Afgelopen zaterdag presenteerde het Limburgs Dagblad een enquête over het voetbal in Limburg. De meeste aandacht ging hierbij uit naar de massale steun voor de vorming van een FC Limburg. De enquête leverde echter ook een aantal andere opmerkelijke resultaten op. Zo opmerkelijk, dat je ook aan die steun voor de FC Limburg gaat twijfelen.
Zaterdag opende het Limburgs Dagblad met de resultaten van een – naar eigen zeggen – representatieve enquête onder de Limburgse bevolking over het Limburgs voetbal. Belangrijkste conclusie: 80% van de Limburgse voetballiefhebbers staat achter de plannen voor een FC Limburg. Her en der (ook op deze website) is er reeds de nodige kritiek geleverd op de enquête. Zo worden er vraagtekens gezet bij de representativiteit van de ondervraagde groep en de invloed van het (te) rooskleurige beeld dat door de media van de sportieve en financiële toekomst van een FC Limburg wordt geschetst.
Mijns inziens terechte kritiek. Het probleem is echter dat je het niet echt hard kan maken. In deze column wil ik met een eenvoudig rekensommetje laten zien dat de enquête opmerkelijke resultaten oplevert. Resultaten die met een grote korrel zout genomen dienen te worden. Startpunt voor deze rekensom is het aantal inwoners in Zuid-Limburg. Op 1 januari 2001 woonden er 647.894 mensen in de COROP-regio Zuid-Limburg (bron: CBS). Dit betreft de hele bevolking, dus ook jonge kinderen, ouderen, etc. Laten we voor het gemak veronderstellen dat er zo’n 500.000 mensen potentiële bezoekers van voetbalwedstrijden zijn. Ik kan er 50.000 naast zitten, maar het vervolg van dit verhaal zal duidelijk maken dat dat niet eens zoveel uitmaakt.
Laten we ons nu richten op de resultaten van de enquête. De eerste vraag had betrekking op de interesse voor voetbal:
In welke mate bent u geïnteresseerd in het Limburgse voetbal?
33% zeer geïnteresseerd
50% geïnteresseerd
12% niet zo geïnteresseerd
3% niet geïnteresseerd
2% helemaal niet geïnteresseerd
Dit betekent dat 83% van de Zuid-Limburgse bevolking (zeer) geïnteresseerd is in voetbal. Aan deze voetballiefhebbers is een aantal vragen voorgelegd. De meeste vragen betreffen meningen, verwachtingen, intenties, e.d. Kortom: cijfers die moeilijk te verifiëren zijn. Echter, met één vraag kunnen we wel wat aanvangen:
Bezoekt u wel eens thuiswedstrijden van een Limburgse club?
53% nee
27% ja, Roda
15% ja, Fortuna
11% ja, MVV
2% ja, anders
En nu kan ik met mijn rekensommetje beginnen:
1. in Zuid-Limburg wonen 500.000 potentiële bezoekers van voetbalwedstrijden;
2. 83% van hen geeft aan geïnteresseerd te zijn in voetbal; dit zijn ruim 400.000 mensen;
3. van deze ruim 400.000 voetballiefhebbers geeft 45% aan wel eens wedstrijden van Roda, Fortuna en/of MVV te bezoeken. Dit zijn bijna 200.000 mensen.
Tweehonderdduizend dus. Ik geef de lezer even de tijd om dit cijfer op zich in te laten werken. Tweehonderdduizend: dat is de bevolking van Maastricht en Sittard-Geleen-Born samen. Tweehonderdduizend: dat zijn zo’n vijf Rotterdamse Kuipen vol.
Nu naar de feiten. De wedstrijden van Roda worden door gemiddeld zo’n 14.000 mensen bezocht, Fortuna trekt wekelijks zo’n 7.000 mensen en MVV lokt zo’n 4.000 mensen naar de Geusselt. In totaal dus ongeveer 25.000 mensen Ervan uitgaande dat de clubs samen ongeveer 20.000 seizoenskaarthouders hebben, worden er wekelijks zo’n 5.000 losse kaarten verkocht. We kunnen nu verder met onze rekensom.
4. er worden wekelijks gemiddeld zo’n 5.000 losse kaarten verkocht;
5. per seizoen is dit 17 keer 5.000 = 85.000 kaarten.
Veel minder dan 200.000 dus. Op grond van deze cijfers bezoekt de echte voetballiefhebber en niet-seizoenskaarthouder dus minder dan tweejaarlijks een wedstrijd. Dit impliceert dat óf de enquête het werkelijke bezoek zwaar overschat óf dat mensen wel heel makkelijk aangeven wel eens een wedstrijd te bezoeken.
En hiermee komen ook de overige cijfers in een ander perspectief te staan. Eén vraag wil ik er nog uitlichten:
Zou u zelf gaan kijken naar wedstrijden van FC Limburg?
39% zeker wel
15% ja, indien succesvol
16% misschien wel/niet
15% waarschijnlijk niet
19% zeker niet
1% weet het niet
Met andere woorden, wanneer de fusieclub succesvol zal blijken te zijn, zal 54% van de geïnteresseerden in voetbal de wedstrijden gaan bezoeken. Dit zijn ruim 200.000 mensen. Ik raad deze mensen aan nu alvast in de rij te gaan liggen voor kaarten voor FC Limburg-Ajax volgend seizoen. Je mag op grond van deze cijfers immers verwachten dat zeker 100.000 mensen deze topper willen zien. De spanning voor de kassa’s zal waarschijnlijk hoog oplopen. Misschien is het daarom verstandig de kaartverkopers uit te rusten met kogelvrije vesten. Uiteraard wordt voor de echte supporters uit Margraten een speciaal plekje gereserveerd. Op de wat langere termijn, wanneer de capaciteit van het Parkstad Limburg Stadion is uitgebreid met een derde, vierde, vijfde en misschien wel zesde ring, moet rekening worden gehouden met serieuze verkeersproblemen. Ik raad dan ook niet-voetballiefhebbers op speeldagen van de FC Limburg dringend aan thuis te blijven en ramen en deuren gesloten te houden. Ook de meubelindustrie zal de gevolgen van deze voetbalhype ondervinden. Alle armchairsupporters hebben geen stoel meer nodig, ze zitten immers elke week in het stadion.
Maar goed, terug naar de feiten. Of de vreemde uitkomsten te maken hebben met de opzet van het onderzoek of met het gemak waarmee de Limburger zich momenteel profileert als echte voetballiefhebber die een warm voorstander is van een fusie, laat ik in het midden. Het ontbreekt mij aan de informatie om daar een gefundeerde uitspraak over te kunnen doen. Ik heb met deze rekensommetjes wel proberen aan te tonen dat de cijfers met de nodige voorzichtigheid moeten worden bekeken. En dat geldt dus ook voor de massale steun voor een FC Limburg.
PvE