Naam: Willy Dullens
Geboortedatum: 29-01-1945
Geboorteplaats: Broek-Sittard
Bijzonderheden: Willy Dullens maakte in het seizoen 63/64 zijn debuut in het geel/blauw van Sittardia. In zijn eerste seizoen scoorde hij meteen 18 doelpunten en schoot Sittardia mede daardoor naar de eredivisie. Sittardia bleek te licht voor de eredivisie, maar een jaar later ook weer te sterk voor de eerste divisie. Dullens pakte dus in het seizoen 65/66 zijn tweede kampioenschap mee bij Sittardia en werd en passant uitgeroepen tot speler van het jaar in Nederland. Notabene dus als eerste divisie speler. Ook debuteerde hij dat seizoen in Oranje. Maar in het seizoen 66/67 sloeg het noodlot toe. In een oefenduel tegen Vitesse raakte hij zwaar geblesseerd aan beide knieën en toen hij daar net van was hersteld ging het tegen DWS nogmaals mis. Beide kniebanden waren gescheurd en beide meniscussen werden verwijderd: einde carrière. Was Dullens een betere versie van Cruijff? We zullen er nooit achter komen. Wat rest zijn de herinneringen aan een balvirtuoos, aan twee titels met Sittardia, vier interlands en een uitverkiezing tot speler van het jaar in Nederland.

Staat van Dienst:

Periode Club Trainers Wedstrijden Doelpunten
….-1963 Almania (Jeugd) ??
1963-1968 Sittardia Debruijn, Schlangen, Beara ?? 30
1968-1969 FSC Keegan ?? 2
Totaal ?? 32

Je hebt tijdens je carrière veel mooie dingen meegemaakt, maar welke is de mooiste herinnering die jij aan het voetbal bewaart?

“Dat zijn er eigenlijk twee. In de eerste plaats mijn eerste interland, Nederland-België (Rotterdam 17-4-1966, 3-1, HD), en daarnaast de uitverkiezing tot “Voetballer van het Jaar” in dat zelfde jaar.”

Wat voor type speler was jij?

“Ik was een technisch zeer begaafde voetballer die alles met een bal kon en daarmee ook af en toe wel eens te balverliefd, kortom iemand die de bal moeilijk kon afgeven. Dat was toen nog mogelijk, maar in het huidige voetbal kan dat niet meer. Waarmee ik bedoel dat je tegenwoordig veel meer teamspeler moet zijn en niet alleen met je dribbels bezig zijn, ik was dus eigenlijk een ouderwetse pingelaar.”

Als we je actieve loopbaan overlopen, vallen een aantal bekende namen op: Johan Cruijff, Willy van der Kuijlen, Georg Kessler en Thei Jessen. Kun je in het kort iets over elk van hen zeggen?

“Zoals je die namen nu opnoemt, waren ze eigenlijk alle 4 goede vrienden van mij. Johan Cruijff was natuurlijk een heel goede voetballer, een brutale Amsterdammer met heel veel praatjes, maar ook heel veel daden. Daarbij was hij een echte leider die op jonge leeftijd al heel rijp was. Boven alles waren we vooral goede vrienden, een band die natuurlijk ook is ontstaan door het voetbal. Ik heb alleen maar hele goede herinneringen aan hem. Met Willy van der Kuijlen ben ik gelijk bij het Nederlands elftal gekomen. Het is een heel aardige en rustige vent wars van kapsones met een geweldige schot in zowel het rechter- als het linkerbeen. Het was een echte midvoor die enorm veel scoorde.Georg Kessler was mijn eerste trainer bij het nationale elftal. Hij riep mij voor het eerst op voor een interland tegen Duitsland. Hij zei mij echter al in een vroeg stadium dat ik niet in de basis zou komen, waarvan ik helemaal kapot was, ik heb er een nacht niet van kunnen slapen. Hij beloofde mij echter na die wedstrijd dat ik zou debuteren tegen België, hetgeen ook is gebeurd. Ik heb hem niet teleurgesteld in zijn keuze, want ik speelde tegen België één van mijn beste wedstrijden uit mijn loopbaan. Bovendien is Kessler ook een Sittardenaar, maar we konden het vooral goed met elkaar vinden, omdat ik in die periode nogal aardig liep te voetballen. Thei Jessen was één van mijn beste vrienden, door dik en dun, we hebben het geweldig fijn gehad. Als dokter heeft hij alles voor mij gedaan en kwam hij wekelijks bij mij thuis, iets dat hij is blijven doen tot eigenlijk aan zijn dood. Laatst had ik het er nog in mijn kapsalon met iemand over dat er tegenwoordig bijna niemand meer spreekt over de persoon Theo Jessen.”

