”Fortuna moet gaan voetballen en dat heeft tijd nodig .” Met deze wijze woorden heeft Peter van Vossen de nederlaag tegen SC Telstar becommentarieerd. Voor mensen die alleen maar zoeken naar successen op de korte termijn, komen die woorden wellicht als een teleurstelling. Zij moeten hun verwachtingen dit seizoen fors naar beneden bijstellen. Voor de ware Fortunees, die gelooft in het proces, zijn niet alleen de woorden van de trainer, maar vooral het vertoonde spel als manna. Hij ziet immers hoe groot de vorderingen zijn die Fortuna zo kort in het seizoen al gemaakt heeft. En hij weet welke glorieuze toekomst in het verschiet ligt op het einde van het proces.


25 augustus 2014

Het proces loopt!

Fortuna Sittard 0 SC Telstar 1

Doelpuntenmakers: 62. Seuntjens 0-1.
Opstelling: Kaya; Turan, Vets, Janssen, Kis; Voorn, Vlug (74. Van Rijswijk), Pappot; Briels, Conneh. Waalkens.
Toeschouwers: 1.836.
Scheidsrechter: Boot.
Geel (Fortuna): Vets, Janssen, Conneh, Pappot.
Rood (Fortuna): –

Het is maandag 25 augustus, acht uur ’s-avonds. Het zou nog volop zomer moeten zijn, maar de herfst is al lang en breed gearriveerd in de Westelijke Mijnstreek. Grijze luchten, voortdurende regen. In die omstandigheden kan eigenlijk alleen je geliefde voetbalclub je opbeuren. Immers, ‘you are my sunshine, my only sunshine, you make me happy, when skies are grey.’ Vervuld van geloof, hoop en liefde meld ik mij dus in het Offermans Joosten Stadion, in het volste vertrouwen een paar uur later intens gelukkig de tribune weer te verlaten. Daarbij geholpen door de wetenschap dat we helemaal niet onaardig spelen, maar dat we nog moeten leren onszelf te belonen. En door het besef dat we voor dat leerproces drie seizoenen de tijd hebben.

Bij binnenkomst blijkt dat veel zogenaamde supporters het geloof kennelijk niet delen en al bij het eerste het beste regenbuitje afgehaakt zijn. Ik vind het spijtig dat deze mensen zich de afgelopen jaren zand in de ogen hebben laten strooien door zogenaamde resultaten en daardoor niet zien dat Fortuna na twee jaar voor de opgave staat helemaal opnieuw te leren voetballen. Maar goed, als zij er voor kiezen geen deel uit te maken van het proces dat wij de komende drie seizoenen als Fortuna-gemeenschap ingaan, dan is dat hun eigen verantwoordelijkheid. Ooit, als Fortuna glorieert als nooit tevoren, zullen zij spijt krijgen van hun beslissing. Laten wij verder troost vinden in het feit dat onze tempel kennelijk geen huis is voor nepsupporters.

Bovendien ontgaat de afvalligen het genoegen te beleven hoe grondig Peter van Vossen te werk gaat in zijn missie Fortuna opnieuw te leren voetballen. Zoals bekend, moet je eerst tot de grond toe afbreken voor je kunt gaan opbouwen. Het is werkelijk bewonderenswaardig hoe de nieuwe trainer erin lijkt te slagen zelfs het laatste residu van voetbalvermogen uit het spelersmateriaal te verwijderen. Na vier wedstrijden zijn we al zo ver dat duelleren, lopen zonder bal, passen in de diepte en op doel schieten nagenoeg niet meer in ons repertoire voorkomen. In dit tempo bereiken we waarschijnlijk nog voor 13 september het moment dat onze spelers dit alles volledig verleerd zijn, hetgeen eigenlijk alleen maar tot vreugde kan stemmen. Dat betekent immers dat we veel sneller dan verwacht kunnen overgaan tot een volgende fase, namelijk het volledig ongedekt laten staan van de tegenstander. Dit lukt nu al regelmatig, maar helaas nog onvoldoende. Het tegenovergestelde van het ongedekt laten, zelf consequent in de dekking lopen, beginnen we trouwens wel al aardig onder de knie te krijgen.

