De redactie van Fortuna Online onderwerpt graag spelers of mensen rondom de club aan ‘Zaanse Methoden’. Deze keer draaide de redactie Annika Pluijmen de duimschroeven aan. Haar loopbaan met hoogtepunten, haar Roda JC-verleden, haar gezin; ze ging geen vraag uit de weg. Over een Kerkraadse spraakwaterval die geniet van het trainen, de wedstrijden, de interactie met haar supporters en uitkomen voor Fortuna met zaalvoetbal, een baan en het moederschap combineert…


De wedstrijd tegen laagvlieger Be Quick ’28 is lang en breed afgelopen als ik me samen met Annika Pluijmen begeef richting bestuurskamer van SVM. Dat zal vanavond de plaats van handeling zijn alwaar ik Annika enkele vragen ga stellen.

We nemen plaats aan de grote vergadertafel, maar we zijn niet alleen. Even verderop brengen de begeleiders van Be Quick ’28 hun administratie op orde. Tevens nemen Theo Bouwhuis en Jannie Sangers de uitslagen op de andere velden nog even door. Terwijl Annika rustig in haar bekertje thee roert druk ik op het knopje dat de bandrecorder in gang zet en stel mijn eerste vraag.

Begin oktober verschijnt er in Dagblad de Limburger een artikel over Fortuna’s dameselftal. Als je daarin wordt gevraagd je licht te laten schijnen over jullie dramatische seizoensstart onthoud je je van commentaar. ‘Daar hebben we afspraken over’, geef je aan. Hopelijk ben je vandaag iets opener.
‘Haha. Jaja, natuurlijk!’

Hoe ervaar je eigenlijk alle aandacht? Die is ongetwijfeld toegenomen nu je niet meer voor RKTSV voetbalt, maar voor Fortuna Sittard.
‘O, maar over RKTSV stonden in het verleden ook artikels in de krant. Daar werd wekelijks over gepubliceerd. Maar als ik kijk naar de supporters, dat is gewoon super. Dat hebben we ergens anders nooit meegemaakt. Als er zoveel supporters zijn, dat doet wat met je als je als speler op het veld staat. Je zet dan toch dat stapje meer.’


In dit artikel hield Annika haar kaken stijf op elkaar

Ook op landelijk niveau is er meer aandacht gekomen voor damesvoetbal, niet in de minste plaats omdat Ajax en PSV zijn toegetreden tot de BeNeLeague Orange, de Nederlandse eredivisie. Hoe belangrijk is het voor het damesvoetbal dat nu ook grote clubs ermee starten?
‘Tsja, ik weet het niet. Ik denk niet dat het zich op deze manier zal blijven ontwikkelen. Je zult zien dat er na dit seizoen weer een club stopt omdat er geen geld is of weet ik wat en dan komt er weer een andere club bij. Zo is het bij VVV ook gegaan. Zij zijn gestopt en werden overgenomen door PSV.’

‘Ik heb destijds één jaar bij Roda gespeeld en woonde maar een paar minuten daarvandaan. Voor mij was dat allemaal makkelijk te doen. Maar als je vier à vijf keer per week van bijvoorbeeld Tilburg moet komen om te trainen en je krijgt daar totaal niks voor, dan wordt dat erg moeilijk. Als je studeert gaat dat misschien nog wel, maar als je een eigen huis en een baan hebt, dan gaat dat gewoonweg niet. Je moet dan teveel offers brengen voor het voetbal.’

Daphne Koster en Anouk Hoogendijk (beide speelsters van Ajax en het Nederlands XI-tal) geven in een interview met De Volkskrant aan dat het belangrijk is dat meisjes van vijf of zes jaar nu weten dat  ze later bij Ajax kunnen gaan voetballen. Toen jij met voetballen begon was daar helemaal geen sprake van. Wat heeft jou bewogen om te gaan voetballen?
‘Dat weet ik eigenlijk niet precies. Ik heb nog twee zussen en toen ik zeven of acht jaar was ging ik samen met één van hen, mijn vader en mijn oom naar Roda kijken. Het leek ons op enig moment leuk om zelf te gaan voetballen en zijn toen gaan meetrainen bij RKVV Heilust. Het grapige is dat onze huidige teammanager, Pierre Hensgens, toen al verbonden was aan Heilust en al heel veel voor het meisjes- en damesvoetbal deed. Sindsdien ben ik eigenlijk niet meer gestopt, gewoon omdat ik het zo leuk vond. Sindsdien bestaat mijn leven voornamelijk uit voetbal! Het voetbalveld lag een straat verwijderd van mijn huis en ik ging eigenlijk altijd met mijn zus mee.’

‘Ik droomde ervan ooit voor Roda te spelen, maar wist natuurlijk ook dat het daar nooit van zou komen, omdat het meisjesvoetbal toen nog op een laag pitje stond. 20 jaar later was het zover: ik stapte van RKTSV over naar Roda.’

