Ook tijdens de voorjaarsvakantie in Italië kruipt het bloed weer waar het niet gaan kan. Wanneer de weergoden meewerken (dat betekent in dit geval dat het een dag geen geweldig weer moet zijn) kan er wel een dagje stadions bezoeken vanaf, aldus mijn vriendin. Dat laat ik me geen twee keer zeggen en stippel een route langs vijf stadions in de regio’s Lombardije en Emilio-Romagna uit. Op dinsdag 6 juni begint de trip in de ochtend vanaf ons verblijfadres bij het Gardameer. De eerste halte is Mantova.



De rit van Lazise naar Mantova duurt ongeveer drie kwartier en verloopt lekker vlotjes. Een groot deel van de rit gaat namelijk via de Autostrada del Brennero en daar is het voor vrachtwagens verboden om in te halen. Vanaf de afrit Mantova-Nord is het nog een aantal kilometer door een bedrijven- en industrieterrein. Dat laatste heeft veel weg van het DSM-terrein in onze Westelijke Mijnstreek. Wanneer de Tomtom aangeeft dat we binnen enkele minuten het stadion zullen bereiken, zien we rechts van ons een aantal vervallen en gedeeltelijk gesloten flatgebouwen liggen. De gedachten van mijn vriendin flitsen vast even terug naar onze aankomst in Sevilla enkele jaren geleden. Niet veel later rijden we de parkeerplaats aan de Viale Te op.


Halte 1: Mantova

Nu het stadion is bereikt, is het zaak binnen te geraken. Iets verderop in de straat zien we een politie-auto staan. Daar aangekomen zie ik de twee dienstdoende agenten in een van de stadioningangen staan te praten met enkele medewerkers van de club. Groundhoppen zonder voorbereiding is onbegonnen werk, dus ik heb twee Italiaanse zinnetjes bestudeerd. De eerste is ‘Parli Inglese?‘. Wanneer mijn gesprekspartner daar negatief op antwoordt, haal ik de tweede zin van stal ‘I prego cinque minuti per fare una foto allo stadio?‘. De agent die ik aanspreek, spreekt uiteraard geen Engels en na mijn tweede vraag vraagt hij de oudste man van het gezelschap of we een foto mogen maken. Dat blijkt gelukkig geen probleem.

Terwijl de agenten de oudere man een beetje in de maling nemen vanwege zijn internationale talenkennis loop ik via de hoek van het speelveld de tribune achter de goal op. Daar is een enorme noodtribune voor de oorspronkelijke curva geplaatst. Dit vanwege de gebrekkige staat van de oude tribune en om de capaciteit te vergroten.

Een sterk staaltje scaffolding

Mantova Football Club komt momenteel uit in de Lega Pro, voorheen ook wel bekend als de Serie C. Deze is opgebouwd uit drie divisies, ingedeeld naar regio. De drie kampioenen van de divisies promoveren automatisch naar de Serie B. De nummers twee tot en met tien van elke divisie gaan vervolgens een gezamenlijke nacompetitie in waarbij alleen de uiteindelijke winnaar promoveert. De nummer twintig van de ranglijst degradeert en de vier voorlaatste ploegen gaan de play offs voor degradatie in. Deze twaalf club spelen een uit- en thuiswedstrijd. Win je, blijf je erin. Verlies je, dan degradeer je. Alleen de nummers elf tot en met vijftien zijn na de reguliere competitie dus uitgespeeld. Tot dat selecte gezelschap behoort Mantova. Met exact één punt speling werd men vijftiende en ontliep daardoor ternauwernood de play offs om degradatie.

Boven op de noodtribune heb ik inmiddels een mooi overzicht over de overige tribunes. Links bevindt zich een grote en onoverdekte zittribune. Aan de overkant een ouderwetse curva met daaronder een wielerbaan. En rechts de hoofdtribune. Het stadion is vernoemd naar oud-voetballer Danilo Martelli die in de veertiger jaren voor Mantova speelde maar uiteindelijk helaas omkwam bij een vliegramp. In totaal biedt het stadion plaats aan 14.800 bezoekers. Vol zit het stadion bij competitiewedstrijden echter bij lange na niet. Gemiddeld kwamen er afgelopen seizoen zo’n 2.200 toeschouwers kijken.


