Kan een dag beter worden samengevat dan door dit Gentse gezegde? Groundhoppen in een verzengende hitte is geen pretje, maar ach, we ‘neute’ niet. ‘Pleuje’ doen we al zeker niet, want 15 uur, ongeveer 500 kilometer en 300 foto’s later zijn we 14 ‘stadions’ rijker. Zelfs het verkeer heeft ons niet dermate gefrustreerd dat we zijn gaan ‘neute’ of ‘pleuje’. En dat is een prestatie van formaat!

 


 

Inleiding
Het is in de vroege ochtend van 25 juni als mijn wekker zachtjes in mijn oor fluistert dat het tijd is om op te staan. Weken geleden hebben we namelijk afgesproken om deze dag te gaan groundhoppen in het Waasland en aangrenzend gebied. Links en rechts liggen namelijk nog wat pleinen op ons te wachten om ontdekt te worden.

Na een verkwikkende douchebeurt, een kop koffie en een stapel boterhammen om u tegen te zeggen trek ik de voordeur achter me dicht. Eindelijk. Al de hele week werden de nachtjes afgeteld en nu is het dan zover. Als we in Geleen de A76 oprijden, vervoegen we ons niet richting E314, maar gaan rechtdoor, up north. In het noordelijkste puntje van de fraaie Westelijke Mijnstreek pikken we en passant nog even onze rector magnificus op.

De verleiding is levensgroot om belletje te trekken bij de Beer van Born, maar worden nog juist gecorrigeerd door de vierde metgezel. Waarom eigenlijk? Voetbalhumor is toch van alle tijden? Dus ook van 06.45 uur.

Liaison (132 km)
Weer enigszins terug bij positieven deel ik eerst nog de uitkomsten van het TOF-overleg, de avond nadien. Lang duurt dat echter niet, want we koersen namelijk op kruissnelheid af op het knooppunt bij Lummen. Een ferme bocht naar rechts brengt ons op de E314. Antwerpen, we komen!Dat ‘komen’ gaat iets trager dan van tevoren verondersteld, want nabij Massenhoven is het aanschuiven. Dat gaat door tot voorbij Ranst, daar waar de autosnelweg uit Eindhoven op de E314 aansluit.

In een slakkengang zet de reis zich voort. Het is juist voorbij 08.00 uur en de ochtendspits neemt een vlucht. Niets zo vervelend als files op het moment dat je deze niet kunt gebruiken. Na het overleven van de Kennedytunnel zijn we nog een zucht verwijderd van ons eerste doel: De Freethiel.

Koninklijke Sportkring Beveren (Stamnummer 2300)

Na het verlaten van de autostrade voorbij Antwerpen is het nog een redelijk zoekplaatje vooraleer we in Beveren zijn. Maar dat geeft niet, nu kennen we ook alle inns en outs van het dorpje Haasdonk. Bij het oversteken van het spoor zien we in de verte al een enkele lichtmast tussen de bomen schitteren. Onze groundhopneuzen ruiken nu bloed en op de reuk wordt de Klapperstraat bereikt. Parkeren is in deze straat niet zo eenvoudig, maar aangezien het lekker weer is, nemen we een wandeling van enkele minuten voor lief. Een drukke straat overigens. Dat merken we als we van midden op deze straat foto’s maken van de mooie entree. Van ‘Freethiel’ wordt geen melding gemaakt. Men spreekt hier over het ‘Gemeentelijk Voetbalstadion’.De poort is hermetisch dicht, dus dat noopt tot omlopen. Via Meerminnendam komen we uit bij de hoofdtribune. Daar staat een poortje open en plots staat we in de oude hoofdtribune. Als we naar links kijken, zien we een joekel van een staantribune. Wat zal het daar gezellig zijn als het vol is! Aan de rechterzijde doemt een onoverdekte staantribune op. Daarin is ook het bezoekersvak gesitueerd. Recht vooruit kijken we beter niet, want daar is men drukdoende een wanstaltige betonnen kolos neer te zetten. Zitjes, skyboxen, business lounges, en wat dies meer zij, het komt allemaal terug in deze tribune. Wat ontzettend jammer dat de vorige, Engels aandoende tribune is verdwenen. Maar, de onoverdekte staantribune achter één van de doelen maakt veel goed. Deze staantribune heet in de volksmond trouwens ‘Den Berg’.