We zijn ongeveer even oud, maar ik heb in mijn jeugdjaren nooit tegen meisjes gevoetbald. Ook herinner ik me eigenlijk niets van een meisjescompetitie. Hoe heb je jeugdjaren doorgebracht?
‘Toen ik begon ben ik bij een meisjeselftal gestart. In de beginperiode verloren we altijd alles dik maar al gauw ging het steeds beter en waren wij degene die alles makkelijk wonnen. Ik speelde ook regelmatig met jongens mee als zij te weinig spelers hadden.’

‘Meestal werd er wel raar gekeken als je als meisje tussen jongens voetbalde, want in die tijd kwam dat nauwelijks voor. Nu is het heel normaal en denk ik zelfs dat het heel goed is dat meiden bij een jongensteam voetballen. Op een gegeven moment dan krijg je het als meisje toch moeilijk tussen jongens, vanwege het feit dat jongens fysiek sterker zijn dan meisjes. Tot ongeveer 15 à 16 jarige leeftijd kan een meisje goed tussen de jongens voetballen, maar daarna wordt het toch moeilijk en is het moment rijp om over te stappen naar een dameselftal. Nogmaals, in mijn tijd kwam het nauwelijks voor dat we samen in één team speelden, maar nu kijkt daar niemand meer van op.’

‘Ik kan me ook nog herinneren dat ik eens als elfjarige ons dameselftal heb uitgeholpen; die hadden toen te weinig speelsters. Destijds werden spelerspasjes niet zo strikt gecontroleerd als nu het geval is. Je mocht namelijk vanaf 14 jaar bij een seniorenteam spelen. (Glimlachend) Als iemand had gevraagd naar mijn leeftijd, had ik gewoon ‘14’ gezegd.’

‘We hadden op dat moment best veel speelsters en besloten mee te doen aan een damescompetitie. We zijn in dat seizoen meteen kampioen geworden en gepromoveerd van de vijfde naar de vierde klasse. Ook het seizoen daaropvolgend zijn we gepromoveerd, zij het zonder kampioen te worden. In de derde klasse werden we óók meteen weer kampioen, waarna we enkele seizoenen in de tweede klasse hebben gespeeld.’

‘Toen we ook in die klasse kampioen werden zijn we naar de eerste klasse gepromoveerd. Toen Heilust de kosten die spelen op dat niveau met zich meebracht niet meer kon ophoesten, zijn we overgestapt naar RKTSV. Uiteindelijk promoveerden we ook daar en speelden plots in de Hoofdklasse.’

‘Voor aanvang van het seizoen 06/07 ging de Eredivisie van start, waarna een aantal speelsters vertrokken. In dat seizoen kregen we vaak nauwelijks elf speelsters op de been, met een degradatie als gevolg. Het daaropvolgende seizoen speelde Roda mee in de Eredivisie. Veel speelsters stapten over, waardoor RKTSV nog maar zes speelsters overhield. Toch lukte het Pierre Hensgens om een goed elftal op de been te krijgen. We werden weer kampioen en keerden terug naar de Hoofdklasse.’

‘Doordat Roda na één seizoen de stekker uit het dameselftal trok zijn de meeste speelsters weer teruggekeerd naar RKTSV. We eindigden destijds als vierde. Het jaar dat daarop volgde hadden we minder succes. Door personele problemen ontliepen we ternauwernood de nacompetitie. Zo kom ik uit bij afgelopen seizoen. Hoe dat is verlopen weet iedereen wel.’


De dames van RKTSV, ook kampioen buiten het veld

Na jarenlang voor RKTSV te hebben gespeeld krijg je in 2008 de kans om bij Roda JC te gaan spelen. Is dat een kans die je niet mag laten lopen?
‘Ik kon toen kiezen uit Roda en Standard. Ik woonde op loopafstand van het trainingsveld, terwijl ik naar Luik een uur onderweg zou zijn. Ik ben gewoon iemand die heel graag voetbalt, heel graag veel traint en vond het gewoon super om dagelijks met voetbal bezig te zijn. Ik kon bij Standard een aardig bedrag verdienen, maar heb nooit voor geld gespeeld en koos logischerwijs voor Roda. Ik werkte toen part-time, was om 12.00 uur klaar, terwijl de training pas om 16.00 uur startte. Voor mij was dat gewoon ideaal.’

In dat ene seizoen dat je uitkomt voor Roda JC worden jullie laatste in de Eredivisie. Hoe kijk je terug op zo een vervelend seizoen?
‘Vervelend? Nee, zo zie ik dat niet, maar dat komt vooral omdat ik een pure liefhebber ben. Als we verloren, dan was dat vaak nipt. Het was echt niet zo dat we wekelijks met 5-0 of 6-0 werden afgeschoten. We beschikten ook niet over de allerbeste speelsters. Die waren al verdeeld over andere clubs. De afspraak was dat internationals zouden verdeeld worden over alle clubs, maar toen Roda startte met damesvoetbal, werd die regel niet meer toegepast. Erg vreemd. Ook waren de andere clubs al een seizoen bezig. We begonnen dus al met een achterstand op de andere clubs.’

