Een aantal keren per jaar is een afvaardiging van Fortuna Online ergens in Engeland te vinden, hoofdzakelijk in de periodes dat Fortuna geen wedstrijden speelt. Zo ook tussen Kerst en Oud/Nieuw. Hieronder vindt u een verslag.
Dag 1: Inleiding
Het is vrijdag 28 december 2007 8.02u in de ochtend – slechts 2 minuten te laat, het is anders geweest – als mijn auto voor huize Waldorf stopt. We halen hem op om koers te zetten richting Schiphol, alwaar we zullen inchecken met als bestemming John Lennon Airport in Liverpool.
De keuze voor Liverpool alsook het tijdstip liggen voor de hand. TMD is anglofiel op voetbalgebied en Waldorf koestert naast zijn ongebreidelde liefde voor Fortuna ook al jaren een zeer warme sympathie voor Everton FC, the people’s club. Tijdens de autorit hebben we het kort over Fortuna. Kort: Niet meer of minder en daar blijft het de komende 3 dagen ook bij.
We worden keurig op tijd afgezet op Schiphol alwaar we onze chauffeur bedanken. Ook het inchecken bij Easy Jet verloopt zeer voorspoedig. We besluiten een kop koffie te nemen in één van de vele bars. Ook daar verstrijkt de tijd snel, mede doordat onze webmaster in den verre klaar is met zijn dagelijkse broodwinning en ons op de hoogte houdt van zijn vrije tijdsbesteding.
In het vliegtuig neem ik traditiegetrouw plaats bij het gangpad, aangezien ik zeker tijdens de heenvlucht nog wel eens last heb van vliegangst. Waldorf zit naast mij en bij het raam zit een soort Indiana Jones die het allemaal prachtig vindt. Ik verzet mijn gedachten door het lezen van een soort carrièreoverzicht van de hand van Mart Smeets (Titel: Dertig).
Het overgrote deel van de redactie van onze site, zeker de LB-ers, zijn absoluut geen Smeetsadepten, integendeel. Ik kan zijn stijl wel waarderen. Bovendien verdiep ik me dusdanig in dit boek dat ik niet eens echt panikeer wanneer we in een wat minder rustige atmosfeer belanden en het vliegtuig op en neer begint te bewegen. Ik kijk eens naar buiten en zie dat onze Indiana Jones nog steeds volop glimlacht. Gelukkig zijn we nabij onze eindbestemming en verloopt de landing vlekkeloos.
Bij de douane is echter behoorlijk druk. Achter ons windt een Engelse jongeheer zich hardop op over de minder soepele doorstroming. Hij voert een gsm-gesprek en laat aan zijn toehoorder weten dat dit vooral ligt aan al die buitenlanders die Liverpool komen verzieken. Letterlijk: “Especially those fuckers who come from East Europe countries”. Dat laat aan duidelijk niets te wensen over.
En hij heeft gelijk dat er veel Oosteuropeanen tussen zitten. Die herken je mede door een onfrisse alcoholwalm die ze vooral met zich meedragen en hun schaapachtige gelach. Niet dat het mij persoonlijk stoort, ik heb geen afkeer van Bacchinale offeringen, maar ik kan mij voorstellen dat geheelonthouders het niet zouden appreciëren.
Aldus konden we na een acceptabele wachttijd in de gereedstaande bus, alwaar ik bij het betalen de halve inhoud van mijn portemonnee op de grond zie belanden. Gelukkig verlies ik niks en kunnen we met opgelucht gemoed verder. De reis eindigt voor ons bij een soort grotere bushalte, vanwaar we ons hotel al kunnen zien liggen.
Het door Waldorf geboekte hotel (The Liner) ziet er geweldig uit, is vrij nieuw en de kamer perfect. Zelfs de tv heeft fatsoenlijk beeld, meer kunnen we ons al niet meer wensen. Bovendien ligt het dit keer op een echte steenworp afstand van Limestreet Station, hiervan is geen woord overdreven. Zelfs het centrum is te voet in enkele minuten te bereiken, je mag dus spreken van een voltreffer.
De enige variabele die niet meewerkt, is de weersgesteldheid. Het regent bij tijd en wijle oude wijven, maar een kniesoor die daarover zeurt. Desondanks zie je een heleboel mensen zonder jas, terwijl het toch ook niet echt overdreven warm is: Dit is typisch Brits. Bij WH Smith schaf ik een magazine aan voor mijn vriendin en vervolgens gaan we op zoek naar de grote JJB Store en de fanstore van die club die Waldorf niet echt kan bekoren, Liverpool FC voor Waldorf bekend als The Red Shite.
