Na een bezoek aan onze Oosterburen viel onze keuze nu op die andere buren. Het eerste weekend van de eindronde staat op het programma en dat staat traditioneel gerant voor spektakel. Is het niet op het veld, dan wel achter de welbekende groene tafel. Welkom in België!

 

 


Proloog

Het zal ergens tegen het einde van de jaren 80 zijn geweest dat ik samen met mijn papa, mijn mama en mijn zus in de auto stapte om naar Maastricht te rijden. Het was in die jaren gemeengoed om jaarlijks de huis-, tuin- en keukenbeurs ‘Alles voor Eva’ te bezoeken. De Eurohal stond jaarlijks op zijn kop als dit circus de provinciehoofdstad aandeed. Allerlei zaken waren er te koop, van pannensets tot stofzuigers, servies en weet ik niet wat nog allemaal.

Tijdens één van deze bezoekjes waren mijn ouders zo vriendelijk om mij een abonnement op Voetbal International cadeau te doen. Degene die zich dat heeft laten invallen verdient een pluim. Eindelijk had ik dat stukje achtergrondinformatie waarop ik misschien al zo lang zat te wachten. Tot dat moment kwam ik niet verder dan het lezen van het sportkatern van De Limburger (de tijd dat er linksbeneden nog dagelijks een ‘bloemetje’ werd afgedrukt) en werd ik elke maandagochtend op de ROZ (Regionale Omroep Zuid; de voorloper van L1) op sportgebied bijgepraat door het zangerige stemgeluid van Jean van Hoof.

Als de VI op woensdagmiddag op de deurmat plofte bladerde ik steevast door naar zowat het midden van het blad. Daar zat namelijk het katern ‘Buitenland’ vastgeniet aan de rest van het blad. Dit katern, gedrukt op iets steviger, blauw papier, begon zoals het hoort: bij de ‘B’ van België. België was voor veel Nederlanders het beloofde land en werd steevast flink belicht. Clubs als R. Antwerp FC, Germinal Ekeren, RWDM en Club Luik speelde toen nog mee in Eerste Klasse; momenteel bivakkeren zij in de kelder van het Belgische voetbal.

In 1992 zag ik plots Boom in de rangschikking verschijnen. ‘Ha ha, er is een club die de naam ‘Boom’ draagt’, zal ik toen zeker gedacht hebben. Meteen het signaal om De Grote Bosatlas uit de kast te nemen, want misschien is er wel een plaats die zo heet. En ja hoor, Boom is de naam van een klein plaatsje aan de rivier de Rupel, vlak onder de rook van Antwerpen! Lang duurde het verhaal van Boom in Eerste Klasse niet. Na één seizoen degradeerden ze weer om nooit meer terug te keren. Het haalde drie punten te weinig om haar behoud te verzekeren. In die tijd was nog sprake van een tweepuntensysteem, dus drie punten was een aardige kloof. Maar ja, die kolderieke naam, het bleef al die jaren in mijn hoofd zitten.

Rupel Boom – Eendracht Aalst

‘Zullen we volgende week naar Eupen KVSK United gaan kijken?’, wordt me tussen neus en lippen door gevraagd. ‘Mijn God, Eupen, wat gaan we dáár dan zoeken? Dat is toch een a-typisch voetbalstadje waar Duits wordt gesproken? De enige verlokking in Eupen is toch de fabriek van Chocolade Jacques? Dan lijkt me Boom  – Aalst een betere keuze’. En warempel, mijn voorstel wordt unaniem aangenomen. ‘Boom’, 18 jaar nadat de naam een eerste keer in mijn leven is voorbij gekomen gaat het dan eindelijk lukken: ik ga een match zien van de plaatselijke voetbalclub!