De lange zijde


De overkant doet een beetje aan de oude Goffert denken


De hoofdtribune kan er nog wel even tegen

Nadat de oude man er nog op staat dat hij mijn vriendin en mij op het veld met de hoofdtribune op de achtergrond fotografeert, bedanken we hem voor de hulp en verlaten het stadion. Een korte zoektocht naar een fanshop blijkt zinloos, die is er namelijk niet. Tevreden met het eerste bezoek van de dag stappen we de auto in. Op naar Carpi!


De weg van Mantova naar Carpi is qua lengte vergelijkbaar met onze eerste etappe en gaat ook voor het grootste deel over de autostrada. Je betaalt er wel een paar euro tol voor, maar dan heb je ook wat. Na een minuut of veertig rijden parkeren we de auto voor de deur van het stadio Sandro Cabassi.


De statige (en roestige) entree van Carpi

Alle poorten blijken gesloten en ook via de tennisclub aan de andere kant van het stadion zien we geen mogelijkheid binnen te raken. Terug aan de voorkant probeer ik de grote poort dan maar even, en die blijkt gewoon open te zijn! Eenmaal binnen zien we rechts een soort clubgebouw. Uit fatsoen bel ik aan om te melden dat ik even een paar fotootjes kom maken. De deur gaat open, maar er staat niemand achter. Ik loop naar binnen en nadat ik een keer of vier ‘Buongiorno’ door het gebouwtje heb geroepen kom ik op de tweede verdieping eindelijk iemand tegen. Een man van rond de veertig zit achter zijn pc met zijn koptelefoon op te werken en schrikt enigszins van mijn aanwezigheid. Ik haal mijn opgedane Italiaanse talenkennis weer even boven en nee, ook deze man spreekt geen Engels. Een foto maken is echter geen probleem en de man loopt even met ons mee de tribune op. Buiten is inmiddels ook een oudere man gearriveerd. Mijn vriendin probeerde hem uit te leggen wat we komen doen, maar die boodschap kwam niet echt over. Het doel is echter bereikt en snel trek ik enkele foto’s van het kleine stadion. Ook hier een soort van wielerbaan en een noodtribune achter de doelen.


Vanuit de flats heb je beter zicht dan vanaf de tribune achter de goal


Ook hier helaas een weinig romantische noodtribune

Voor wie de naam Carpi bekend in de voetbaloren klinkt: dat kan heel goed kloppen. De club uit de relatief kleine plaats (kleiner dan Sittard-Geleen-Born) presteerde tussen 2009 en 2015 het vrijwel onmogelijke door van de amateurs naar de Serie A door te stoten. Vorig seizoen kwam de ploeg een schamel puntje tekort om zich in de Serie A te handhaven. Dit seizoen hoopte men op een snelle terugkeer, maar dat mislukte jammerlijk. De zevende plaats in de competitie was dan wel voldoende voor het behalen van de play offs, maar in de finale daarvan was Benevento over twee wedstrijden net ietsje sterker (0-0 en 1-0).


De kleine hoofdtribune met de clubnaam verwerkt in de stoeltjes

Het stadion biedt maximaal plaats aan 4.144 bezoekers. Afgelopen seizoen was het stadion gemiddeld ongeveer half gevuld. Vorig jaar in de Serie A speelde Carpi haar thuiswedstrijden in het grotere stadion van het naastgelegen Modena. Toen zaten er gemiddeld 9.000 fans bij elke thuiswedstrijd. Na de degradatie keerde de club terug op haar vertrouwde plek in de eigen stad. Nadat ik snel wat foto’s heb geschoten, bedanken we de heren voor hun gastvrijheid. Het ‘Mille grazie!‘ wordt, niet voor het laatst vandaag, uit de kast gehaald. Blijkbaar vindt men ons bezoek best wel bijzonder, want bij ons vertrek wordt me nog een mooie vaan van Carpi in de handen gedrukt. Een geste die uiteraard wordt gewaardeerd en wederom met een ‘Mille grazie!‘ wordt beantwoord. Nu is het tijd voor een sanitaire stop en een verkoelend drankje. Dat wordt gevonden in de bar met de toepasselijke naam ‘Bar Stadio’ aan de overkant van de straat.


