Sinds enkele weken is er sprake van een opborrelende onrust in de catacomben. Zowel supporters als sponsoren zijn dermate ontevreden over het functioneren van hoofdtrainer Chris Dekker dat men vindt dat er tot actie moet worden overgegaan.
Over de gevoelens die leven onder de supporters, kan ik ten volle met duit in het zakje doen. Voor wat de sponsoren betreft, kan ik niet overgaan tot het melden van tastbare feiten, edoch meerdere discrete bronnen hebben mij gemeld dat op zijn minst een deel van de sponsoren “het wel heeft gehad” met Dekker.
Omdat ik het van horen zeggen heb, wil ik er hier ook niet verder op ingaan, daar ik het concrete ervan ook niet kan onderbouwen. Daarnaast waren meerdere redactieleden van de websites Fortuna United, Fortunahome en uiteraard Fortuna Online afgelopen maandag van de partij in een onderhoud met Dekker en diens meerdere, technisch manager Van Barneveld. Het gesprek verliep in een uiterst ongedwongen en rustige sfeer. Beide partijen namen maar liefst anderhalf uur de tijd om naar elkaars standpunten te luisteren. Het beeld dat ik reeds van Dekker had, een sympathieke vent, werd ten volle bevestigd. Dat neemt niet weg dat mijn kritiek op hem ten dele overeind blijft staan. Ik ben supporter en graag wil ik de club ook iets meer gedurfder zien spelen, dat mag toch?
Uiteraard heeft Dekker de niet te benijden en ook niet malse taak om Fortuna sportief weer op de kaart te zetten. Enerzijds is Fortuna simpelweg verworden tot het lelijke eendje van het betaald voetbal, daarover hoeven we niet moeilijk te doen. De berichtgeving over de club alsmede de sportieve prestaties in met name de seizoenen 2003-2004 en 2004-2005 laten weinig ruimte voor een andere conclusie. Dat is de harde realiteit. Maar anderzijds is Fortuna wel nog immer de club waar ik en met ook nog heel veel andere zielsveel van houd. En ik mag dan wel kritisch zijn, het laatste wat ik wil, is dat de club kapot gaat. Als ik de afgelopen jaren nog eens overloop, moet ik concluderen dat het technisch beleid bij Fortuna een stuk gochme mist. Waarom steeds weer terugrijpen naar het gebrek aan financiële middelen die er (voorlopig) niet zijn? Waarom steeds weer aanhalen dat de selectie van het eerste elftal o zo krap is? Waarom steeds weer aanhalen dat men door vooral domme pech en andere omstandigheden naast de pot heeft gepist bij het aantrekken van verondersteld kwalitatief beter spelers? Waarom toch steeds weer het verhaal over blessures, het gebrek aan kwaliteit, mentaliteit en leiderschap binnen de spelersgroep? Fortuna moet snel van de nood een deugd gaan maken en zich de rol van underdog gaan aanmeten, daar is in de huidige situatie niets mis mee. Ik zal hierbij een voorbeeld uit de historie van de club aanhalen.
Begin jaren ’90 wilde Fortuna hogerop en men trachtte dit te doen via klinkende aankopen van buitenaf. In de praktijk bleek de meerheid van deze spelers niet hetgeen te brengen wat men ervan verwachtte, met als gevolg dat de club (destijds gewoon Eredivisie, nog niet voorafgegaan door een sponsornaam) vocht tegen de degradatie naar de Eerste Divisie, die er uiteindelijk via de nacompetitie na het seizoen 1992-1993 ook van kwam. Trainer van toen? Chris Dekker. Bovendien bleek het management destijds dusdanig haar hand te hebben overspeeld dat de club in financieel onweer terecht kwam. Men kwam dus te varen op het kompas van de eigen jeugdopleiding, met exponenten als de al enige jaren meedraaiende Van Zwam, Juffing, Fuat Usta, Losada, Jacobs, Vergoossen en Loontjes (de groep “Laatse Kans”) enerzijds en nog onrijpe jongeren als Van der Zander, Van Bommel, Ricksen, Dassen, Ivo Pfennings, De Winter en Meulenberg (de groep “Hoop voor de Toekomst”) anderzijds. Helaas voor hem, heeft Dekker nauwelijks met de meeste jongens uit de tweede groep mogen werken in het eerste elftal. Dekker moest het veld ruimen, de geslepen Pim Verbeek werd zijn opvolger. Wat deed Verbeek? Hij zorgde ervoor dat naar de media toe Fortuna werd gepresenteerd als een club zonder enig concreet verwachtingspatroon, alle (incidentele) succesjes waren welkom en meegenomen. Hij had immers aan top gewerkt, bij Feyenoord, en was door schade en schande wijzer geworden.
Ondertussen werkte Verbeek in alle rust aan een nieuwe en professionelere structuur aangaande het technische beleid. En die kwam er, en wat voor één! Tot in lengte van jaren heeft de club er profijt van gehad. Door het scheppen van een absolute windstilte en te roeien met de aanwezige riemen werd de comatische patiënt Fortuna een wonderkind. Kampioen in de Eerste Divisie (in Verbeek’s eerste seizoen!), een gevreesde subtopper in de Eredivisie, bekerfinalist, zie daar de gevolgen. Helaas werd de laatste trede naar een nog hoger podium, Europees voetbal en daarmee een verdere financiële groei, gemist door het abnormale feit dat de tegenstander in de bekerfinale, AFC Ajax, een abominabel zwak seizoen kende en slechts door het winnen van de finale zich kon verzekeren van Europees voetbal, hetgeen nauwelijks is voortgekomen in de recente geschiedenis van die club.
Wat ik hiermee wil aanhalen, is dat Van Barneveld en Dekker niet meer moeten teruggrijpen naar zaken die passé zijn en dus niet meer kunnen helpen aan een verbetering op korte dan wel langere termijn. Op het vlak van de ontwikkeling van spelers uit de eigen jeugd moet Fortuna een weg van slikken of stikken gaan bewandelen en niet meer voor een tussenoplossing kiezen en moeilijkheden laten sluimeren. Niet geschikt = buiten, want profvoetbal = broodwinning. Dat houdt niet in dat je iemand een tweede dan wel derde kans moet ontnemen, maar duidelijkheid bovenaan. Geen verhalen meer van “speler X heeft een probleem met aspect Y en dat proberen we er nu al jaren uit te halen, maar hij vervalt steeds weer”.
Problemen zijn er om op te lossen en als ze structureel zijn, waarom niet met behulp van of door mensen van buitenaf? Mensen als Ted Troost, Richard Smith en Dick van Toorn waren jarenlang graag geziene gasten bij clubs door heel Europa. Ik wil hier niet gaan zeggen dat men deze mensen moet gaan raadplegen, maar andere en minder bekende edoch zeker niet slechtere namen zullen zeker bekend zijn bij de door de wol geverfde Fred van Barneveld. Van Barneveld bezit bovendien de niet onbelangrijke kwaliteit om dingen te zeggen maar in het clubbelang vooral te zwijgen, iets wat zijn vruchten zeker nog zal afwerpen.
Ik wil mijn betoog hier beëindigen met de conclusie dat ik er zeker nog in geloof dat er beter tijden kunnen komen, maar dat Fortuna voor een rechtlijnig beleid moet gaan met als kernpunt vertouwen in eigen en andermans kunnen en dit ook durven uit te stralen. De situatie mag nooit moeilijker gemaakt worden dan ze is.
Gegroet,
TMD