Omdat we in de zomer een bezoekje hebben gebracht aan Eendracht Aalst zijn we al een klein beetje op de hoogte. Boom, door een fusie omgedoopt tot Rupel Boom, heeft maandenlang de forsing gevoerd in de Derde Klasse A. Eerste achtervolger Heist lijkt voor niks te spelen, want Boom lijkt schier ongenaakbaar. Na een paar speelrondes sluipt ook Eendracht Aalst naar boven. De stroeve start heeft gezorgd voor een trainerswissel en dat lijkt goed uit te pakken. Kampioen spelen is voor de Ajuinen wat te hoog gegrepen, maar de eindronde moet zeker tot de mogelijkheden behoren.

Drie speelrondes voor het einde gaat het alsnog mis voor Boom. Van Eendracht Aalst wordt met 1-3 verloren en daarmee lijkt Boom mentaal te knakken. Als vervolgens bij Torhout gelijk wordt gespeeld, is het kampioenschap voor Heist. Op de laatste speeldag komt Heist nog wel op bezoek, maar het gat is inmiddels vier punten. Het is extra zuur omdat Boom tussendoor nog drie punten zijn afgenomen vanwege de beroepszaak van Willebroek. Zij zouden een niet-gerechtigde speler hebben opgesteld en speelden hierdoor drie punten kwijt. Vlak voor de slotdag van de competitie won Willebroek echter de beroepszaak, waardoor de punten van Boom weer naar Willebroek gingen. Wie kan er nog volgen?

Voorafgaand aan de match heb ik nog even contact met Chris van Bossuyt, stadionomroeper van Eendracht Aalst. ‘Ja hoor, Aalst is wel favoriet. Binnen de selectie van Boom is flinke ambras uitgebroken na het verspelen van de titel. Daarnaast zijn er enkele zwaar gekwetsten en is topschutter Stavros Glouftsis (goed voor 24 goals) vertrokken naar de Verenigde Staten. De eindronde leeft enorm in Aalst!’. Dat klinkt dus bemoedigend, ook al omdat hij aangeeft dat er ongeveer 1.500 supporters zullen meereizen. Niets staat dus een weerzien met de Ajuinen in de weg!

Het is goed weer als we over het Belgische asfalt zoeven. ’s Ochtend heeft er nog een vrachtwagen op de Antwerpse Ring gestaan, maar die zal nu toch wel zijn gedepanneerd? Inderdaad, de Antwerpse Ring kent nauwelijks nog geheimen voor deze stilaan doorgewinterde groundhoppers. Juist voorbij Berchem slaan we af richting Wilrijk en Boom, waarna de autostrade overgaat in een soort Expressweg. We rijden langs het Nachtgalenpark in zuidelijke richting. Het is de eerste maal dat ik deze baan passeer, maar ik geniet volop! Het uitzicht is prachtig. Aan de horizon openbaart zich een grote leegte waardoor het lijkt dat je richting kust rijdt. Heel apart. De foeilelijke gebouwen aan weerszijde van deze weg interesseren mij een beetje minder.

Als aan de linkerzijde het Algemeen Ziekenhuis Heilige Familie opdoemt is het tijd om halt te houden. Nadat het stoplicht op groen is gesprongen steken we de A12 over, de ’s Herenbaan op. Het stadion ligt binnen handbereik. Nadat we iets voorbij de Acacialaan hebben gekeerd, parkeren we op de parking van het ziekenhuis. Een prima locatie! Links en rechts lopen al mensen met een blauwzwarte shawl om hun nek geknoopt en het is een kwestie van je te laten meezuigen in de mensenmassa.


Joepie, we zijn in Boom!

Juist voorbij de kruising torent de fameuze hoofdtribune al boven de huizen uit: het Gemeentelijk Parkstadion bereikt! Door een labyrint van dranghekken komen we uit bij de kassa’s die onder de hoofdtribune zetelen. Na lang wikken en wegen (uitvak of geen uitvak?) valt de keuze op de overdekte zittribune. De Peter Timofeeff onder ons verwacht een regenbui en dan is het beschikken over een overdekte plek wel zo fijn. Voor een schamele € 12 zijn we de man.