De ultra’s van Carpi drinken graag een wijntje


Het volgende ritje is de kortste van de dag. Slechts twintig kilometer scheiden de stadions van Carpi en Modena. Die leggen we in vijfentwintig minuten via een provinciale weg af. Als we Modena binnen rijden zien we het stadion al meteen liggen. Een parkeerplek op de grote parking naast het stadion is al snel gevonden. Wat meteen opvalt zijn de enorm scheve lichtmasten van het stadio Alberto Braglia.


Veel schever ga je ze niet vinden

Bij de toegangsdeur tot de kantoren van het stadion bel ik netjes aan. Een dame doet open en die spreekt, uiteraard, geen woord Engels. Ze begrijpt gelukkig wel snel wat ik kom doen maar wijst vervolgens op een bordje naast de deur. Het stadion gaat namelijk pas om 15 uur weer open. Vanaf 13 uur is het gesloten vanwege de middagpauze en het is nu… 13.05 uur. Er staat nog een tweede vrouw in het gangetje en ook zij vraagt of we niet later terug kunnen komen. Daar hebben we uiteraard geen trek in en het past ook niet in mijn strakke schema. Nu komt er een derde persoon bij, een oudere man. De dames leggen de man uit wat we komen doen en ook hij probeert ons later terug te laten komen. Ik trek een beetje zielig gezicht en probeer uit te leggen dat we helemaal uit Nederland komen. Blijkbaar helpt dit wel, want de man gebaart een van de dames ons even mee te nemen. Dit wordt uiteraard met een hartelijk ‘Mille grazie!’ van mijn kant.


We zijn binnen!

Modena F.C. verbleef tot 2016 twaalf jaar lang in de Serie B. Door de degradatie speelde men afgelopen seizoen met onder andere Mantova, de club die we eerder vandaag bezochten, in de Lega Pro, divisione B. Modena deed het met een veertiende plek iets beter dan Mantova. Met een puntentotaal van 44 bleef men vier punten los van de degradatie play offs. Het gat naar de plekken die recht geven op de play offs voor promotie was met zeven punten echter nog groter.


Het veld ligt er niet geweldig bij, maar de terreinknecht heeft nog tijd

Het stadion is vernoemd naar een oud-inwoner van Modena, Alberto Braglia. Tijdens de olympische spelen van 1908 en 1912 behaalde hij drie gouden medailles op het onderdeel acrobatiek en was tijdens de spelen van 1932 coach van het Italiaans team. Het stadion werd in 1936 geopend en is zo te zien in de loop der tijd gemoderniseerd. Alle tribunes zijn met elkaar verbonden en we noteren deze keer geen wielerbaan of noodtribune. Als het vol zit, zitten hier ruim 21 duizend mensen. Na de degradatie in 2016 halveerde het toeschouwersaantal in Modena bijna. Van 5.000 naar 2.800 per wedstrijd. Daarmee kom je ongeveer op dezelfde bezettingsgraad uit als in Sittard, niks om heel erg trots op te zijn dus. Met het stadion is overigens weinig mis en om de dame in kwestie niet te lang van haar welverdiende pauze los te weken, verlaten we na enkele minuten de tribune.


Keurige harmonieuze tribunes


Dat gaat lekker: drie stadions en drie keer binnen gekomen! Hopelijk lukt dat bij de volgende plek ook. Plaats van bestemming is Reggio Emilia. Waar we tot in Modena telkens zuidelijker reden, gaat het nu in westelijke richting. We nemen de Autostrada del Sole richting Milaan en slaan na een kilometer of twintig af bij Reggio. Tien minuten later staan we op de parkeerplaats van het grote Mapei Stadium, ook wel bekend onder de naam Città del Tricolore.