‘ Speelsters die bijvoorbeeld bij Willem II buiten de boot vielen, speelden bij Roda JC plots in de basis. Toch hadden we echt geen slecht team. Wel een jong team. Het is ook zo dat als je club niet in zo’n uithoek ligt zoals Roda je ook veel meer keuze hebt uit speelsters. Ligt je club centraler, dan is het ook gewoon makkelijker om speelsters aan te trekken.’


Klopt Annika’s hart ook al voor geel en groen?

Na één seizoen trekt Martin van Geel eigenhandig de stekker uit het damesvoetbal en keert iedereen weer terug naar RKTSV. De seizoenen die daarop volgen gaat het erg goed met jullie. In het seizoen 08/09 word je zelfs topscorer van de toenmalige Hoofdklasse. Je houdt alles bij over je eigen carrière dus weet vast of je ooit beter hebt gedaan dan in dat seizoen.
‘Qua doelpunten? Hmm, misschien in de jeugd bij de meisjes. Bij de senioren niet. Zeker niet op dat niveau, want de seizoenen daarvoor speelden we op een lager niveau. Maar nee, als ik naar mijn seniorentijd kijk, denk ik niet dat ik ook meer goals scoorde dan in dat seizoen. Toen maakte ik 26 doelpunten. Ik weet nog dat we eens, toen ik al bij de senioren speelde, met 12-7 van De Ster wonnen en ik scoorde toen 10 doelpunten.’

‘Verder herinner ik me dat ik een keer in één seizoen 46 doelpunten scoorde in de competitie en nog 14 in drie bekerwedstrijden. Toen speelden we in de derde klasse. In dat seizoen speelde ik ook voor Jong Oranje. Helaas scheurde ik toen in een kwalificatieduel in Zweden de voorste kruisband van mijn knie. Ik heb toen zes seizoenen zonder voorste kruisband gevoetbald omdat ik niet een jaar eruit wilde liggen. Revalideren na een operatie duurt toch al gauw negen maanden tot een jaar.’

‘In oktober 2005 ging het weer mis toen ik wederom door mijn knie ging, waarbij ik ook nog mijn meniscus beschadigde. Toen zat er niks anders op dan opereren en revalideren. Na drie operaties is het nog redelijk goed gekomen allemaal. Natuurlijk is mijn knie niet meer zoals deze vroeger was. Ik kan nog maar beperkt strekken, waardoor ik heel veel aan snelheid heb ingeboet. In het seizoen volgend op mijn revalidatie scoorde ik trouwens nog 20 doelpunten in 10 wedstrijden. Maar ik ben gewoon nog blij dat ik nog op dit niveau kán voetballen.’

Terugkijkend op je loopbaan tot dusver. Over hoeveel wedstrijden en over hoeveel goals hebben we het dan?
‘Ja, had me dat nu even eerder gevraagd! Ik heb daar gewoon een lijst van. Zeker van mijn jaren bij RKTSV. Ik heb bijgehouden hoeveel wedstrijden ik heb gespeeld. Ik ben wel nog een tijdje geblesseerd geweest en heb een seizoen bij Roda JC gevoetbald, maar al met al toch tien seizoenen bij RKTSV gespeeld. Wedstrijden en doelpunten, dat heb ik allemaal genoteerd.’

Als ik naar de selecties kijk van jullie tegenstanders in de Topklasse valt op dat jij één van de weinige dertigers bent. Hoe moeilijk is het om je op die leeftijd te handhaven tussen speelsters die soms 10 jaar jonger zijn? Met andere woorden, wat moet je er nog allemaal voor doen en voor laten?
‘Ja, qua humor is het wel anders.’

En qua fysiek?
‘O, sorry. Ja, qua fysiek gaat dat best nog wel. Zolang ik het nog aankan is het toch geen probleem? Het is natuurlijk ook aan de trainer. Als hij mij niet meer opstelt, dan moet ik me wel gaan afvragen of ik op dit niveau verder moet blijven gaan. Ik heb wel altijd gezegd dat ik stop als ik op een lager niveau moet gaan voetballen. Daar ben ik gewoonweg te fanatiek voor.’

‘Ik ben bijvoorbeeld ook niet iemand die vaak en lang op stap gaat. Anderen doen dat misschien wel, dat moeten ze ook zelf weten, maar ik doe dat niet. Al gaat iemand tot 06.00 uur in de ochtend stappen, zolang ze er op zaterdag maar staat vind ik alles prima! Nu ik mama ben geworden is het een enorm geregel om alles in goede banen te leiden. Ik ben liever een avond thuis bij mijn gezin dan dat ik ga stappen.’

Door je leeftijd beschik je ook aan een schat aan ervaring. Probeer je die door te geven aan je jongere teamgenoten?
‘Op zich ben ik daar helemaal niet mee bezig. Misschien dat speelsters eerder iets van mij aannemen dan van iemand anders, maar dat weet ik eigenlijk niet. Het is wel zo, en dat herken ik dan vanuit mijn eigen jeugdjaren, dat sommige speelsters snel reageren richting een scheidsrechter. Dan zeg ik wel eens ‘doe dat nu niet, dat heeft geen zin’, maar wat ze daar dan uiteindelijk mee doen moeten ze zelf weten. Ik probeer ook nieuwe speelsters op hun gemak te stellen en als ik vind dat ze wat meer van zich af moeten bijten zeg ik het ook.’