De staantribune achter het doel doet elk groundhophart sneller kloppen

Dit stadion dankt haar naam aan Frederik Thielemans die op deze plek een wielerbaan uitbaatte. Lang voordat er sprake was van voetbal werden hier fameuze baanwedstrijden gehouden. Nadat deze discipline van de wielersport in populariteit inboette, stopte Thielemans zijn activiteiten en schonk de grond aan de pas opgerichte Sportkring Beveren. Als blijk van waardering voor deze geste werd het stadion Freethiel genoemd.


De betonindustrie heeft hier haar slag thuis gehaald

SK Beveren heeft grote successen gevierd in dit stadion. Het heeft bekers gewonnen en is tot tweemaal toe kampioen van België geworden. Van het begin van de jaren 80 (de succesperiode van SK Beveren) dateert ook haar bijnaam ‘Klein Anderlecht’. Deze naam doet de ploeg inmiddels weinig eer meer aan, want de club bivakkeert in de Tweede Klasse. De nieuwe tribune zal voor nieuwe financiële impulsen moeten zorgen en de club terugbrengen naar de hoogste afdeling. Het is wrang te moeten vaststellen dat de projectleider van de bouw een Nederlander is. Sterker nog, hij is een plaatsgenoot van enkele Lateral Boys. Erger nog, hij is een teamgenoot van één van hen. Dju toch, wat kunnen mensen toch soms hard zijn voor elkaar!

Football Club Nieuwkerken Sint-Niklaas (9264)

Na een half uurtje cultuursnuiven gaat de reis verder richting Nieuwkerken. Via de achterdeur verlaten we Beveren en rijden een tiental minuten door het Wase niemandsland. Zo komen we uiteindelijk in Nieuwkerken-Waas uit. Plaats van handeling is de Meesterstraat. Van daaruit rijden we via de Kleine Uilenwegel de parking van deze Derde Klasser op.Het is niet meteen de plek waar elke voetbalromanticus wegsmelt, maar niet langsgaan is ook zonde. Al is het maar vanwege de clubkleuren van FCN Sint-Niklaas: geel/groen. De hoofdtribune is aardig nieuw en aan de bovenzijde voorzien van een vip-ruimte. De kuisvrouw die de boel flink onder handen aan het nemen is, staat ons toe foto’s te nemen. Ze zegt aangeworven te zijn om te poetsen en verder ‘van niets te weten’. Inderdaad, zelfkennis is het begin van alle wijsheid, ook voor deze blonde madame.


Geelgroene kuipjes genieten van de Wase ochtendzon

Achter beide doelen heeft de club een sponsorwand opgetrokken, iets waar een deel van de dienstdoende groundhoppers geen genoeg van kan krijgen. De absurditeit van sommige reclamepanelen is een lust voor het oog! Aan de overzijde van de hoofdtribune staat een overdekte staantribune. Als we in een hoekje binnentreden, passeren we eerst Vak C. Juist ja, men hanteert dezelfde benaming als Fortuna. Uiteraard met uitzondering van de vermaledijde Frans Körver-tribune. Die is, helaas, enig in haar soort.Roger Reijners zou dit stadion betitelen al ‘geneuzel’ en niet veel langer dan noodzakelijk stappen we terug in onze auto. Op naar domein Puyenbeke!

Koninklijke Voetbalclub Red Star Waasland (Stamnummer 4068)

