Dat klopt, Erkens portretteert zichzelf als de rationeel operende man met het grote overzicht en zet iedereen neer als een idioot die het niet met hem eens is. Narinx gaat zelfs nog een stap verder door het lef te tonen de gemeenteraad van Kerkrade voor gek te verklaren omdat ze slechts een miljoen over hebben voor de prachtprestaties die hij neerzet in Kerkrade. De man krijgt een miljoen euro overheidsgeld omdat hij weigerde een speler aan FC Groningen te verkopen. Heeft zo’n man enig idee wat een gemeente met een miljoen euro kan doen? In wat voor wereld leeft die man eigenlijk? Waar deze grootheidswaanzin vandaan komt, mag Joost weten.
Wat nog erger is, is dat elke Limburgse journalist dat allemaal voor zoete koek geslikt heeft. Tot vandaag dus. Delait constateert dat de sleutel tot succes voor een fusieclub niet afhankelijk is van bombastische businessplannen (hij verwijst fijntjes naar de Limburgse handbalsoap), maar van het kaliber van de bestuurders en denkt dat de capaciteiten van de huidige managers van de twee fusieklanten niet toereikend is. Daar ben ik het dus roerend mee eens en je moet wel van hele goede huizen komen wil je het daar niet mee eens zijn.
Maar ik wil wel een stap teruggaan met Delait: “Als je vindt dat managers van het niveau Erkens en Narinx niets te zoeken hebben in het bestuur van de beoogde fusieclub (wat ik dus met je eens ben), dan ben je het vast ook met me eens dat die managers ook ongeschikt zijn voor het behalen van een maximaal rendement bij respectievelijk Fortuna Sittard en Roda JC? En als dat zo is, dan is de conclusie dat het bestaansrecht van de stand alone (wat is er eigenlijk mis met het woord ‘zelfstandig’?) versies van Fortuna en Roda niet bepaald moet worden op basis van wat beide clubs momenteel presteren op financieel en sportief gebied.
De huidige prestaties van beide clubs zijn dan ook een serieuze onderschatting van de echte mogelijkheden van de clubs. Per slot van rekening hebben Fortuna en Roda 30 jaar lang duidelijk bestaansrecht gehad. Waarom zou dat in de laatste tien jaar ineens niet meer het geval zijn?
1) Heeft Nederland soms in het noorden een oorlog gewonnen van de Duitsers waardoor Nederland groter is geworden hetgeen enkele clubs in staat heeft gesteld zijn markt te vergroten?
2) Is de regionale economie van Friesland of Groningen explosief gegroeid ten opzichte van de Limburgse waardoor er meer mogelijkheden zijn gekomen in die regio’s?
3) Of zijn er allerlei voetbalclubs verdwenen buiten Limburg waardoor niet-Limburgse clubs aan schaalvergroting hebben kunnen doen?
Volgens mij is het antwoord driemaal ‘nee’, dus er is fundamenteel helemaal niks veranderd. Het verschil is Riemer van der Velden, Jan Smit etc. enerzijds en Hans Erkens, Huub Narinx, Jacques Opgenoord etc. anderzijds, zoals Delait terecht opmerkt. En niet vergeten die niet-aflatende drang van het provinciehuis naar FC Limburg. Geloof maar niet dat dat goed is voor sponsorwerving bij de afzonderlijke clubs.
Als Delait die conclusie ook nog even trekt, krijgen we ineens een hele andere discussie. Dat zou een discussie zijn op basis van feiten. Ik kan niet wachten!
Riccardo Welters