Ondergetekende merkt op het gênant te vinden dat Fortuna de naam “Thei Jessen Tribune” heeft vervangen door N-Side met het betrekken van het nieuwe stadion en dat de club de naam “Thei Jessen Tribune” in ere zou moeten herstellen.

“Dat zou inderdaad niet slecht zijn. Thei Jessen is een Sittardia- en Fortuna-man in hart en nieren geweest, zoals er maar weinigen zijn. Het zou inderdaad gepast zijn om de tribune weer naar hem te vernoemen.”

Na je loopbaan ben je ook betrokken geweest bij het wielrennen, hoe is dat gekomen?

“Dat is gekomen, omdat ik toch heel wat last heb gehad van naweeën van het feit dat ik niet meer kon voetballen en daarom op zoek was naar iets anders in de sport. Ik heb in die tijd een aantal goede wielrenners uit de regio begeleid, Pietje van Kollenburg, Michel Jacobs, Hub Neven, Jacq. Solberg en Eric Vissers. Michel Jacobs won bijvoorbeeld 37 of 38 wedstrijden in een jaar en is ook nog beroepsrenner geweest in een ploeg met vijfvoudig Tourwinnaar Bernard Hinault. Echter, ze hebben het eigenlijk allemaal niet kunnen waarmaken in de beroepssport, want wielrennen was toen veel en veel zwaarder dan het voetbal.”

Heb je naast het voetbal ook nog andere hobby’s?

“Ik heb een fantastische hobby gehad aan de duivensport, hetgeen bij iedereen wel bekend zal zijn. Ik heb ook heel goede duiven gehad, maar die heb ik begin dit jaar moeten verkopen aan mensen uit Engeland, omdat ik bij Fortuna in dienst kwam. Het deed mij echter veel pijn om ze te verkopen, aangezien ik er toch aan gehecht was en gewend was de diertjes iedere ochtend om 6 uur te verzorgen en naar het toeleven van de wedstrijden op de zaterdag en/of zondag. Momenteel is mijn positie bij Fortuna verbeterd en het werk dat ik nu doe, bevalt mij uitstekend, ik beleef er veel plezier aan en hoop het nog lang te mogen doen.”

Je bent Fortuna altijd wel blijven volgen. Waarom ben jij pas sinds vorig seizoen officieel bij Fortuna betrokken?

“Een officiële functie heb ik natuurlijk al eerder geambieerd, maar schijnbaar hebben een aantal andere mensen daar een andere mening over gehad, ook omdat ik van thuis uit recht voor zijn raap ben en ook niemand schoon. Men kan tegen mij ook alles zeggen, mits dat op een fatsoenlijke manier gebeurt. En als ik bijvoorbeeld zeg tegen mensen dat ze verkeerde aankopen doen, kun je mij gelijk geven of kwaad op mij zijn. En ik heb een beetje de indruk dat dat tweede het geval is geweest, waardoor ik ook lang heb moeten wachten op deze functie.”

Je bent nu technisch adviseur bij Fortuna. Kun je omschrijven wat die functie inhoudt?