Helaas voor hem vind ik ik wel iets van mijn gading. Als we elkaar weer treffen na mijn bezoek aan de JJB is zijn snelle reaktie: “Geef mij die vuilniszak, opdat ik me er niet voor moet gaan schamen.” En hij stopt de plastic zak dan ook vliegensvlug weg. We besluiten dat het de hoogste tijd is geworden voor een eerste pubbezoek. Een pub, ik ben de naam helaas kwijt, is redelijk snel gevonden, maar de zitplaatsen zijn er vrij schaars en juist een zitplaats is voor Waldorf wel een vereiste. Gelukkig staat een koppel op en de leemte wordt snel door ons opgevuld.
Nadat we aan pint nummer twee zijn begonnen, schuiven een man van middelbare leeftijd en een twintiger aan onze tafel aan. We geraken met hen in gesprek en tot groot genoegen van met name Waldorf blijkt de man de oom van Evertonian Tony Hibbert te zijn. U weet wel, de speler die voor Louis van Gaal onlangs nog een grote onbekende was, ondanks het feit dat Hibbert al ongeveer 5 jaar met regelmaat in de basis speelt. Tsja Louis, zo word je natuurlijk geen bondscoach van Engeland.
Maar goed, oom Hibbert (hij heet zelf ook Hibbert) heeft nog meer interessants te melden. Zo speelt de beste man nog in een veteranenteam dat met regelmaat tegen voormalige grootheden uit het Engelse voetbal aantreedt. En zelf is hij in de 70-er jaren semi-prof geweest bij het toen in de lagere regionen (non-league als we hem goed begrijpen) verkerende Wigan FC. Zo, dat is nog eens leuke binnenkomer. Na een geanimeerd gesprek verlaten we de pub en gaan we op zoek naar een Pizza Hut.
Ook daar zit het mee en zijn we snel voorzien van ons hoofdgerecht. Inmiddels zijn we door De Waarnemer al geïnformeerd over de stand van zaken omtrent de reis die de boys van Racing Genk naar London maken, alwaar ze Chelsea-Newcastle zullen bezoeken. Vorig jaar vergezelden we hen naar Liverpool en net als toen is er nu ook een klein incidentje op de heenreis. Iets met een noodhamer, verder zal ik niet in detail treden.
Na de hoofdmaaltijd met daarbij ook voor Waldorf zowaar het biermerk dat hij normaliter verfoeid en wat voor mij tot de favorieten behoort, zetten we onze tocht voort. We belandden in een Iers-Amerikaans huis in Lime Street luisterend naar de naam Mc Hale’s. We nemen er eentje en een oudere man put zichzelf uit in een onorthodoxe vorm van paaldansen, onderwijl de aanwezige dames ten dans vragend. Aanvankelijk vindt hij nog wel gehoor, maar ondanks zijn toch nog zeer kwieke beentempo, haken zijn danspartners vrij gezwind af. Uiteindelijk zet hij zijn show voort met zijn eigen jas.
De man is overigens niet de enige bezienswaardigheid in het pand. Na een poosje komt een uit de kluiten gewassen senior-Davy Crockett binnen. Hij is gehuld in een keurig pak met stropdas met daarbij de onvermijdelijke wasbeermuts op zijn hoofd en nepslangenleren laarsen aan zijn voeten. Davy spoort de paaldanser nog eens aan en deze geeft ‘m flink van katoen. Dit danstafereel zou zeker een uur in beslag nemen.
Inmiddels zijn we in gesprek geraakt met Keith, taxichauffeur en vooral Evertonsteward. Als hij hoort dat we Everton supporteren, krijgen we zijn hoogste complimenten. Waldorf is echter ook zo vriendelijk om erbij te vermelden dat ik toch voornamelijk Crystal Palace steun, wat me op hoongelach van Keith komt te staan. Heel fijn, Waldorf! De bardame heeft de uitzending van PDC Darts World Championships aangezet. Van Barneveld treedt aan tegen Painter en hij heeft het erg moeilijk en zal uiteindelijk ook het loodje leggen tegen de Engelsman met de immer grimmige oogopslag. Datzelfde zal overigens ook topfavoriet Phil “The Power” Taylor overkomen tegen Wayne “Hawaii 5 O’” Mardle, maar wij zijn dan in al in “Flanagan’s Apple” beland.
