De jaarrekening was al enige tijd openbaar, maar is geanalyseerd door Dagblad de Limburger. De conclusie is niet mals: het negatieve eigen vermogen is in één seizoen verdubbeld van € 7,3 miljoen naar € 14,9 miljoen.

De reden voor het enorme verlies is helder: de omzet is weliswaar gestegen, maar staat totaal niet in verhouding tot de stijging van de kosten. Die kostenstijging bestaat voor het grootste deel uit personele kosten. Met andere woorden: er zijn veel en hoge salarissen betaald. Maar ook dat was te verwachten als je spelers zoals Burak Yilmaz, Doğan Erdoğan en Kristijan Bistrović aan je bindt. Daarnaast heeft de club ook incidentele kosten gemaakt, waarvan een versteviging van de dakconstructie de meest in het oog springt.

Financieel gezien ziet het er niet bepaald rooskleurig uit voor de enige Limburgse club in de Eredivisie. Positief is dat Fortuna na het seizoen overeenstemming heeft bereikt met Principion over het kwijtschelden van een lening die meer dan de helft van het negatieve eigen vermogen beslaat. Maar omdat dit na het seizoen heeft plaatsgevonden valt dit buiten de jaarrekening. Daarmee is Fortuna niet aan haar proefstuk toe, want eenzelfde afspraak maakte de club eerder al met beoogd investeerder Acun Ilıcalı.

Een dergelijke afspraak kan niet met de fiscus worden gemaakt: de komende vijf seizoenen dient Fortuna een belastingschuld die voortkomt uit COVID-19-steun terug te betalen van € 5,1 miljoen. Dat neemt een flinke hap uit Fortuna’s begroting, maar het aflossingsschema niet volgen is geen optie.

Het zorgt ervoor dat de club voorlopig niet meer verder te springt dan haar stok langs is. Tijdens het L1 radio Voetbaldiner nam Fortuna-directeur Ivo Pfennings al een voorschot op de uitdagingen waarvoor de club de komende seizoenen staat. En die is gelijk aan de doelstelling: niet degraderen uit de Eredivisie.

Dat gaat de club proberen te bereiken met spelers die beter bij de club passen (lees: goedkopere spelers) en dan weet je dat het ook een keer níét kan lukken. Maar zolang dat niet rampzalige gevolgen heeft, is er weinig aan de hand.

En dat laatste valt juist te betwijfelen. Om de exploitatie meer in balans te krijgen kun je snoeien in je kosten, maar het spelen van Eredivisie brengt nu eenmaal een bepaald kostenniveau met zich mee. Fortuna’s inkomsten lopen weliswaar verder op, maar de meeste vooruitgang in het dichten van je exploitatietekort boek je door grote uitgaande transfers te realiseren. Daarin is de club tijdens de huidige winterstop geslaagd en dan is het noodzakelijk gelijkwaardige vervangers aan te trekken die je (hopelijk) opnieuw kunt verkopen.

Een structureel exploitatietekort afdekken met incidentele baten (transferopbrengsten) brengt flinke risico’s met zich mee, maar dat is gek genoeg gemeengoed in de voetballerij. Zo ook bij Fortuna. Het zorgt ervoor, ondanks de correctie op het huidige negatieve eigen vermogen, dat het er financieel niet goed uitziet. Directeur Ivo Pfennings kent geen paniek; paniekzaaien levert immers alleen maar méér onrust op. Maar zorgwekkend is het wel.

Bron: Dagblad de Limburger (1) / Dagblad de Limburger (2)