“Op de eerste plaats ben ik voor mijn werk heel veel samen met Fred van Barneveld, de technisch directeur. We voeren regelmatig gesprekken met de trainers. De onderlinge verhoudingen en communicatie zijn prima. Daarnaast ben ik vast betrokken bij de A-jeugd, hetgeen inhoudt dat ik alle wedstrijden zie. De reden hiervan is dat bij dit team toch de jongens zitten die wij straks al dan niet een contract gaan aanbieden en daarin speel ik natuurlijk ook mijn rol. Over iedere speler voer ik met de trainer ook gesprekken en straks hoop ik ook mijn steentje te kunnen bijdragen in de ontwikkeling van deze jongens als we op individuele basis met hen gaan werken, hetgeen ik ook graag wil. Daarnaast wil ik nogmaals de rol van Fred benadrukken, hij is echt een kei, dat moeten de mensen niet vergeten. Het is voor mij zaak om betrokken te zijn bij het gehele technische plaatje van de club en ik denk ook niet dat hier in de toekomst nog een speler binnenkomt, waarbij ik geen rol heb gespeeld. Ik moet een speler natuurlijk wel kennen. Kijk, een Paul Janssen en Geert Brusselers kende ik ook wel, maar onvoldoende om over hun kwaliteiten als speler te kunnen oordelen. Het zijn fantastische jongens die zich ook ten volle inzetten voor en bezighouden met de jeugdige spelers. De technische staf doet het, maar zij ook en zo hoort het ook.”

Er wordt verteld dat jij ook veel betrokken bent bij de Jeugdopleiding en dat je veel invloed hebt op de jeudige spelers. Klopt dit?

“Ik denk dat dit één van de belangrijkste dingen is waar ik op dit moment mee bezig ben. Ik probeer ieder spelertje te helpen, maar ik kan natuurlijk niet naar 120 gezinnen gaan. Momenteel ben ik ook bezig met de verkoop van mijn huis en kapsalon, waaraan ik wel nog de naam Willy Dullens verbonden wil laten. Mocht dit lukken, dan kan ik nog meer tijd vrijmaken voor Fortuna, hetgeen inhoudt dat ik bezig zal zijn met de begeleiding vanaf de jongste jeugd, de D-spelers. Ik zal ze proberen bij te brengen hoe ze zich dienen te gedragen en verzorgen, waarbij de thuissituatie een belangrijke rol speelt. Momenteel bezoek ik al regelmatig ouders van spelers, vooral ook omdat ik zelf toch aardig heb kunnen voetballen en vanuit dat oogpunt men toch sneller iets van mij zal aannemen. En ik ga natuurlijk niet naar de ouders, omdat een jongetje een leuke moeder heeft, maar het gaat erom dat het jongentje een goede verzorging heeft en lekker kan gaan voetballen.”

De Jeugdopleiding van Fortuna heeft van de KNVB de hoogste certificering gekregen, 4 sterren. Kun jij aangeven wat dit inhoudt?

“Dat houdt in dat het bij onze jeugdopleiding uitstekend is geregeld. Er wordt daarbij naar allerlei aspecten gekeken: administratief, begeleiding, de individuele functies tot aan de chauffeurs toe en natuurlijk ook het technische verhaal. Puur op details zou Fred van Barneveld je natuurlijk meer hierover kunnen vertellen.”

Wat zijn je persoonlijke ambities bij Fortuna?

“Dat we over drie jaar samen met de trainers kunnen zeggen dat Fortuna weer rijp is om terug te gaan naar de Eredivisie. Of dat te verwezenlijk valt, is ook afhankelijk van financiële aspecten, waarbij ik ook een beroep wil doen op de sponsors dat ze begrijpen dat we van onderaf zijn begonnen en dat ze ons moeten blijven steunen. Ik hoop bovendien dat er nog een aantal sponsors bij mogen komen, ook grotere, en ik zou hen bijna willen garanderen dat het geld dit keer zeer goed verzorgd zal worden en er geen gekke dingen meer zullen gebeuren.”

Als je naar de selectie kijkt die er nu staat, wat denk je dat de mogelijkheden zijn?

“Op dit moment een redelijk elftal met een aantal jongere spelers die het langzaamaan beter beginnen te doen. Ik heb het gevoel dat we na de winterstop beter gaan spelen en er een beter geheel staat. Je mag dit seizoen geen al te hoog verwachtingspatroon aanhouden, dat moeten de mensen begrijpen. Hoewel dat natuurlijk ook niet gemakkelijk voor hen is, omdat ze gaan kijken om te ploeg te zien winnen, dat heb ik ook. Het belangrijkste is natuurlijk dat de spelers blessurevrij blijven. Er staat al een vast team, dat hebben de trainers al aardig voor elkaar. Ik heb tot nu toe alle wedstrijden gezien en ik vind dat er een stijgende lijn in het spel zit. Tegen Heracles deden we het in de tweede helft zelfs uitstekend en ook tegen ADO Den Haag ging het goed. Het is een kwestie van de puntjes op de “i” te zetten, over het algemeen zijn de prestaties nog een beetje te wisselvallig. Maar dat komt goed. Het zijn allemaal fantastische jongens die kunnen dollen met elkaar, maar ook weten wanneer ze serieus moeten zijn en Hans de Koning en Cooky Voorn hebben daar een uitstekende hand in.”