Het Mapei Stadium vanaf de parkeerplaats gezien

De naam Mapei is nadrukkelijk aanwezig en dat is niet vreemd. Het bedrijf, gespecialiseerd in bouwproducten, is niet alleen naamgever van het stadion maar ook eigenaar en shirtsponsor van U.S. Sassuolo Calcio. Sassuolo kocht het stadion in 2013 nadat men voor het eerst in de clubhistorie was gepromoveerd naar de Serie A en het eigen stadion te klein werd. Een beetje vreemd is het natuurlijk wel: de eigen stad ligt bijna dertig kilometer verwijderd van het stadion. Maar waarschijnlijk was dit een goedkoper en beter alternatief dan het eigen stadion verbouwen of een heel nieuw stadion bouwen.

De eerste poorten die we tegen komen zijn allemaal hermetisch afgesloten, maar aan de andere kant van het stadion zien we veel bedrijvigheid. Even later blijkt waarom: aan deze kant van het stadion is een groot winkelcentrum gevestigd met daarboven ook nog een bioscoop. Alweer denk ik even aan ons eigen stadion, waar ons dit soort activiteiten ook al bijna twintig jaar worden voorgehouden. Maar goed, na enkele winkels kort bezocht te hebben lopen we aan de andere kant weer naar buiten. Achter enkele hekken zie ik tv-wagens van een Italiaanse sportzender staan. Dichterbij zie ik een jongeman door een zijpoort van het stadion komen lopen. Voor de vierde keer vandaag haal ik mijn ingestudeerde Italiaanse zinnetje weer naar boven. De man, aan zijn poloshirt te zien werkzaam bij de sportschool met de enigszins aparte naam ‘Virgin Active’, zegt dat hij geen zeggenschap over het stadion heeft, maar wel even wilt vragen of we binnen mogen. Misschien ziet hij aan mijn postuur dat ik wel wat extra beweging kan gebruiken, want we mogen in ieder geval mee lopen. Via de werkplaats van de terrein- en onderhoudsman (aan de grasmaaiers, kalkmachine en andere apparatuur te zien) komen we bij de hoek van het veld uit.


De eerste blik in het stadion

Zoals gezegd speelt Sassuolo sinds 2013 haar thuiswedstrijden in dit stadion. Afgelopen seizoen kwam de ploeg in de Europa League uit. Nadat in de voorrondes FC Luzern en Rode Ster Belgrado werden verslagen, kwamen de Italianen in een poule terecht met Athletic de Bilbao, Rapid Wien en onze vrienden van Racing Genk. Zes punten uit zes duels waren niet voldoende om door te gaan naar de volgende ronde. Timo Letschert (oud-speler van onder andere onze iets minder grote vrienden uit Kerkrade) zorgt sinds afgelopen seizoen voor een Nederlands tintje bij de Italianen. In de Serie A eindigde Sassuolo op een keurige twaalfde plek. Met iets meer dan twaalf duizend toeschouwers is het stadion tweewekelijks iets meer dan half gevuld.


Het stadion oogt erg steriel

Naast Sassuolo is ook A.C. Reggiana bespeler van het Mapei Stadium. Reggiana kwam in de jaren negentig in drie seizoenen in de Serie A uit. In het seizoen 1994-1995 kwam niemand minder dan huidig Fortuna-trainer Sunday Oliseh in actie voor de Italiaanse club om vervolgens naar FC Köln te vertrekken. Tegenwoordig komt Reggiana uit in de Lega Pro, in dezelfde divisie als Mantova en Modena. Afgelopen seizoen eindigde de ploeg als vijfde. Op het moment van schrijven strijdt men in de halve finales van de play offs tegen Alessandria om een plek in de finale. De Serie B is dus weer in zicht. Om de week zijn hier 7.100 mensen getuige van de promotiestrijd van Reggiana. Zeker in vergelijking met Mantova en Modena geen slecht gemiddelde.


Voldoende plek op de reservebank

Omdat ik de jongeman van Virgin Active niet te lang van zijn werk wil houden, blijven we niet lang hangen. De tribunes zijn kleurrijk waardoor het geheel fris en nieuw oogt. Maar een echte stadionliefhebber ziet toch liever meer oude tribunes, vuil, stickers en graffiti. Iets zegt me dat we dat in het laatste stadion van vandaag nog wel gaan tegen komen.