Niet alleen op sportief vlak ben je een ervaren dame, ook in de privésfeer heb je al wat meegemaakt. Marloes van der Vlugt en Charlotte Schings gaan dagelijks het gevecht aan met jeugdpuistjes terwijl jij je zoontje opvoedt. Sta je wel eens stil bij dat grote verschil in belevingswereld?
‘Haha! Ja zeg, ik merk in het kleedlokaal wel dat zij over hele andere dingen praten dan waar ik het over heb. Meestal gaat het over uitgaan, haha. Ze vragen mij ook steeds mee, samen met Tidde, haha.’

‘Maar aan de andere kant, dat zij zoveel jonger zijn, dat vind ik ook leuk en we hebben veel lol in het kleedlokaal. Ik ben ook jong geweest, maar ben nooit zo gek geweest als zij. Al kan ik me niet meer precies herinneren hoe het er aan toeging toen ik zelf 16 of 17 was. Iedereen is ook anders. Zij zijn wat drukker en zijn meer met muziek en dergelijke bezig, al houd ik ook wel van muziek. Desondanks ben ik de rustigste en de verstandigste van de spelersgroep, haha!’

Hoe lastig is het eigenlijk om als mama weer terug te keren op het niveau van vóór de bevalling? Ik weet er maar weinig van, maar het krijgen van een kind heeft volgens mij een behoorlijke invloed op je lichaam.
‘Na de geboorte van zijn zoontje Tidde mocht ik zes weken niet sporten. Maar de dag dat het licht op groen ging, ben ik weer begonnen in de zaal met trainen. Natuurlijk is het in het begin even wennen, maar het viel me al bij al best wel mee, hoor. Daarbij, op het veld hadden we toen weinig speelsters. In de winterstop ben ik weer gaan meetrainen en na een paar weken stond ik er gewoon weer. Dat moest min of meer ook wel, want we hadden dus niet zo veel speelsters. We lagen toen al op titelkoers en daardoor was het eenvoudiger om weer in te stromen. Alsof je helemaal niet bent weggeweest.’


Annika’s oogappel: haar zoontje Tidde

(Na een korte pauze) ‘Natuurlijk merkte ik er toch wel iets van. Je bent bijvoorbeeld niet zo snel omdat je een deel van de voorbereiding hebt gemist. Maar dat komt dus méér omdat je een deel van de trainingen hebt gemist dan dat je mama bent geworden. Je omgeving zegt wel steeds tegen je dat het allemaal niet niks is, maar zelf vond ik het wel meevallen. Na een tijdje merk je daar eigenlijk niks meer van.’

Naast veldvoetbal speel je ook zaalvoetbal bij Fortuna Sittard-Geleen. In de herenwereld is de combinatie veld- en zaalvoetbal strikt verboden, maar waarom doen dames daar minder moeilijk over?
‘Ik weet dat de leiding er verleden seizoen niet altijd blij mee was in verband met blessures, maar de trainers die we nu hebben (Jannie Sangers en Paul Beckers, red.) zijn ook beide in de zaal actief. Maar het tijdstip waarop we moeten spelen is wel verre van ideaal omdat dat op vrijdagavond is. Als je om 21.15 uur in Heerenveen moet spelen, dan ben je heel laat thuis en als je de dag erna weer op het veld ergens ver weg moet voetballen is dat wel wat minder. Dat maakt het dat voor sommige speelsters toch zwaar. Daarom speel ik ook alleen maar thuiswedstrijden voor Fortuna Sittard-Geleen. Dan zou ik Tidde elke wedstrijddag naar een oppas moeten brengen. Dat wil ik gewoon niet.’


Ook in de zaal haalde Annika een hoog niveau op haar Fortuna-schoenen!

‘Toch ben ik verknocht aan zaalvoetbal. We zijn twee keer landskampioen geworden en hebben tweemaal de beker gewonnen. Jammer dat ik nu niet alle wedstrijden meer speel, maar daar heb ik bewust voor gekozen.’

Je bent mama, hebt een gezin en een baan, speelt veldvoetbal op het op één na hoogste niveau en zaalvoetbal op het hoogste niveau. Hoe lukt het je om dat allemaal te combineren?
‘Op zaterdag is dat vaak een heel geregel hoor. Mijn partner Patrick traint de B2 van Roda. Die spelen landelijk en hij is op zaterdag ook vaak op pad. Dan neem ik mijn zoontje óf mee, óf ik breng hem naar mijn zus. Zijn zoon Dion uit zijn eerdere relatie speelt bij Roda in de B1. Die spelen ook op zaterdag, dus we moeten dan met drie wedstrijden rekening houden.’

‘Als we allemaal ‘thuis’ spelen is dat geen probleem. Patrick speelt dan eerst om 13.00 uur. Ik ga dan altijd kijken, samen met Tidde en Patricks dochter Esmee. Om 15.00 uur begint de wedstrijd van Dion en vertrek ik naar Munstergeleen. Tidde en Esmee blijven dan bij Patrick, kijken Dions wedstrijd en komen dan mij aanmoedigen bij Fortuna.’