Wat vind jij van de stelling: “Liever met plezier en aardig voetbal in de Gouden Gids Divisie dan vechten tegen de degradatie in de Eredivisie?”

“Daar heb ik twee opmerkingen over. Het eerste gedeelte van de stelling is heel erg goed, het plezier in het voetbal is natuurlijk heel belangrijk, maar het streven blijft natuurlijk om weer een keer in de Eredivisie uit te komen. Het vechten tegen de degradatie zal altijd een probleem blijven, we hebben een jong elftal en dat kan beter rijpen in de Eerste Divisie dan afgeslacht te worden in de Eredivisie, ik denk dat we het daarover eens zijn. Maar er komt misschien ook een tijd dat die spelers groot genoeg zijn voor de Eredivisie en met de versterking van een ervaren speler zich eerst onderin de Eredivisie moeten waarmaken. Eredivisie is het belangrijkste, zeg maar het Walhalla, maar we moeten geduld hebben. Ik moet de supporters ook een compliment maken, zij staan met name bij de thuiswedstrijden voor de volle 100% achter de ploeg. Ik hoop dat dat ook zo mag blijven.”

In Johan staat de opmerking “Die Van der Vaart heeft alles om de nieuwe Willy Dullens te worden.” Wat vind jij hiervan?

“Ik vind dat Van der Vaart een hele goed voetballer is en als er gezegd wordt dat hij een tweede Willy Dullens kan worden, hoop ik dat hij ook werkelijk zo goed mag worden, hij heeft wel de kwaliteiten. We hebben ook een aantal dingen gemeen: een man kunnen passeren, het scoren, ik maakte immers ook 21 doelpunten in mijn eerste seizoen. De vergelijking op het gebied van blessures is niet terecht. Je moet niet vergeten dat ik nooit ook maar één blessure heb gehad, totdat het mij overkwam en die ene blessure betekende directe einde oefening. Ik heb van mijn 8e tot mijn 21e nooit een wedstrijd gemist. Hij is iets blessuregevoeliger, omdat hij al een paar keer een tik heeft gehad en steeds een aantal maanden eruit heeft gelegen. Ik denk niet dat je hem op dat gebied met mij kan vergelijken. Als hij er op zijn 23e nog bij is en zich blijft ontwikkelen zoals hij heeft gedaan, dan kun je zeggen dat hij het goed heeft gedaan. Op die leeftijd word je als speler ook wat slimmer en raak je ook minder snel geblesseerd, je gaat bekekener de duels aan door de ervaring die je hebt opgedaan. De meeste blessures loop je toch op als je jonger bent. Maar hij is één van de beste spelers van Nederland, een groot talent, samen met dat ventje van Feyenoord, Van Persie. Maar ook bij Fortuna lopen geweldige talenten rond, van wie we straks misschien zeggen: “Kijk, die Dullens heeft nog gelijk ook.” We hebben de beste voorhoede in de A-jeugd van heel Nederland, met niet alleen Prince, maar ook Mauro Simone, Yussuf Dabo en Franco Mutu. En die mag je ook eens noteren. En er komen er meer aan, maar laat die maar even achterwege.”

Mark van Bommel heeft in zijn tijd bij Fortuna een korte moeilijke periode gekend, toen hij door Pim Verbeek op de bank werd gezet en alleen nog maar als rechtshalf mocht opdraven. Is het waar dat jij in die periode veel contact hebt gehad met Mark?

