wel, ten tijde van Huub Stevens en een keer toen Ruud Hesp erheen ging, als keeperstrainer. En er is 1 keer vanuit Zwitserland belangstelling geweest, maar Fortuna wilde mij niet laten gaan. En Bert van Marwijk heeft gezegd dat hij me mee wil nemen als hij ooit naar het buitenland wil gaan. Maar dan moet ik daar in een paar jaar evenveel gaan verdienen als hier in de jaren tot aan mijn pensioen. En zo geweldig is het op financieel gebied ook niet meer. Maar het is natuurlijk wel een geweldige vorm van waardering die ik op die manier van Bert krijg.”
Zou jij bij een FC Limburg willen werken?
“Alleen als er absoluut geen andere oplossing zou zijn, dan zou ik wel moeten. Want dan kom ik er weer op terug, ik moet toch mijn boterham verdienen. Maar het is beter zoals het nu is afgelopen. Want Fortuna is in Limburg eigenlijk de club die van oudsher het meeste bestaansrecht heeft.”
Wat zijn je hobby’s buiten het voetbal?
“Vakantie, dat is een grote hobby van mij. Vooral skiën doe ik graag in de winter en in de zomer lekker wandelen samen met mijn vrouw. En uiteraard mijn kinderen. En voor de rest heb ik niet zo gek veel tijd over. Maar ik moet wel vermelden dat je bij dit beroep een vrouw nodig hebt die achter je staat, anders houdt het op. En ik heb ook heel veel bewondering voor haar dat ze mij overal heeft laten gaan. Want anders is het afgelopen met voetbal of je huwelijk gaat naar de knoppen.”
Welk recente nieuwsbericht is jou het meest opgevallen?
“Daar verras je me. Eens kijken: de oorlog in Irak natuurlijk. Het leed dat gewone mensen wordt aangedaan. En het feit dat er tegenwoordig overal van die gekken rondlopen die kinderen seksueel mishandelen, zoals pas nog vlakbij in Duitsland, want je hebt immers zelf ook kinderen. Dat grijpt me erg aan.”
Wat zou je nog aan de supporters kwijt willen?
“Nou daar hoef ik niet voor te slijmen, ik vind het grandioos hoe de mensen ook dit jaar, terwijl het minder goed gaat, achter de club staan. Want als het goed gaat, komen de supporters vanzelf wel. Als je ziet dat er toch ook weer naar Emmen 40-50 supporters meereizen. Dat doet mij natuurlijk ook wat, op emotioneel vlak. Ook met dat “Cookie en Hans” liedje, dan bedank ik ze ook altijd na afloop. De spelers vinden dat ook klasse en ik geniet er ook van als zij een bepaalde binding met de supporters hebben. Een bepaald aantal supporters is er altijd en het is niet gemaakt wat ik nu zeg, maar ik vind ook dat het zo hoort, we zijn immers één grote familie. Ik hoor dat zingen natuurlijk ook tijdens een wedstrijd, dat kun je gewoon niet ontkennen, en Hans heeft dat ook. Grote klasse. Ik hoop dat ik bij de wedstrijd tegen Den Bosch ook iets met de supporters mag doen. Het zou een leuke afsluiter zijn van het seizoen en natuurlijk ook een compliment voor die 25 jaar. Dat meen ik echt.”
HD