Vanuit Nieuwkerken-Waas is het maar een handvol kilometers vooraleer je in Sint-Niklaas terecht komt. Via de Pastorijstraat, Turkyen en de Klapperbeekstraat bereiken we het contrum van Sint-Niklaas. Het centrum wordt ontsierd door een grote betonnen bak die boven alles en iedereen uittorent. Het gaat hier om de spoorlijn die Antwerpen met Gent verbindt en dwars door deze Wase stad loopt.Als we onderdoor de cinema rijden staat ‘Puyenbeke’ reeds aangegeven. De Plezantstraat komt in zicht! Het lijkt
wel of de gemeentelijke diensten van tevoren hebben geweten dat we hier moeten zijn, want het krioelt er van de wegafsluitingen. Na enig puzzelwerk bereiken we dan toch de parking die ons toegang verschaft tot het stadion. Bij het binnentreden worden we verwelkomd door een ietwat overenthousiaste Eddy Verschueren. ‘Wat komen jullie doen? En mogen jullie hier zonder toestemming wel foto’s nemen? Van welk ministerie zijn jullie eigenlijk?’. Blijkbaar zijn omgangsvormen niet de beste kant van deze persoon. Vier mensen tegelijkertijd aan zijn balie en het potje kookt prompt over. Het is vervolgens Vincent Kiekeman die redder in nood komt spelen.Aan hem wordt in alle rust uitgelegd wat we komen doen en hij is wel voor rede vatbaar. Vanuit zijn kantoor tovert hij een sleutel tevoorschijn welke ons toegang verschaft tot de hoofdtribune. De hoofdtribune is voorzien van rode en gele zitjes en ziet er keurig uit. Achter de doelen hebben de tribunes plaats moeten maken voor grote sponsorborden. Geen nood; er komen per wedstrijd maximaal 2.500 toeschouwers naar het stadion.


Na bier, frieten en pralines staat België bekend omwille van haar sponsorwanden

Ondertussen verhaalt Vincent Kiekeman over zijn bezoek aan Virton. In het putje van de winter werd er bij een temperatuur van -3 graden Celsius met 0-1 gewonnen. Hij is blij dat ‘Les Verts’ zijn gedegradeerd; zo is Red Star tenminste van een lange verplaatsing af. Maar niet alleen in Virton komt hij liever niet, ook Ronse behoort niet tot zijn favorieten. Het stadion van SK Ronse is volgens hem nu niet het meest moderne plus het bereiken van Ronse is geen sinecure. We kijken elkaar eens aan en lezen maar één vraag in elkaars ogen; ‘Moeilijke baan of niet, wanneer trekken we naar Ronse?’.Nadat we de overige clubs in Tweede Klasse hebben doorgenomen met deze enige full-timer van Red Star (op kantoor althans) lopen we onder begeleiding naar de andere zijde van het Puyenbeke Stadion. Immers, de tribune aan de overzijde moet ook nog worden geïnspecteerd. Als we binnen zijn, blijkt dat er een noodtribune in de oorspronkelijke tribune staat en dat is toch wel jammer. Anderzijds, een stadion moet nu eenmaal zitplaatsen hebben en daar heeft de club dan ook voor gezorgd.


Red Star Waasland heeft haar zaakjes goed voor elkaar!

De Wase Wolven zijn afgelopen seizoen als vierde geëindigd en dat is best knap. Alhoewel, zo zie je maar waar solide beleid toe kan leiden! Ons aller Fortuna kan hier een voorbeeld aan nemen, al is de club op de goede weg.Als we het stadion verlaten, staat het liefje van Vincent Kiekeman ons al op te wachten. Ondertwijl dat we richting auto lopen, brabbelen zij in een voor ons onverstaanbaar dialect wat tegen elkaar. Een voorbode voor hetgeen nog zal volgen…Na het uitwisselen van calling cards worden we nog gewaarschuwd voor hetgeen we in Lebbeke gaan aantreffen. Niet veel bijzonders, aldus Kiekeman. Maar ja, dat bepalen we nog altijd zelf. Maar voordat we in Lebbeke zullen aankomen, moeten we eerst nog langs een resem andere pleinen. Op naar Hamme!