‘Uitwedstrijden zijn een ander verhaal. Om een voorbeeld te geven: verleden week vertrokken we om 10.00 uur naar Ter Leede en ik was pas om 21.00 uur ’s avonds thuis. Om hem dan mee te nemen… Dat gaat niet, dat is veel te lang voor hem. Maar als het gaat, dan gaat hij gewoon mee. Er zijn altijd supporters in de vorm van ouders van speelsters die voor hem zorgen en zo lang dat nog gaat vind ik dat alleen maar fijn.’

‘Als ik kijk naar het zaalvoetbal dan haal ik het allemaal net. Patrick is dan omstreeks 18.30 uur thuis, waarna ik vertrek naar de sporthal waar we om 20.00 uur moeten voetballen. Maar als ik ook uitwedstrijden in de zaal zou moeten spelen, dan zou ik vaak om 15.30 uur moeten vertrekken. Als ik dan midden in de nacht thuiskom… Dat vind ik echt niet te doen. Je hebt geen zoontje om altijd naar anderen te brengen. Dan moet je daar gewoon niet aan beginnen.’

‘En qua werk: ik werk part-time, waardoor ik ’s middags vrijaf heb. Ik train op maandag en woensdag en Patrick op dinsdag, donderdag en vrijdag, dus dat komt alvast goed uit. Als ik, zoals afgelopen donderdag, een oefenwedstrijd heb, dan vertrek ik thuis gewoon wat later. Dat is geen probleem. Natuurlijk heb je ook familie waarop je kunt terugvallen, maar desalniettemin is het een heel geregel.’

Jannie Sangers, die stiekem meeluistert, interrumpeert: ‘Je moet er wel wat voor over hebben!’

Als mannen na een overtreding lang op de grond blijven liggen wordt vaak gezegd, ‘Oud wijf, sta op!’. Mij valt op dat bij damesvoetbal zelden of nooit iemand op de grond ligt, dames nooit zeuren voor kaarten en zelfs op homoseksualiteit rust geen taboe. Waarom zit er zoveel verschil tussen beide werelden?
‘Dat zou ik niet weten. Ik weet ook niet of hetgeen jij stelt wel klopt. Ik vind voetballen met mannen juist makkelijker!’

(De bestuurskamer vult zich met Jannie Sangers’ schaterlach)

‘Jannie, dat is zo, mannen trappen elkaar een keer tegen de schenen en dan is het goed en drinken na afloop gewoon samen een biertje in de kantine. Maar dames… Drie maanden later hebben ze het plotseling over dat ene akkefietje. Ik ben al wat ouder en denk dat vaak: ‘Waar maak je je nu druk over?’. Maar zulke dingen blijven bij dames wel wat langer hangen. Maar het is wel zo dat als bij ons iemand neergaat we doorgaans wel wat sneller opstaan en verderspelen.’

Cabaretière Carolien Borgers haalt damesvoetbal aan in één van haar voorstellingen. Zelf speelt ze bij AVV Sloterdijk en zegt daarover: ‘Weet je trouwens wat wél waar is? De agressie, de oerdrift van vrouwen als ze het veld opkomen. Terwijl we niet eens zo fysiek zijn, met elleboogstoten enzo. Het is meer sneaky. Die nagels hé? Effe die nagels erin. En dan dat schijnheilige. O, sorry, gaat het?’ Welke trucs gebruik jij wel eens?
‘Haha, trucs? Ik doe dat helemaal niet! Het is wel zo dat ik soms een slimme overtreding maak. Als iemand dreigt door te breken, dan gaat die speler gewoon neer. Niet je tegenstander langs je door laten glippen, maar gewoon even neerhalen. Je moet in het begin van de wedstrijd laten voelen dat je er bent waardoor je laat zien dat er vandaag niks te halen valt. Maar iemand met mijn nagels krabben of iemand slaan? Nee, dat doe ik niet.’

Dat damesvoetbal ook wreed kan zijn ervaar je in het seizoen 09/10. Nadat je een doelpunt scoort tegen Reiger Boys ontvang je een kaakslag van doelvrouw Eline Roet. Plots ben je landelijk nieuws om de verkeerde reden. Dat zijn de minder leuke kanten van het voetbal.
‘Ik werd toen tegen mijn hoofd geslagen en dat ging helemaal nergens over. En ja, soms heb je er wel eens idioten bij, maar ik en mijn teamgenoten houden zich met zulke dingen helemaal niet mee bezig.’

‘In die bepaalde situatie had ik echt niks verkeerds gedaan. Mij maakte dat, hoe gek het ook klinkt, niet zo veel uit. Als me dat 10 jaar eerder was gebeurd, dan had ik zeker weten teruggeslagen. Nu dacht ik ‘laat maar gaan’. De speelster die me dat heeft aangedaan zit daar uiteindelijk veel meer mee. Voor haar is dat veel erger, want zij wordt er in het hele land mee achtervolgd en had de ‘pech’ dat wij een cameraman bij ons hadden.’