Waldorf had de mond vol van deze pub en het duurde even eer we ze hadden gevonden, maar hij is vandaag blijkbaar uitstekend in vorm in zijn hoedanigheid als gids en ook deze keuze blijkt een voltreffer. In de kelder van de pub, de penetrante geur van urine komt je gratis en voor nop tegemoet, speelt een band. Ook deze naam is me ontschoten, maar het repertoire bevalt mij perfect. Hot Chocolat, Pink Floyd, Coldplay, The Rolling Stones, The Beatles, Deep Purple (Speciaal voor PM!), Oasis, zelfs Nirvana, om maar een doorsnee te noemen. Het komt allemaal langs. En als zowaar ook mijn persoonlijke favorieten The Who (Can’t explain en My Generation) gecovered worden, brul ik natuurlijk uit volle borst mee.
De dansvloer wordt overstroomd door vrouwvolk in weinigverhullende kledij van diverse leeftijden en een enkele verdwaalde veertiger. De Carlings smaken uitstekend en de stemming stijgt met de minuut. Rond een uur of 0.30u nemen we echter het wijze besluit om er voor vanavond een punt achter te gaan zetten. Op Lime Street volgt echter de ultieme apotheose van de eerste dag. Een zichtbaar aangeschoten jongedame spreekt ons aan. Of we Deens zijn. Nee. Noors? Weer mis. Wat dan? Nederlands. “Great. You support Ajax?” No. “Feyenoord, PSV, AZ?” No, Everton. Vervolgens vliegt zij eerst mij en dan Waldorf om de nek en worden we getrakteerd op een vette pakkerd. Venco vol d’r op. We kunnen voldaan naar bed.
Dag 2: The Blues and finally the blues…….
Het is omstreeks 9.45u als we aanschuiven voor het ontbijt. Er is traditiegetrouw de keuze tussen een full English en een continental breakfast. Meestal stelt met name de laatste variant in de Britse gebieden erg weinig voor. Maar in dit hotel is het anders. Er is een heus buffet van om en nabij 15 meter lengte en met alles erop en eraan. Waldorf en ondergetekende gaan echter voor het full English breakfast. En dat is ook al boven verwachting. Bacon, gebakken vis, bloedworst, gebakken ei, worst, witte bonen in tomatensaus. Het kan niet op.
Met een goed versterkte inwendige mens besluiten we dan ook het lichaam maar eens wat beweging te gunnen en lopend naar Goodison Park te gaan in plaats van in een bus te hangen. Waldorf is aanvankelijk niet helemaal zeker of wij de goede weg hebben genomen, ik weet me helemaal niet meer te herinneren hoe het zou moeten. Uiteindelijk lopen we een redelijke helling omhoog en Waldorf meent een herkenningspunt te hebben opgemerkt. Het is echter behoorlijk gaan waaien, Liverpool zonder wind bestaat overigens niet, en van tijd tot tijd vallen enkele regendruppels. Na bijna een uur lopen, weten we het niet meer. We besluiten een taxichauffeur aan te schieten en tot onze grote opluchting zijn we niet meer ver uit de buurt.
Na een kein omweggetje en een dik uur lopen, zijn we eindelijk bij Goodison Park. Na een kort bezoek aan de Club Shop, gaan we opzoek naar een pub en uiteraard wordt dat Orry’s. Op het moment van aankomst is Sheffield United-Palace live op tv, maar op geen enkel scherm bij Orry’s is voetbal te zien. Wel paardenkoersen, verdomme. Dieren die welhaast hun nek breken door sprongen over (te) hoge heggen. En ik had het al niet zo op dit soort koersen.
Goed, we nemen er een paar en onderwijl leest Waldorf enkele kranten en ondergetekende gaat verder met Smeets. Het is dan wachten op de tijd dat de wedstrijden van de Premier League beginnen en als ook onze webmaster in den verre ons op de hoogte houdt van zijn Bacchinale vorderingen, krijgen we de tijd wel om. Inmiddels is ook de Premier League begonnen en Chelsea-Newcastle United verschijnt op het scherm. Maar lang duurt dat niet, want de verbinding is slecht. De verbinding bij West Ham United-Manchester United lijkt een stuk beter, maar in Liverpool is men er blijkbaar veel aan gelegen om zo min mogelijk naar Manchester United te hoeven te kijken en dus wordt er geen enkele moeite gespaard om te zappen naar de andere wedstrijden.