De Boomse nouveau riche koopt haar ticket

Gelukkig zijn we in het stadion vrij om te gaan en te staan waar we willen. Het uitvak is weliswaar onbereikbaar, maar dat maakt niet uit. Snel even over de uitgebreide Kurve lopen; er is niks mooiers dan dat.

Schuin achter het doel is een soort keet gemetseld die dienst doet als taverne. Nou ja, ‘taverne’ dan maar. Er is geen bier van het vat, maar wel uit fles. Er is ook een ruime keuze aan frisdranken. Helaas is er niks te eten, daarvoor moet je in de zittribune zijn. En dat klopt. Na een korte wandeling bereiken we de zaal onder de zittribune en dat is een echt voetbalhol. Het is er warm, het ruikt naar bier, zweet en rook en aan de muren hangen foto’s en shawls van Rupel Boom en haar voorganger FC Boom. In een hoek van de zaal is een eetgelegenheid voorzien.


Pronkstuk van het Gemeentelijk Parkstadion

De Goodyear-Commissie is deze zondagnamiddag goed gehumeurd en trekt met een brede glimlach haar witte jassen aan. Dit aanbod schreeuwt gewoon om een strenge edoch rechtvaardige beoordeling. De keuze is enorm. Niet alleen kan gekozen worden voor een broodje kaas, préparé of Hesp (allemaal € 2), er zijn ook hotdogs (eveneens € 2) en smos (€ 2,50). Voorzichtig als we zijn kiezen we voor een hotdog.In de tijdspanne dat wij op onze hotdog wachten zit aan de linkerkant een ferme madame broodjes te smeren in een tempo waar je bang van wordt. Van haar lichaamshygiëne worden we ook bang.

Dat de match op punt van beginnen staat en er weinig klandizie voorhanden is deert niet. Alle pistolekes moeten gewoon gesmeerd en belegd worden. Er liggen misschien wel 60 broodjes te wachten op een nieuwe eigenaar! Natuurlijk is in geen velden of wegen een koeling te bekennen.


Voor elk wat wils in de kantine van Rupel Boom

Na een paar minuten worden onze hotdogs opgediend. Het broodje is van superieure kwaliteit. Goed van vorm, netjes opengesneden, zacht, niet te hard. Precies goed dus! Over de worst die in het broodje is gelegd zijn we iets minder goed te spreken. Het lijkt een beetje klef, maar is desondanks goed te eten. Wat ook voor de catering van Boom spreekt is dat er een exacte hoeveelheid saus tussen het broodje zit. Je moet wel een enorme kluns zijn wil je tijdens het eten van deze hotdog knoeien. Omdat de Goodyear-Commissie vandaag niet met haar reguliere vervoermiddel naar Boom is gereden en is vergeten de sterren om te laden, kan van het toekennen van een felbegeerde Goodyear-Ster geen sprake zijn. Helaas. Desondanks is Boom geweldig goed bezig. Aan het bedienend personeel kan wat gedaan worden en de broodjes kunnen ook ergens uit het zicht worden klaargemaakt. De commissie voelt zich bijna verplicht om hier nog een keer terug te keren.

Na het wegwerken van de hotdog spoeden we ons naar onze plaatsen. De tribune is goed bezet met behoorlijk wat poepchique volk. Met een pikhouweel in onze hand klauteren we uiteindelijk tot bij onze plaatsen. Vanaf de tribunenok heb je een uitstekend zicht op het knusse stadionnetje. De tribune waarop wij ons bevinden is gebouwd in 1970 en sindsdien niet veranderd. De rest van het stadion dateert ook van die tijd en ook daarin heeft men nooit veranderingen aangebracht. Wat resteert zijn twee tribunerondingen aan elke achterzijde van de doelen plus een kleine staantribune, recht tegenover de hoofdtribune. Deze hoofdtribune is ontegenzeggelijk het pronkstuk van het Parkstadion en de steiltegraad komt in de buurt van die op Mambourg.