‘Natuurlijk is dat niet normaal, maar op haar heeft dat een veel grotere impact gehad. Misschien denkt ze de volgende keer wel tweemaal na voordat ze zoiets doet.’

Nog een verschil met herenvoetbal: het verloop in selecties is veel kleiner. Hierdoor speel je al jarenlang met dezelfde dames die je inmiddels door en door kent. Is dat ook de basis voor het succes van verleden seizoen toen jullie kampioen werden in de Topklasse?
‘Dat klopt wel. De speelsters die we vorig jaar hadden speelden al lang met elkaar samen of hadden al eens met elkaar samengespeeld. Het seizoen voordien kwamen diezelfde speelsters weer bij elkaar bij RKTSV, daar waar ze als jonge speelster eigenlijk zijn begonnen.’

‘Je kent elkaar door en door en kent ook elkaars kwaliteiten en dat heeft er mede voor gezorgd dat we kampioen zijn geworden. Tijdens de wedstrijd gingen we toch voor elkaar door het vuur, ook al hadden we soms wel eens wat stress onderling. We zijn eigenlijk heel makkelijk kampioen geworden en je vraagt je soms ook wel eens af ‘Hoe kan dat eigenlijk?’. Maar iedere speelster had en heeft haar eigen kwaliteiten. Dat wisten we heel goed, we hebben er optimaal gebruik van gemaakt en dát heeft voornamelijk de doorslag gegeven en is het allemaal nog goedgekomen.’

Als je heel eerlijk naar afgelopen seizen kijkt, was dat dan een uitschieter of zijn jullie echt zo goed?
‘Ik vind dat we echt een goed team hadden en hebben. Het is alleen zo zonde dat we nu al zoveel punten achterstaan. Als we verleden week hadden gewonnen, dan had ik het nog wel eens willen zien. Maar als je naar ons voetbal kijkt en hoe we bijvoorbeeld combineren, dan hebben we echt een heel goed team. We hebben alleen nog niet tegen DTS Ede gespeeld, maar ik vind dat wij het mooiste voetbal tot dusver hebben laten zien. Dan heb ik het niet over de eerste vijf wedstrijden, want die waren dramatisch.’

Omdat de kosten die spelen op een dergelijk niveau met zich meebrengen niet meer konden worden opgehoest door RKTSV stapten jullie vrijwel in het geheel over naar Fortuna Sittard. Voor een groot aantal dames alweer de tweede BVO. Heb je lang getwijfeld voordat je ja zei tegen Fortuna?
‘Eigenlijk werd tijdens mijn zwangerschap duidelijk dat RKTSV het niet meer kon betalen. Ik heb ook gezegd dat als ik landskampioen zou worden, ik zou stoppen. Dan heb je alles bereikt dat je kunt bereiken. Maar toen ik hoorde van de plannen voor dit seizoen kwam dat allemaal prima op me over. Ik heb toen besloten mee naar Fortuna te gaan, maar wilde wel even bekijken hoe alles te combineren viel in verband met mijn zoontje. Nu ik voor Fortuna voetbal kan ik ook zeggen dat ik daar nog geen moment spijt van heb. Als ik heel eerlijk ben, mocht ik zijn gestopt, dan zou ik het voetbal veel te veel missen!’


Annika en Glynis zoals we hen het liefste zien: in een Fortuna-shirt

Omdat je ook een seizoen bij Roda JC hebt gespeeld ben je in staat om beide met elkaar te vergelijken. Wat gaat er bij Fortuna goed dat bij Roda mis ging?
‘Als je kijkt naar de supporters, dan denk ik dat het er bij Fortuna anders aan toe gaat. Bij Roda JC hadden we natuurlijk ook supporters, maar die gingen niet zo ver in hun beleving als de Fortuna-supporters.’

Jannie Sangers, die nog altijd aandachtig meeluistert, breekt weer even in: ‘Zeg Annika, hemel die supporters eens niet zo op! Straks gaan die allemaal met de neus in de wind door Sittard lopen!’. Annika ligt bijkans naast haar stoel van het lachen.

‘Maar ik moet wel eerlijkheidshalve zeggen dat we vaker op het jeugdcomplex van Roda JC speelden en die tribune zat dan ook gewoon vol met 200 mensen. Maar die maakten wel niet zo’n spektakel met vuurwerk en dergelijke. We speelden ook een paar keer in het stadion en dat is iets dat ik bij Fortuna jammer genoeg nog niet heb mogen meemaken. Maar dan zaten toch wel 2.000 man in de tribunes. Maar kan wel zeggen dat het echt wat met je doet als er in Munstergeleen steeds zoveel mensen voor jou komen kijken.’

‘Maar als je me vraagt naar een verschil tussen Fortuna en Roda? Goh, we hadden wel altijd iemand van de medische staf bij ons. En hier hebben we niet iemand die bijvoorbeeld altijd aanwezig is tijdens trainingen. We kunnen wel gebruik maken van de faciliteiten die een fysiotherapiepraktijk ons biedt, maar dat is toch anders dan als er bij een uitwedstrijd iets gebeurt en niemand is aanwezig die precies weet wat te doen. We hebben wel twee dames in het team die geneeskunde studeren en iemand is therapeute. Als er iets gebeurt, weten zij wel hoe te handelen.’