Na een tijdje vinden wij het verder wel welletjes en gaan we op zoek naar iets eetbaars. Omdat het al aardig druk is bij het stadion en de wedstrijd nadert, moeten we ons behoorlijk haasten. Onze contactpersoon Harry heeft ons uitstekende plaatsen op Park End, achter het doel, bezorgd. Helaas is Harry om privéredenen zelf niet van de partij. Uitzonderlijk, want deze lad reisde zowat de halve wereld over met Everton en mist zelden een thuiswedstrijd. Van steward Keith overigens ook geen spoor.
Voordat de wedstrijd begint, heeft Waldorf de eer om een ietwat aangeschoten veertiger naast zich te krijgen. Deze begint bovendien iets wat in Engeland gelijk staat aan een doodzonde: Hij steekt een sigaret aan op de tribune. Na de brand in Bradford in 1985 zijn alle stadions Engeland tot rookvrij gebied verordend. Gelukkig voor hem hebben de stewards en politie het tafereel niet in de gaten, anders had hij een zware pijp gerookt. De man begint vervolgens een gesprek met Waldorf dat steeds erop neerkomt dat het bij ons in Amsterdam zo geweldig toeven is.
Inmiddels heeft de andere buurman zich met het gesprek bemoeid en laat de veertiger op niet mis te verstane wijze blijken dat hij beter moet luisteren naar Waldorf: “You fucking donkey, the lads don’t live in Amsterdam at all!”
Op het veld is Everton minimaal gelijkwaardig aan Arsenal en houdt het middels the passing game de controle over de wedstrijd. Nee, ook hier geen kick and rush. De thuisploeg speelt het voor haar gebruikelijke 4-5-1 met Aiyegbeni Yakubu als enige spits. Helaas voor mij dus geen basisplaats voor mijn persoonlijke favoriet Andy Johnson. Maar het spel dat Everton laat zien, oogst repsect. Manager David Moyes heeft een duidelijke visie en die bestaat er in ieder geval niet uit om spelers met vedetteneigingen binnen te halen. Mouwen opstropen en werken voor het team is het motto.
Zoals gezegd, kiest hij ook voor the passing game i.p.v. kick and rush. En vandaag heeft koploper Arsenal er ook weer de grootste moeite mee. Bovendien is ieder dood spelmoment voor het doel van Arsenalkeeper Almunia levensgevaarlijk. Zo ook een hoekschop van Arteta die in tweede instantie door Cahill achter Almunia wordt gewerkt. Het stadion ontploft en The Blues leiden. De voorsprong wordt vrij gemakkelijk tot aan de rust vastgehouden.
Tijdens de pauze neem ik de tijd om eens in het programmaboekje te neuzen. Als ik het goed heb gehoord, is de gevallen grootheid Lehmann toch op het wedstrijdformulier gezet. De arrogante Duitser liet zich echter niet zien tijdens de warming up. Verdediger Senderos getroost zich in zijn plaats de moeite dan maar om doelman Almunia op te warmen. Erg onbeschoft van Lehmann en amateuristisch voor een topclub die Arsenal zeker is. Wat me verder nog opviel, was de lummelachtige houding van Arsenalspits Eduardo tijdens de warming up. Verder geen nieuws, of het moet zijn dat ook dit programma er weer schitterend uitziet. Heel anders dan de voor het overgrote deel uit op papier afgedrukte reclameuitingen bestaande bulletins die we doorgaans in Nederland gewend zijn.
De tweede helft is een grote anti-climax. Eduardo is alsnog opgewarmd en scoort al erg snel de gelijkmaker voor de bezoekers en nog geen oogwenk later op vrijwel identieke wijze de 1-2. Aan beide doelpunten hangt een flinke buitenspellucht. Als Yakubu halverwege de tweede helft een afgemeten voorzet van uitblinker Lescott naast knikt, is het afgelopen met de aspiraties van Everton. Het spel van The Blues wordt onnauwkeuriger en dat moet je tegen Arsenal juist niet laten gebeuren.