De laatste etappe van vandaag voert ons nog iets westelijker, namelijk naar Parma. Het is inmiddels half drie en daarmee liggen we mooi op schema. Op de site van Parma heb ik namelijk gelezen dat de fanshop en het museum om drie uur open gaan. Aangezien ik de kans om binnen te komen wat groter in schat wanneer de fanshop ook geopend is, hoeven we niet veel vroeger te arriveren. We rijden wederom via de Autostrada. Als de Tomtom ons na een half uurtje bij Parma Centro de autoweg af leidt, zien we direct na de afslag al een stadion liggen. Toch is het volgens de navigatie nog 8,5 kilometer rijden. We besluiten de Tomtom maar braaf te volgen en dat is de juiste keuze. Om kwart over drie parkeren we de auto eerst voor, maar bij nader inzien toch maar achter de grote toegangspoort van het stadio Ennio Tardini.


Welkom bij het Stadio Ennio Tardini

De eerste stop is de fanshop. De dame van dienst blijkt de eerste te zijn die ons vandaag in het Engels te woord kan en wilt staan. Nadat ik voor de lieve som van €10 twee pins heb aangeschaft en enigszins teleurgesteld verneem dat het speciale Parma-bier alleen voor de sier in de etalage staat en niet te koop is, vertelt de dame dat we helaas niet in het stadion kunnen om foto’s te maken. ‘Je kunt wel foto’s maken in het museum’ vertelt ze. Nu vind ik een museum leuk en aardig, maar liefst dwaal ik een beetje over en onder tribunes rond. ‘We kijken buiten wel even‘ is dan ook mijn antwoord. Ik heb al gezien dat je vrijwel over rondom het stadion kunt rondlopen en kan me haast niet voorstellen dat er geen enkele ingang open is. Dus daar gaan we: fanshop uit, rechtsaf, poortje door, trapje af, trapje op en kijk aan: we staan al op de tribune!


En we zijn weer binnen!

Lopend over de hoofdtribune denk ik aan de rijke historie van deze club. De Europacup II finale in 1993 op Wembley kan ik me nog goed herinneren. Des te meer doordat Parma die dag in actie kwam tegen Royal Antwerp waar de latere Fortunees Wim Kiekens meespeelde. Maar ook de andere twee gewonnen Europacups en spelers als Gianfranco Zola, Faustino Asprilla, Hernan Crespo en Dino Baggio schieten even door mijn gedachten. En dat is nog maar een fractie van de topspelers die hier in de loop der jaren over het veld hebben geraasd. Enkele jaren geleden kwam de club echter in zeer zwaar weer door financieel wanbeleid. En zo werd het roemruchte Parma in 2015 failliet verklaard. De club maakte wel een doorstart onder de naam Parma Calcio 1913, maar werd evengoed teruggezet naar de Serie D.


Genieten in Parma

Het verblijf in de Serie D was van korte duur: direct werd Parma kampioen en nog ongeslagen ook. Afgelopen seizoen werd de weg omhoog verder ingezet. Een tweede plaats achter kampioen Venezia was helaas niet voldoende voor rechtstreekse promotie, maar wel voor de play offs. Daarin werden tot dusverre Piacenza en Lucchese al verslagen. Op het moment van schrijven moet de halve finale tegen Pordenone nog plaats vinden. Wint Parma dat duel, dan zou de finale wel eens tegen buurman en rivaal Reggiana kunnen gaan. Dat het voetbal nog steeds enorm leeft in Parma, blijkt wel uit het gemiddelde aantal van ruim tienduizend toeschouwers dat bij de thuiswedstrijden aanwezig is. Van de zestig clubs op het derde niveau doet alleen Lecce het beter.