Als we het ongedekt laten en in de dekking lopen consequent en in alle linies negentig minuten tot uitvoering weten te brengen, kunnen we wellicht nog voor de winterstop de laatste fase in. Dat wordt overigens zelfs voor een trainer van het niveau van Peter van Vossen een zware klus, want het betreft hierbij aangeleerd voetbalgedrag dat moeilijk tot zeer moeilijk uitroeibaar is. Teveel spelers in onze selectie beheersen dit aspect van het voetbalspel op een te hoog niveau om op dit front snelle resultaten te verwachten. We hebben het natuurlijk over de breedtepass. Die bovenmatige beheersing zou nog niet zo’n ramp zijn wanneer de breedtepass consequent een tegenstander zou bereiken, maar helaas is dat maar voor vijftig procent het geval. Dus op dit punt heeft Van Vossen nog het nodige werk te doen, waarbij de statistieken overigens wel uitwijzen dat er een positieve trend is in het aantal breedtepasses dat rechtstreeks over de zijlijn gaat.

Maar zelfs wanneer de spelers de kunst van de breedtepass zonder balverlies nog enige tijd blijven beheersen, maken we afgaande op de wedstrijd tegen Telstar op andere aspecten al zo’n grote vorderingen dat het totale proces er geen hinder van ondervindt. Duels worden amper nog aangegaan en slechts bij hoge uitzondering gewonnen, de zeldzame dieptepasses komen zonder uitzondering achter de achterlijn of bij de tegenstander terecht. Schoten op doel? Nog maar vijf stuks in totaal, allemaal rollertjes. Wie had durven denken dat we zo vroeg in het proces al zulke stappen zouden zetten!

Natuurlijk, er zijn aandachtspunten. Onze keeper houdt bijvoorbeeld nog te vaak ballen tegen. Maar ook daar is iets aan te doen. Waarom niet nu al uitspreken dat spelers met een restant aan voetbalvermogen in de winterstop per definitie tegen elk aanneembaar bod naar elders getransfereerd worden? Hoe eerder de rotte appels verwijderd zijn, hoe sneller we de ambities in het proces kunnen verwezenlijken. Overigens moeten we zelfs met de rotte appels erbij nog voor de winterstop spectaculaire resultaten kunnen boeken. Drie derbies, drie nederlagen? Durf te dromen! Tien wedstrijden op rij zonder punt én zonder doelpunt? The sky is the limit!! Jong PSV – Fortuna Sittard 8-0? Yes we can!!! Fortuna Sittard – FC Oss 0-15? Praise the Lord!!!!

Als we de winterstop weten te bereiken met 5 uit 19 en een doelsaldo van 6 voor en 149 tegen, zouden we binnen het proces bezien van een zeer succesvolle start kunnen spreken. Maar ik wil mij niet aan scorebordjournalistiek bezondigen. We moeten ook kritisch kijken naar wat er in het veld gebeurt. Ook op dat vlak moet Van Vossen nog voor de winterstop tot spectaculaire resultaten in staat geacht worden. Van Vossen is niet de eerste trainer die de negatieve uitwerking van de voetballende vermogens van zijn spelers op het spel tot een minimum tracht te beperken. Andere trainers zijn hem op dat punt al voorgegaan, ook in Sittard. Maar zij kozen vervolgens consequent voor de peer naar voren als alternatief. En in die valkuil gaat Van Vossen niet trappen. Hij kiest voor een veel gedurfder en aantrekkelijker speelstijl, namelijk het rennen met de bal.

In wezen grijpt Van Vossen daarmee terug op het oerspel uit de tijd dat ballen zo zwaar waren dat het onmogelijk was een peer naar voren te geven. De speelwijze is verbluffend eenvoudig: de speler haalt de bal op en begint ermee te rennen. Bij voorkeur over de breedte van het veld, maar over de lengte mag zo nu en dan ook. Hij rent er net zolang mee door tot om het even welke mede- of tegenspeler de bal overneemt, tot hij met bal en al over de zijlijn rent of tot hij over zijn eigen benen struikelt. Wanneer de speler zo lang met de bal heeft gerend dat hij moe is geworden, mag hij op doel schieten. De bal mag hierbij in geen geval tussen de palen belanden, maar moet bij voorkeur de tribune in vliegen of zachtjes over het gras rollen en een paar meter voor de keeper tot stilstand komen.

Voor de ware Fortunees is het fantastisch om te zien hoever we al gevorderd zijn in het eigen maken van deze speelstijl, die het fundament gaat vormen van onze glorie. Het belooft wat voor de toekomst. Immers, als Van Vossen erin slaagt de spelers naast het rennen met de bal ook nog het lopen op een kluitje bij te brengen, zullen we over drie jaar voor ieder team een geduchte tegenstander zijn. Zelfs voor de F2 van Kakertse Boys.