Vanaf de hoofdtribune heb je prachtig overzicht op het stadion en aangrenzend park

Ondertussen zijn de spelers bezig aan het laatste deel van de opwarming. Opvallen doet ons niemand buiten Jerry Poorters (ex-Lierse), Predrag Filipovic (ex-Roda JC) en de gekleurde buitenspeler van Eendracht Aalst. Niets doet Lionel Lord nog herinneren aan de ‘lord-of-wings’ van het seizoen dat hij het Sittardse geel en groen verdedigde. Natuurlijk, Lionel heeft nog wel geprobeerd om zijn broekje hoog op te trekken, maar zijn met succes gekweekte horecaspoiler verhindert dat dit kledingstuk tot juist onder zijn oksels reikt. Het broekje zit ook aardig strak, waarbij we in het midden laten of dit komt door de te kleine maat broek of de omvang van Lionels derrière. Uiteraard speelt Lionel met nummer 14.


De spelers warmen zich op; de Aalsterse spionkop kijkt toe

Het is rond 16.00 uur als Jean-François Vandersteene wacht totdat het hele stadion stil is vooraleer een eerste maal op zijn fluit te blazen. Het sein voor een minuut stilte. Enkele weken geleden bezweek na de match Boom – Aalst een supporter van Aalst en deze wordt nu herdacht. Nadat dit bij iedereen is doorgedrongen kan de match beginnen en probeert Boom het laken naar zich toe te trekken. Hevig verzwakt door genoemd malheur doen de Steenbakkers hun best om een bres te slaan in de Aalsterse verdediging.

Toch is het Aalst dat het meest naar voren speelt, gesteund door ongeveer 1.000 supporters. Onder leiding van de Onion Party Crew wordt de ene na de andere song ingezet en overstemt hiermee volledig het Boomse publiek. Na ruim een kwartier komt hieraan een einde als Boom een corner neemt. De bal landt op het voorhoofd van verdediger Nico Van der Linden en hij knikt eenvoudig de 1-0 achter doelman Kevin Van den Noortgaete. Aalst is even het noorden kwijt en heeft het lastig met de vinnige Boomse flankaanvallers.

In tegenstelling tot de bezoekers speelt de thuisclub wèl met passie en overgave en heeft al gauw het middenveld in handen. Daar steekt Frank Magerman met kop en schouders boven de rest uit. Veel verkeerd doet de ‘Steenbakker van het jaar’ niet; hij houdt het gewoon simpel. Eén van zijn passes gaat via het been van Olivier de Castro over de zijlijn. Voor Jerry Poorters het sein om zich over de bal te ontfermen. Zijn ingooit geraakt tot ver in de grote baklijn, stuitert op de grond en wordt ingekopt door Dries Ventose: 2-0.

Het mag niet eens onverdiend worden genoemd, want Boom is gewoon beter. Aalst lijkt niet te beseffen dat promotie naar Tweede Klasse op het spel staat en mag die ambitie misschien voortijdig opbergen als de scheidsrechter een handsbal heeft geconstateerd. Kapitein aan Aalsterse zijde Filipovic heeft de bal uit doel geslagen en wordt uitgesloten. Poorters ramt de bal vervolgens vanaf 11 meter in de kruising.

Tijd voor een kwartier rust en de scheidsrechter denkt er net zo over. Het spandoek achter het doel van Michael Beeckmans mag ondertussen de prullenmand in. Het zijn vooral de supporters van Eendracht Aalst die ‘den Boom inkunnen’.

Op de tonen van het Mannenkoor Karrespoor komt een man in een CCCP-trainingsjack de tribune opgelopen. Deze Bolsjewiek heeft ons meteen in de gaten en knoopt een gesprek aan. ‘Ik ben wat later omdat ik dan geen inkom hoef te betalen’, verhaalt hij met een brede glimlach. Hij is volgens eigen zeggen een fervent Boom-supporter, was erbij toen de Steenbakkers een laatste keer in Eerste Klasse speelden (seizoen 1992/1993) en speelde zelf 11 jaar voor Boom. Weliswaar in het tweede elftal, maar toch. Doordat hij steevast pas in de rust binnendruppelt dienen wij zijn jaren als Boom-supporter te halveren?