Invaller Adebayor profiteert ook nog eens van een blunder van Yobo en laat doelman Howard kansloos, 1-3. Arbiter Martin Atkinson heeft dan Arsenalspits Bendtner met geel-rood naar de douches gestuurd en verwijdert vervolgens Arteta na een veronderstelde elleboog rechtstreeks. Als in blessuretijd de eveneens ingevallen Rosicky met een droge schuiver 1-4 scoort, kunnen we teleurgesteld naar ons hotel. Vooral voor Waldorf een hard gelag, want naar eigen inschatting heeft hij sinds 1996 Everton niet meer zien winnen in een door hem bijgewoonde wedstrijd.
We besluiten dan ook maar op ons gemak te gaan dineren en in het hotel is daar een uitstekende ruimte voor ingericht, The Seven Seas Restaurant. We nemen beide een fikse steak met verschillende groenten en chips (frites), alles in ruime proporties. Het smaakt uitstekend, maar Waldorf is blijkbaar dusdanig teleurgesteld dat zijn eetlust eronder lijdt.
Na de hoofdmaaltijd nemen we er nog eentje in The Castaway Bar van het hotel. Maar het enige vertier dat daar is, blijken grote plasmaschermen met TMF clips. Nee, daarin hebben we niet veel zin.
Op de kamer kijken we nog naar het onvolprezen Match of the Day. Met behoorlijke moeite om wakker te blijven haal ik nog de samenvatting van Everton-Arsenal. We zien dat het eerste doelpunt van Eduardo reglementair was, maar bij het tweede duidelijk sprake van hands was. Jammer, want Everton had op grond van de eerste 70-75 minuten op zijn minst een gelijkspel verdiend. Ook over de beide rode kaarten was er nog discussie. Als enigszins neutrale toeschouwer meen ik dat Bendtner absoluut rechtstreeks rood verdiende wegens zeer onbesuisd inkomen op Andy Johnson. De aktie van Arteta daarentegen was veel minder ernstig dan het zich aanvankelijk liet aanzien. Hij voelde een tegenstander, Cesc Fabregas (bovendien Arteta’s boezemvriend) aankomen en wilde hem met zijn arm afweren. Het was een gestrekte arm, dus zeker geen elleboogstoot.
Fabregas schreeuwde het echter uit als een speenvarken. Of de vriendschap tussen beide heren nog intact is, weten we niet. Feit is dat Arsenalmanager Wenger altijd zijn mond vol heeft van schandalig hard spel tegen zijn spelers, maar aan de andere kant hoor je hem nooit over het geschreeuw en gerol van diezelfde eigen spelers. Voor mij is het nekkie eraf, Waldorf kijkt MOTD tot het eind.
Dag 3: Manchester
Na een rustige nacht, nemen we rond 9.15u plaats aan de ontbijttafel dezelfde gerechten als gisteren. Tijdens het ontbijt zien we op een groot plasmascherm beelden van het Motherwellsupportershome, alwaar gerouwd wordt om de dood van aanvoerder Phil O’Donell. Het is dan ook erg stil in de zaal.
Na het ontbijt besluiten we de trein naar Manchester te nemen. Derby was ook een optie, maar aangezien er op zondag minder treinen rijden en gezien mijn eerdere ervaring van trips naar Blackburn en Bolton nemen we die stap maar niet. In minder dan een uur zijn we in Manchester, alwaar we op zoek gaan naar het City of Manchester Stadium van Manchester City. Na wederom een stevige voettocht en met de hulp van een naar alcohol riekende vijftiger bereiken we het stadion.
City speelt thuis de derby tegen Liverpool. Bij de Box Office komt de eerste teleurstelling: Sold out. Al meer dan een week, zegt een passerende steward. Niet vreemd, want dat overkomt doorgaans de meeste clubs die Liverpool, Arsenal, Manchester United en Chelsea op bezoek krijgen. Omdat we geen zin hebben om een woekerprijs voor een kaartje neer te tellen in het zwart, lopen we nog maar even de Club Shop binnen om er wat rond te neuzen.