Koninklijke Football Club Vigor Wuitens Hamme (Stamnummer 211)

De route van Sint-Niklaas naar Hamme is een erg simpele. Vanuit de Plezantstraat sturen we linea recta richting expresweg N41. Na een tijdje deze baan gevolgd te hebben, komen we vanzelf in Hamme uit. Een paar keer links en een paar keer rechts afslaan is voldoende om het stadion te bereiken. Achter het stadion ligt een zwembad. Nu ja, het is niet zomaar een zwembad, nee, het is het gemeentelijk verwarmd openluchtzwembad! Ik mag hopen dat de chauffage niet aanstaat, want in onze auto is het alvast tropisch. Na het uitstappen verlaten we razendsnel de parking, want Nederlanders en zwembaden; in deze periode een veelal ongelukkige combinatie.De poort van het Gemeentelijk Stadion staat zoals te doen gebruikelijk open, al valt het binnenstappen niet echt mee. Er zijn namelijk flinke grondwerken aan de gang. Eenmaal binnen lopen we ons vaste rondje maar deze keer worden we hier niet warm of koud van. Het stadion straalt weinig uit, als we eerlijk zijn. Achter beide doelen kan gebruik worden gemaakt van een staantribune, evenals aan de lange zijde. Slechts de hoofdtribune is voorzien van zitjes.


De hoofdtribune van VW Hamme is een vrij standaard bouwsel

Het is moeilijk voor te stellen dat het hier op wedstrijddagen gezellig is, al weten we dat natuurlijk niet zeker. Misschien eens navragen bij Olivier Schuddinck. Deze aalvlugge winger was ooit op proef bij Fortuna, maar kon na een week zijn biezen alweer pakken.Bij het naar buiten lopen passeren we nog de redactie van Vigor Wuitens. Ondanks dat we erg benieuwd zijn wat in dit gebouwtje wordt gefabriceerd, dringt de klok ons om door te gaan. Het gaat namelijk al tegen de klok van 11.00 uur en we zijn nog niet eens op de helft van onze route!Vanaf het stadion van VW Hamme rijden we zowat terug zoals we ook zijn gekomen. In feite rijden we een rondje tussen Antwerpen, Gent en Brussel, maar juist in Hamme kunnen we de cirkel verbreken. Omdat we dat niet doen en een stuk terugrijden, kunnen we nog een aantal stadions extra bezoeken. LB-logica in een notedop, waarvan akte.

Koninklijke Sporting Club Lokeren Oost-Vlaanderen (Stamnummer 282)

Na enige tijd nemen we de provinciale weg naar Gent. We rijden echter niet door tot in Lokeren, maar buigen al eerder af, richting Daknam. Daar ligt namelijk het gelijknamige stadion van Sporting Lokeren. In dit plaatsje, net buiten Lokeren, bouwt de gemeente in 1960 een stadionnetje dat later de vaste speelplaats wordt van de nieuwe fusieclub. Op 30 juli 1970 is het dan zover: de Koninklijke Standaard Football Club Lokeren (Stamnummer 1783) fuseert met de Koniklijke Racing Club Lokeren (Stamnummer 282). De Koninklijke Sporting Club Lokeren is geboren.Als we onze auto parkeren, lopen we Wlodimierz Lubanski tegen het lijf. Deze Pool won tijdens de Olympische Spelen van 1972 goud met de Poolse Olympische ploeg en is thans assistent-trainer van Lokeren. Daar waar wij arriveren, stapt hij in zijn Mercedes en verdwijnt spoorslags.Het lijkt erop dat de training juist is afgelopen, want rondom het stadion heerst bitter weinig activiteit. Dan maar even een rondje lopen, want ergens moet toch een deur openstaan? Inderdaad, na permissie van de terreinverantwoordelijke mogen we binnentreden. Deze knaap levert erg goed werk af, want het veld ligt er voortreffelijk bij! Egaal, groen, en exact de juiste hoogte. Heerlijk om hier eens op te mogen voetballen. Ook qua stadion beschikt Lokeren over een niet te versmaden bouwsel. De plek die ooit werd ingenomen door de Belgische Vereniging voor Windhondenrennen is in de jaren nadien omgetoverd tot een prachtig complex.


De hoofdtribune reikt tot halverwege het speelveld. Vreemde zaak!

De hoofdtribune oogt wat klein en het is er stoffig, maar de aangebrachte leren fauteuils maken het kijken naar een match erg aangenaam. Ook aan de overzijde staat een mooie tribune. Op de begane grond beschikt Lokeren over staanplaatsen, een etage hoger kan men zittend het voetbal aanschouwen. Niet te groot, niet te klein, juist goed. Erg knus en gezellig ogend.