Hij graaft ook in het verleden van Boom. Over de keer dat Boom Roger Lukaku verkocht aan Seraing, maar tegen Lukaku zelf vertelde dat hij naar Standard zou gaan. ‘Ach ja, Franstalig en rood en wit. Wie merkt dat verschil nu?’

Nadien stelt hij mij nog een gewetensvraag. ‘Ajax, kende da?’. ‘Ja, daar heb ik wel eens van gehoord’, luidt mijn antwoord. Voor mijn gevoel kan ik nog uren doorkletsen met deze man (nu ja, hij met mij dan), maar ik wordt gered door de spelers. Die staan inmiddels weer op het veld en beginnen aan de tweede helft.

Hoe gaat het eigenlijk met onze Lord? Nou, de tweede helft gaat hij verder met hetgeen hij de eerste helft al deed. Niks namelijk. Hij loopt niet, maakt geen acties, lijkt helemaal niet fit en zijn inbreng is dan ook nihil. Bij Fortuna stond hij al niet te boek als iemand met een ijzeren mentaliteit, maar van dat resterende stukje is bijna niks meer over.

Gelukkig voor Aalst gelooft Boom het wel een beetje, al komen ze er geregeld gevaarlijk uit. Indien Aalst de terugwedstrijd nog wil redden zouden ze het best een goal maken, maar dat zit er niet in. Vooraan mist Aalst een gevaarlijke spits en achteraan rammelt het met het wegvallen van Filipovic aan alle kanten. Het bontst maakt het De Castro nog die werkelijk niks goed doet. Ook de linksachter is een drama en krijgt maar geen vat op de dartele buitenspelers van Boom.

Na dik een uur mag Boom een vrije trap nemen aan de overzijde van het speelveld. De bal wordt ingebracht, teruggekopt en verdwijnt in doel. 4-0 en dat is zeker verdiend. Aalst slikt drie doelpunten op bijna identieke wijze en dat geeft te denken. Fysiek is Boom veel verder en de ploeg geeft geen enkel moment een teken van zwakte.


Er waren ook enkele gezelligheidsrokers aanwezig

Nadat de klok al een tijdje op 90 staat fluit de ref voor een laatste keer en zit het erop. Daar waar de Aalsterse spelers afdruipen lopen de Steenbakkers een ereronde, tot groot jolijt van de flink smorende, oudere heren, een stukje lager in de tribune. De hele match hebben ze alleen maar gerookt en geklapt alsof het hun lust en hun leven is.


Spelers, staf en bestuur maken zich op voor de cooling-down

Onder een klaterend applaus en wederom de tonen van Mannenkoor Karrespoor houden de spelers halt voor de hoofdtribune. ‘Eska Ronse – Centre nul-één. Olympic Charleroi –  Deinze nul-nul’, schalt uit de luidsprekers, zonder dat ook maar één van de aanwezigen daarvan wakker zal liggen.


De tribune in Boom is ongekend steil

Voor ons het teken om de steile tribune te verlaten. Behoedzaam manoeuvreren we naar beneden en zonder kleerscheuren bereiken we onze auto. Aan de receptie van het Algemene Ziekenhuis Heilige Familie betalen we onze parkeerkosten (€ 1!) en rijden tussen toeterende auto’s Boom uit, op weg naar Antwerpen.

De terugreis verloopt voorspoedig al moeten we in Lummen nog een tiental minuten aanschuiven. Na het passeren van dit knooppunt sturen we richting Limburg waar we juist voor het passeren van de grens nog even de autostrade verlaten. Na een kort intermezzo waar ons nog haarfijn wordt uitgelegd hoe de Belgische play-offs in elkaar steken rijden we definitief naar huis. Een prachtig stadion en een spektakelmatch rijker stappen we content weer uit de auto. Rupel Boom, een echte aanrader!

Michel Hennen