“Ik heb toen heel veel contact met Mark gehad en ook met het bestuur van Fortuna van die tijd. Ik heb met wijlen Pierre Schmeitz, de toenmalige penningmeester en een soort Nollie Hendriks voor de club en bovendien ook Broeksittardenaar net als ik,
een gesprek over Mark gehad en hem gezegd dat Pim Verbeek hem nooit op de bank mocht zetten, immers Mark zou veel geld kunnen opbrengen. Pim was het aanvankelijk niet met mij eens, maar Pierre heeft hem weten te overreden. Ik heb ook geregeld contact met Mark samen met zijn vader gehad en tijdens één van die gesprekken, sprak Marks vader de woorden: “Willy, ik begrijp niet dat jij geen taak hebt bij Fortuna.” Wat dat betreft, moet ik ook eerlijk erbij zeggen dat ik ook een beetje in een tweestrijd heb gezeten, omdat ik een goedlopende kapsalon had en nog steeds heb. Maar nu ben ik op een leeftijd gekomen dat ik nog steeds heel goed werk voor Fortuna kan verrichten.”

Uit een eerder interview leerden we dat jij mede door Theo Mommers bent benaderd om bij Fortuna te komen. Hoe was jouw samenwerking met Theo?

“Ik kon het met Theo heel goed vinden en ik vind het ook heel jammer dat hij het schip heeft verlaten. En ik moet zeggen dat we hem natuurlijk dankbaar moeten zijn dat Fortuna op deze manier is blijven bestaan. Maar we hebben wel nog een hoop werk op te knappen en in dat opzicht is het ook jammer dat hij er niet meer is.”

Ik vraag Willy te reageren op Johan Derksens uitspraak uit Voetbal Insite “Buitenspelers worden geboren, ze zijn niet te maken.”

“Ja, hij zegt wel vaker iets doms, maar hij zegt ook veel goede dingen. Een buitenspeler is inderdaad bijzonder, je ziet zo weinig meer. Coen Moulijn, Sjaak Swart waren het en Van Persie is een echte buitenspeler. Een vleugelspeler is meestal een snelle speler, met een actie en een goede voorzet. Als hij dat bedoelt, heeft hij gelijk.”

Ik merk op dat er in Nederland nog maar nauwelijks spelers zijn die de kromme voorzet (kunnen) gebruiken, waarvan David Beckham het voorbeeld is hoe het wel zou moeten.

“Maar hij is natuurlijk ook een speler die een voorzet bij wijze van spreken op de stropdas legt en er zijn nog maar weinig mensen die het beheersen. Maar het blijft een kwestie van oefenen. Als je niet kunt koppen, moet je bijvoorbeeld aan de kopgalg. Ik had er vroeger zelf eentje in de tuin staan. Ik was ook iedere dag bezig met schijnbewegingen. Bedenk dat de bal je vriend is, niet je vijand. En voor de meesten is de bal juist een vijand, omdat ze er te weinig mee kunnen. Als je bijvoorbeeld een man uitspeelt, heb je zelf ook altijd een vrije man, want de tegenstander moet dan een man uit de dekking laten komen.”

Tegenwoordig is het voetbal fysiek/tactisch veel belangrijker dan technisch.

“Ik kan me dat voorstellen, er is ook veel gebeurd in de ontwikkeling van het voetbal. Ik speelde bijvoorbeeld op 10, aanvallende middenvelder, en dan zijn twee dingen belangrijk. Dat je zowel technisch als tactisch goed bent, waarbij ik techniek het belangrijkste vind, maar nog belangrijker is de wil, de instelling. En verzorging, op tijd naar bed gaan, niet na 22.00u. Als je om 23.00u naar bed gaat en de dag erna om 11.00u opstaat, ben je geen sportman.”

Welk recent nieuwsitem is jou het meest opgevallen?

“Het gedoe met de LPF. Ik ben geen politicus, maar die mensen zijn gekozen om ons land te leiden en ze hebben er onderling een spelletje van gemaakt. Politiek onwaardig, belachelijk bijna. Dat is mijn mening.”

Wat wil je tot slot nog kwijt aan de supporters?

“Dat ze ons blijven steunen, dat ze zich goed blijven gedragen, want dat hoort namelijk ook bij de supporters. Maar het voornaamste is dat ze iedere thuiswedstrijd lekker op die trommels tekeergaan en dat de jongens daardoor gesteund worden en ons niet laten vallen. Maar we hebben op dit moment een fantastische supportersschare en daar zijn we als Fortuna ook trots op. En ik hoop dat er vaker weer een bus naar uitwedstrijden mag rijden.”

HD