De bezoekende supporters worden met een dergelijke tribune flink in de watten gelegd!

Het uitvak bestaat eveneens uit een tribune met twee etages. Onderaan kunnen 3.400 mensen
staan, bovenaan kunnen er 928 zitten. Dat plus het feit dat het geheel in een bosrijke omgeving ligt, maakt dit complex een bezoekje meer dan waard.Na ons vertrek uit Lokeren maken we ons op voor de rit naar de metropool en provinciehoofdstad van Oost-Vlaanderen: Gent. Vanuit Lokeren rijden we over provinciale wegen richting E17, de autostrade die Antwerpen met Gent verbindt. De afgelopen uren hebben we weinig van de wereld om ons heen meegekregen en leek het wel of we in een soort niemandsland vertoefden, maar de E17 is duidelijk een ander paar mouwen. Het is een drukte van belang op deze driebaans autosnelweg. Zeer veel vrachtverkeer, maar dat is ook niet vreemd als je kijkt naar het karakter van beide steden.

Koninklijke Racing Club Gent-Zeehaven (Stamnummer 11)

Na een tijdje (de route tussen beide stadions bedraagt toch zo een 30 kilometers) verlaten we ter hoogte van Gentbrugge de autosnelweg. Inderdaad, we zitten in een deelgemeente van Gent.

Gent is door de eeuwen heen altijd een handels- en industriestad geweest. Ook niet vreemd natuurlijk, want in Gent vloeien de rivieren de Schelde en de Leie in elkaar over. Tegenwoordig neemt de zeehaven een prominente plaats in de Gentse economie in. Na Antwerpen en Zeebrugge is dit de derde grootste haven van Vlaanderen. In 1827 werd het Kanaal Gent-Terneuzen geopend en vanaf dat moment mocht men de haven categoriseren als zeehaven.

Deze prachtige stad met haar vele toeristische trekpleisters laten we links liggen, aangezien de stadions van beide Gentse clubs een beetje aan de rand van Gent liggen.Vanaf de E17 strekt de afrit zich uit tot aan de Braemkasteelstraat. In het verlengde van deze straat ligt de Emanuel Hielstaat, tevens de naamgever van het stadion van KRC Gent-Zeehaven. Parkeren is geen probleem. Ook hier lijkt het wel uitgestorven, al doet een gemeentewerker nog een poging het veld in orde te krijgen. Eigenlijk is de staat hiervan even deplorabel als de rest van het stadion. De hoofdtribune met VIP-gebouw valt nog wel redelijk te pruimen, maar de rest van het complex is oud en vervallen.


De stoffige en vervallen achterkant van de staantribune langs de korte zijde

Aan de andere kant, hoe vaak zul je anno 2009 nog een dergelijke accommodatie aantreffen? Als we achter één van de doelen lopen, worden we meegenomen naar de vorige eeuw. Links en rechts brokkelt het beton al langzaam af en tiert het onkruid welig. Maar de staantribune aan de overzijde is van een zeldzame schoonheid. Nu ja, was. Het gebogen dak is toch wel speciaal en ook het feit dat er een soort ‘knip’ in de tribune zit is apart. Het doet terugdenken aan onze eigen Baandert. De Noordtribune ervan was ook niet ‘recht’, maar dat waren twee schuine delen die tegen elkaar aan waren geplakt ter hoogte van de doelmond.


De zeer aparte en markante staantribune aan de lange zijde

Aan de uiteinden van de staantribune bevinden zich trappen die toegang verschaffen tot een andere staantribune. Ook deze is identiek als bij onze Baandert, met uitzondering van de speciale dakconstructie. Rondom het stadion ligt een soort promenade, al kun je het ook bezien als een gravelpad.De supporters van KRC Gent-Zeehaven zullen het wel niet graag horen, maar na een twintigtal minuten laten we de boel de boel en vetrekken naar grote broer AA Gent.