Reggiana en Parma zijn geen vrienden van elkaar

Op de tribune heb ik inmiddels een programmaboekje gevonden. Nadere bestudering leert me dat dit over de finales van het kampioenschap Onder 19 in Italië gaat. Bij de jeugdcompetitie is Italië opgedeeld in drie regio’s. De nummers 1 en 2 van elke regio gaan naar de finalerondes. Dat zijn dit jaar Juventus, Fiorentina, Atalanta Bergamo, Inter Milan, Lazio Roma en Chievo Verona. Uit een soort play off ronde zijn daar AS Roma en Sampdoria nog bij gekomen. In de stadions van Parma en het kleine stadion van Reggio werden afgelopen weekend de kwartfinales gespeeld. In Parma kon het publiek genieten van Fiorentina – Atalanta en AS Roma – Lazio. De halve finales en finale worden gespeeld in het Mapei Stadium in Reggio Emilia. Vandaar dus de tv-wagens die ik een uurtje eerder in Reggio zag staan. Uiteindelijk zou Inter Milan op zondag 11 juni in de finale Fiorentina met 1-2 verslaan.

In de catacomben onder de curva Nord (waar de fanatieke Parma-aanhang zit) kom ik enkele zeer fraaie muurschilderingen tegen. Daarnaast valt mijn oog op een gedenkteken waar ook een aantal sjaals van andere voetbalclubs is opgehangen. Eenmaal thuis leer ik via een korte zoektocht op internet dat het hier om een gedenkteken voor Matteo Bagnaresi gaat. Bagnaresi was lid van de fanatieke ‘Boys Parma 1977’ en overleed in 2008 nadat hij op weg naar een wedstrijd op een parkeerplaats langs de autoweg werd aangereden door een bus vol Juventus-aanhangers. Naast het gedenkteken werd de noord-tribune naar Bagnaresi vernoemd en is er een prachtige muurschildering van hem gemaakt.

Gedenkteken en muurschildering Matteo Bagnaresi

De Parma-fans houden van wall art

We hebben inmiddels twintig minuten door het stadion geslenterd en het wordt langzaam tijd om deze trip af te sluiten. Bij het wegrijden komt ons op de parkeerplaats een Nederlandse auto tegemoet gereden. We draaien beiden onze raampjes omlaag waarna ik de man vraag of hij ook een kijkje in het stadion komt nemen. Zijn antwoord is nogal verrassend ‘Nee, mijn vader zit hier in het bestuur. Hij werkt voor Parmalat‘. Hij vertelt kort over de financiële problemen die de club gekend heeft en noemt de waanzinnige salarissen als een van de oorzaken van die problemen. Zo verdiende Crespo hier een aantal jaar geleden tussen de zes en zeven miljoen euro per jaar. Hij vertelt dat het inmiddels wel weer wat beter met de club gaat en dat ze gepromoveerd zijn. Dat klopt echter niet, Parma zit wel nog volop in de race. Op internet heb ik tot op heden ook geen Nederlandse naam gevonden die gelinkt is aan Parma of Parmalat, dus met wiens zoon ik nu precies heb gesproken? Wie het weet mag het zeggen.

We willen net aan de terugreis naar ons appartement beginnen als ik bedenk dat ik toch nog even een foto van het entreehokje wil maken. Daarbij trek ik aan het stuur van de auto en manoeuvreer deze vakkundig in een parkeervak langs de weg. Helaas schat ik daarbij de diepte van de putdeksel en de hoogte van de stoeprand niet helemaal goed in, waardoor het rechter voorwiel van de auto een flinke knal krijgt. Gelukkig loopt deze actie zonder noemenswaardige schade af.


De entree die me bijna een voorwiel kostte

Als we Parma weer uitrijden passeren we ook het stadion dat we op de heenreis zagen liggen. Het blijkt bij nader inzien een rugby-stadion te zijn. Die staat echter niet op mijn wensenlijstje voor vandaag, waardoor we zonder te stoppen door rijden. Anderhalf uur later rijden we de parking van ons appartement weer op. We zijn zeven uur en 350 kilometer verder en tot mijn grote tevredenheid in alle vijf de stadions binnen gekomen. De keuze om op een werkdag te groundhoppen bleek een goede te zijn. Daarnaast helpt het ook wel als je je een beetje fatsoenlijk gedraagt en je laat zien dat je enigszins moeite wilt doen om een paar woorden Italiaans te praten (al stelde dat in mijn geval vrij weinig voor). Kortom: een zeer geslaagde dag en bezochte stadions die ik elke Italië-ganger van harte aan kan bevelen. Arrivederci!