Als ik een dvd van de 3-4 overwinning uit bij Spurs ontwaar, hoeft het voor mij verder niet meer. Dat vindt Waldorf gelukkig ook en we gaan op zoek naar een pub. Maar die vind je niet in de nabijheid van dit afgelegen stadion en we nemen dan ook maar de bus richting het centrum, niet voordat ik eerst een programmaboekje heb aangeschaft met daarop de beeltenis van een verondersteld zeer vermogende Chinese meneer met een Citysjaal om zijn nek. Verder kunnen wij u ook geen groundhopverslag van Manchester City aanbieden, omdat de batterijen van Waldorf’s toestel dienst weigerden. Het stadion is aan de buitenkant ook niet om te juichen, het is nieuw en erg futuristisch maar straalt allerminst een voetbalsfeer uit.
Via de bus bereiken we gezwind het centrum van Manchester, alwaar we onze zoektocht voortzetten naar een pub waar we de inmiddels tweede helft van Derby-Blackburn Rovers kunnen volgen. Veel grote warenhuizen, zowaar een ijsbaan, enkele pubs. Maar geen waar live voetbal te volgen is. We hebben we het dan ook wel gehad met ons verblijf in Manchester en besluiten terug te gaan naar Liverpool.
Door de matige bewegwijzering duurt het nog een hele tijd en veel geduld, voordat we station Manchester Piccadilly bereiken. Na een stief uurtje met de trein zijn we terug in Liverpool. We haasten ons naar een pub, alwaar we behoudens de eerste 25 minuten Man City-Liverpool volgen. Na deze wedstrijd en de nodige pints in redelijk strak tempo en dito krappe tijd, vervoegen we ons naar het dichtstbijzijnde Italiaanse culinaire etablissement, La Bella Italia. En daar wordt onze teleurstelling grotendeels weggevaagd.
We nemen beide een penne plus nagerucht en dat is in ook in beide gevallen ronduit verrukkelijk. Ter afronding van weer een dag met veel loopwerk, nemen we er nog eentje bij Mc. Hale’s. Naast mij heeft inmiddels een mevrouw van middelbare leeftijd plaatsgenomen. Als zij verneemt dat mijn vriendin een donkere huidskleur heeft, krijg ik van haar een demografisch-raciaal-opvoedkundig onderricht. Mensen van verschillende rassen en huidskleuren horen geen relatie met elkaar aan te gaan, aldus de mevrouw.
In Nederland heet zoiets de leer van Wilders, dus ik kijk er niet eens meer van op. De maag van Waldorf heeft dan aangegeven geen bier meer nodig te hebben en om geen protestreaktie van diezelfde maag te willen opwekken, zetten we er een punt achter. In het hotel laten we MOTD 2 voor wat het is en gaan we op een oor. Onze terugvlucht vertrekt om 7.55u lokale tijd en de eerste bus om 5.45u, erg vroeg dus. Een beetje slaap kan er wel bij. Slaap vatten lukt mij echter niet, omdat ik last krijg van (klein) lichamelijk ongemak. Bovendien keert een groep Engelse hotelgasten die op onze gang verblijven pas rond 2.00u terug en dat gaat niet geruisloos. Nog bonter maakt een tweede groep het rond 3.30u. Er wordt wat gelald en gebrald en overgestoken tussen twee kamers en het parool “roomservice” schalt hierbij hard over de gang. England rules the waves, ook in 2007, zucht. Uiteindelijk vat ik alsnog slaap, maar veel is het niet geweest.
Dag 4: Naar huis
In alle vroegte checken we uit en ruim op tijd zijn we bij de bushalte. Gelijktijdig met ons, arriveert een taxi die een mevrouw afzet. Zij blijkt Zuidafrikaans van oorsprong te zijn, verstaat dus Nederlands, en heet Helen. Onze gesprekken verlopen in een mengelmoes van Nederlands, Afrikaans en Engels. Helen is op doorreis richting Lissabon, alwaar ze Oud/Nieuw zal vieren. Met dank aan de zeer praatgrage Helen blijven we ook gedurende de busreis wakker. Op John Lennon Airport is het een drukte van jewelste bij de balies van Easy Jet. Er staat een behoorlijke rij en met wat passen en meten van het personeel slagen we erin om tijdig onze vlucht te halen, na eerst afscheid te hebben genomen van Helen.
De vlucht verloopt zeer voorspoedig en nadat ik mijzelf op Schiphol heb verlost van een loden last, worden we verwelkomd door De Waarnemer en LB03 die ons al staan op te wachten. Zo komt er een einde aan wederom geslaagde Engelandreis.
Gegroet, mede namens Waldorf,
TMD