Heeft jullie start niet te maken met het feit dat jullie afgelopen seizoen met RKTSV kampioen zijn geworden? Misschien zijn jullie onbewust iets gemakzuchtiger geworden en zijn jullie tegenstanders juist van top tot teen gemotiveerd.
‘Pff, dat weet ik niet. Misschien zijn tegenstanders inderdaad meer gemotiveerd als ze tegen ons moeten spelen. Ik moet uitkijken met wat ik zeg, nu de trainer in de buurt is, haha! Ach, hij heeft gewoon wat dingen veranderd. Het staat nu gewoon veel beter dan tijdens de eerste vijf wedstrijden. Dat ziet iedereen. Dat zul je ook wel zijn opgevallen, net zoals wij dat ook aanvoelen.’


Bij ATC ’65 werd RKTSV kampioen in de Topklasse

‘En als ik dan kijk hoe we kunnen voetballen, zoals verleden week tegen de koploper, dan vraag ik me soms af hoe het kan dat wij na vijf wedstrijden nul punten hadden en zij aan kop staan met dat voetbal. Maar misschien hadden ze vorige week wel een slechte dag, dat kan natuurlijk ook.’

Ondanks de teleurstellende start zijn jullie er toch in geslaagd de harten van van de Fortuna-aanhang te veroveren. Heb je daar een verklaring voor?
‘Misschien komt dat ook omdat we een beetje meegaan in het enthousiasme van de supporters. Ook na de eerste wedstrijden, toen er misschien maar 15 supporters langs de lijn stonden zijn we na de wedstrijd altijd netjes naar ze toegegaan om ze te bedanken en zijn we in de kantine iets met hen gaan drinken. Dat zal er wel iets mee te maken hebben.’


Shirley en Annika, kampioen in de Topklasse seizoen 11/12

‘We waarderen het enorm dat jullie proberen elke week meer supporters te verzamelen door tegen iedereen te zeggen dat het super leuk en gezellig is bij de dames.’

Jullie hebben jarenlang samen in Kerkrade bij RKTSV gevoetbald, velen zelfs een jaar bij Roda JC en dan weet je dat als je naar Fortuna komt, je daaraan herinnerd wordt. Hoe vervelend vind je dat of valt het allemaal wel mee?
‘Haha, helemaal niet. Ik heb alleen thuis problemen erdoor. Nee, grapje. Als Tidde naar mij komt kijken, dan draagt hij gewoon zijn Fortuna-shirt! Maar als hij naar Patrick of zijn grote broer gaat kijken, dan trek ik hem toch echt zijn Roda-shirt aan.’

‘Maar ik snap best dat Fortuna-supporters totaal anti-Roda zijn. Maar bij mij speelt dat niet zo. Ik ga weliswaar naar Roda kijken, maar sinds ik bij Fortuna speel ga ik net zo goed naar Fortuna kijken. En vervelend? Nee, zo ervaar ik dat niet. Ik moet er juist wel om lachen dat er liedjes over worden gezongen en vind het grappig dat Fortuna-supporters niet van Roda-trainers houden. En zolang het daarbij blijft, geen probleem!’

Na een aantal wedstrijden heeft trainer Jannie Sangers je uit de spits gehaald en op het middenveld geposteerd. Al gewend aan je nieuwe rol?
‘Ja, op zich wel. Qua lopen is het helemaal anders. Ik ben namelijk niet snel en vanwege de manier waarop de trainers willen voetballen heb ik in de spits niets te zoeken. Voor de competitie heb ik hen al gevraagd me uit de spits weg te halen. Daar heb je niet veel aan me en dan kun je me net zo goed op de bank zetten. Ik ben blij dat ik nu wat meer naar achteren sta, meer aan de bal ben en meer kan laten zien. Het team draait nu ook beter, al komt dat niet door mij hoor!’

‘De eerste vijf wedstrijden werden we vooral op het middenveld compleet overlopen. We stonden vooraan vaak met vier spitsen en speelden te ver uit elkaar. Op het moment dat we dan de bal verloren stonden er te veel mensen vóór de bal. Door de omzettingen staan we veel compacter. Je speelt nu met een mannetje extra op het middenveld. Ook voor de achterhoede is dat veel prettiger nu ze niet constant onder druk staan. Volgens mij hebben we nu al drie wedstrijden de nul gehouden.’

(Jannie Sangers telt aan de andere kant van de tafel hardop mee.)

‘Ja, inderdaad, drie keer. Tegen RCL, Eindhoven AV en vandaag. Dat vind ik toch netjes.’

‘Ondanks dat ik niet meer in de spits speel, heb ik wel nummer 9 behouden. Dat nummer is heilig voor mij. Ik speel er al sinds mijn jeugd mee en geef dat nooit meer af! Mijn teamgenoten worden er wel eens gek van, maar dan hebben ze maar pech. Nummer 9 is van mij!’