Koninklijke Atletiekassociatie Gent (Stamnummer 7)

Groot of niet, KRC Gent-Zeehaven claimt de oudste club uit het Gentse te zijn. Reeds in 1899 werd de voorloper van KRC Gent-Zeehaven opgericht, Racing Club de Gand. Echter, zonder over een voetbaltak te beschikken kreeg AA Gent stamnummer 7 toegewezen, aangezien Association Athlétique La Gantoise reeds in 1864 werd opgericht. Met andere woorden, het stamnummer van AA Gent is lager, en aldus is deze club ouder.Tussen beide stadions ligt slechts anderhalve kilometer en nadat we onder de E17 zijn doorgereden doemen tussen de huizen al de lichtmasten op. Het Jules Otten Stadion ligt midden in een woonwijk. Je waant je op het Britse eiland.


De Bruiloftstraat is welhaast de mooiste straat van Gentbrugge!

De ingang aan de Bruiloftstraat zit potdicht, dus ook hier dienen we om te lopen. Aan de zijde van de Buffalo Corner (‘De Buffalo’s’ is de bijnaam van AA Gent) is de dienst ticketing gehuisvest. Navraag leert ons dat er ergens een map met een levensgrote sleutelbos rondloopt en ons ongetwijfeld wel even zal rondleiden door het stadion. De dienstdoende kaartjesverkoper weet echter niet dat de ‘L’ in LB staat voor ‘loper’, want de eerste de beste poort krijgen we open.

Via een trapje betreden we Tribune I. Van daaruit heb je perfect zicht op de zittribune achter het doel waar steevast de meest fanatieke Buffalo’s samentroepen. De soort van noodtribune is niet de meest mooie, maar het lage dak zal er zeker voor zorgen dat het hier erg gezellig kan zijn. Het ontbreken van hekken of plexiglas platen is een grote pré. Perfect zicht op het speelveld dus!

In Tribune I bevinden zich 17 loges en ook die willen we wel eens van binnen zien. Nadat we hiervoor toestemming hebben gekregen van twee stadionmedewerkers (‘Ge moogt zelfs met de lift gaan’; voorgaande zin is de strekking van het verhaal in onverstaanbaar Gents dialect), beklimmen we de enorme tweede etage. Hier bevinden zich 2.200 zitjes. Het biedt perfect zicht op de rest van het stadion en de omgeving van Gentbrugge. Komend seizoen zullen vrijwel alle zitjes zijn bezet. Wat zal hier voor ambiance heersen? Aan de overzijde zien we een enorme sleutelbos glinsteren in de stralende zon, hangend aan de broek van de sleutelbosman.


De tribunes, de omgeving; we hebben te maken met een heuse voetbaltempel!

Ook de loges op de eerste etage worden geïnspecteerd. Het maakt al met al toch een uitgeleefde indruk op ons. Kan natuurlijk ook niet anders, aangezien aan de andere kant van Gent het hypermoderne Arteveldstadion wordt gebouwd. Waarom moet een club dan nog zwaar investeren in de huidige accommodatie?Als we weer afdalen naar de begane grond lopen we via het uitvak naar de andere grote tribune, Tribune III. Deze tribune stamt van 1992. Langs het veld kunnen supporters zittend de wedstrijd volgen. Tussen de begane grond en het bovendek bevinden zich 516 business-seats. Het ziet er aardig indrukwekkend uit en het is zonde dat dit gebouw er over een aantal jaren niet meer zal staan.


Laat niemand het in zijn hoofd halen om dit juweel van een tribune ooit te slopen!

Bij het naar buiten lopen schudden we nog een rondo met een tennisbal uit onze mouw en worden we haast verleid tot een bezoekje aan Café Buffalo. In de aanloop van deze trip hebben we de roman ‘In de Knoei’ van Herman Brusselmans tot ons genomen en vragen ons af of dit café als decor voor zijn roman heeft gediend. We zullen het nooit weten…Omdat de gemoedstoestand van onze maag parallel loopt met die van onze geest besluiten we een lunchpauze in te lassen. Opnieuw stappen we in onze snikhete voiture, op weg naar een valabel alternatief voor onze eigen keuken.

Lunchpauze. Ondanks dat we de avond voordien nog een halfuurtje aan onze centrifuge hebben gehangen, moeten we even aansterken. Over een paar dagen gaan we verder met ‘Nie neute, nie pleuje, Deel II’.