Inmiddels staat jullie onderaan de middenmoot. Wat mogen we nog van jullie verwachten dit seizoen?
‘Als we vorige week bij Ter Leede hadden gewonnen, dan weet ik zeker dat we nog voor de titel waren gaan meedoen. Nu wordt dat lastig, maar zeg nooit nooit. We moeten er gewoon in blijven geloven. Maar mochten we geen kampioen worden, dan moeten we zeker bij de eerste drie kunnen eindigen.’

Jannie Sangers bemoeit zich weeral met het gesprek: ‘Tegen L1 heb ik gezegd dat we voor de top drie gaan.’

Zelf ben ik blij dat jullie niet in de Trendwork Arena spelen, maar in het meer intieme Munstergeleen. Filmpjes die her en der opduiken laten zien hoezeer er daardoor een band is ontstaan tussen supporters en speelsters. Hoe kijk jij aan tegen de wisselwerking met de supporters?
‘Ik ben ook blij dat we in Munstergeleen spelen, maar denk wel dat er nog meer mensen komen kijken als we in de Trendwork Arean spelen. Maar dan moet er wel een beetje reclame worden gemaakt. Maar voor de speelsters zelf heeft het natuurlijk wel wat als je een keer in een echt voetbalstadion mag spelen. Maar mij maakt het niet uit, ik vind het hier ook prima.’

‘Ik heb ook al tegen supporters gezegd dat het beter gaat nu ze ons zo steunen. Dan zeggen ze wel dat wij het allemaal zelf doen, maar dat ben ik niet helemaal met ze eens. Supporters helpen echt wel mee.’

Ondertussen wordt aan de andere kant van de tafel het wedstrijdformulier ingevuld. Doordat Shirley Kocacinar een rode kaart heeft ontvangen dient haar adres aan het formulier te worden toegevoegd. Er wordt geopperd een blik te werpen in het telefoonboek teneinde haar adres te achterhalen.

We hebben het al gehad over je leeftijd. Hoe lang wil je nog doorgaan bij Fortuna?
‘Oei, dat weet ik niet. Zolang ik het fysiek nog aankan, ga ik door. Maar als ik lager moet gaan voetballen denk ik dat ik beter kan gaan stoppen. Ik heb altijd op niveau gespeeld en om dan op zondag te moeten gaan voetballen, enkele klassen lager, nee, dat zie ik niet zitten. Dan kies ik ervoor om met mijn gezin het weekend door te brengen.’

‘Ik heb wel altijd gezegd dat ik stop als Tidde gaat voetballen (en ik hoop dat hij op zijn vierde al mag beginnen), zodat ik naar hem kan gaan kijken. Hij is nu al helemaal balverliefd, dus die kans zit er wel in!  Maar ach, ik zei ook dat ik zou stoppen als ik landskampioen zou worden. Ik kijk liever niet te ver vooruit, maar bekijk het van jaar tot jaar. Ik ben tenslotte toch vier keer per week met voetbal bezig en als ik moet zaalvoetballen zelfs vijf. Zolang ik het nog leuk vind, mijn gezin er niet onder lijdt en ik alles nog kan combineren, ga ik door.’

Dan even iets anders: in de tribune wodt vaak over Jannie Sangers’ snor gezongen. Hebben jullie al afspraken met hem gemaakt over het moment dat hij deze eraf haalt?
‘Haha, jazeker! Als we geen kampioen worden, dan gaat-ie er vanaf.’

Aan de andere kant van de tafel ontstaat enige commotie. ‘Dat hebben we wel zelf in de hand, hè Annika’, zegt Theo Bouwhuis.

‘Want al we geen kampioen worden, dan heeft het aan de trainer gelegen. (Glimlachend) Waaraan zou het anders kunnen liggen? Dan moet Jannie daar gewoon voor boeten.’

Jannie Sangers gaat niet akkoord met Annika’s woorden. ‘Ik heb wat anders gezegd. Hij gaat eraf als we kampioen worden óf als we de beker winnen. Als we dat behalen, dan gaat de moeder van Marloes de snor eraf halen’.

‘Nee, we hebben de doelstelling ietwat bijgesteld, want nu nog kampioen worden gaat waarschijnlijk niet meer lukken. De beker winnen kan natuurlijk nog!’

Ruim een half uur nadat ik de bandrecorder in gang heb gezet druk ik op stop. Het zit erop, Annika mag de bestuurskamer verlaten. Ondertussen treedt Charlotte Schings als reddende engel op en komt opheldering verschaffen inzake het adres van Shirley.

Nadat ik de aanwezigen, maar bovenal Annika bedank voor hun tijd pak ik mijn spullen in. Iedereen zoekt zijn weg huiswaarts.

Wàt een weekend… Na de driepunter in Veendam, de driepunter tegen Be Quick ’28 en een sessie ‘Zaanse Methoden’ drink ik nog een glaasje plat water in de kantine en smul van een ruimbemeten stuk vlaai. Op naar komend weekend.

Come on You Girls in Green!

Michel Hennen