Het is een jaar geleden dat Isitan Gün zijn intrede deed bij Fortuna. Fortuna Online zat onlangs twee en een half uur aan tafel met Isitan om terug te kijken op het eerste jaar en vooruit te blikken op het komende seizoen. Vandaag presenteren we een samenvatting van de terugblik op het eerste jaar; morgen de vooruitblik. For an English version, see: “Isitan Gün: one year onwards (part 1 of 2)“.
Waarom wilde / wil je een club als Fortuna Sittard leiden?
Toen ik bij Galatasaray werkte (Isitan werkte voor Galatasaray tussen januari 2013 en november 2014 als directeur — strategie-, project- en bedrijfsontwikkeling en als Chief Operating Officer, Fortuna Online), was de club op zoek naar een strategisch samenwerkingsverband met een kleinere club buiten Turkije. Ik was lid van een kleine groep mensen die samenwerkingsmogelijkheden onderzocht—voornamelijk in Duitsland. Omdat ik gespecialiseerd ben in financiën, kreeg ik de gelegenheid om te zien hoe kleinere clubs geleid worden, en dacht dat als je een club goed leidt, je een club duurzaam kunt leiden, tot genoegen van de fans, spelers en alle andere belanghebbenden.
Waarom dan specifiek Fortuna Sittard?
Een paar jaar heb ik andere dingen gedaan, maar de wens om een kleinere club te leiden was er nog steeds. Toen de mogelijkheid zich voordeed om betrokken te raken bij Fortuna Sittard, heb ik er over nagedacht. Ik was op dat moment niet actief op zoek naar een club, dus het was niet een afweging tussen Fortuna en een andere club. Gezien mijn eerdere ervaringen op het gebied van kleinere clubs, had ik een goed idee van de mogelijkheden van clubs zoals Fortuna Sittard. Ik wist dat als ik bij zo’n kleine club betrokken zou raken, ik met verschillende managementaspecten te maken zou krijgen. Bovendien, in tegenstelling tot aan de top, waar je—behoudens een wonder—niet kunt concurreren met clubs als Barcelona, kun je bij een kleinere club wel het verschil maken. Dus, als we het goed doen, kan Fortuna succesvol worden en ook dat geeft voldoening. Dus zei ik ja tegen Fortuna Sittard.
Opereer je zelfstandig of ben je onderdeel van een grotere investeringsgroep?
Ik opereer zelfstandig.
De relatie tussen Fortuna Sittard en de KNVB is belangrijk voor zowel club als bond. Ben je in staat geweest die relatie te verbeteren?
De KNVB was uiteraard zeer behoedzaam richting Fortuna Sittard na alles wat er gebeurd is in de afgelopen jaren bij de club. Tegelijkertijd speelden managementproblemen bij andere clubs, waar ik geen weet van had. Ik denk dat we nu een goede en gezonde relatie hebben met de KNVB; we richten ons op het volgen van de regels. Regels zijn regels, en daar moeten wij ons aan houden.
Het andere grote dossier in jaar één was Fortuna’s positie in het financiële rating-systeem. Zijn wij uit de problemen? Heb je ooit gedurende de laatste twaalf maanden gedacht dat we het niet zouden redden?
Wij hebben onze begrotingscijfers onlangs ingediend voor de juni 2017-beoordeling (interview afgenomen op 14 juni 2017, FO). Ik heb er vertrouwen in dat de KNVB onze cijfers positief zal beoordelen, met als gevolg dat de KNVB ons zal opwaarderen naar categorie 2. Het zal echter een paar maanden duren voordat de KNVB die opwaardering bekendmaakt. Ik heb er altijd alle vertrouwen in gehad dat we het zouden redden. Wij hebben het hele jaar op pelt gestaan in het categorie-systeem (dus krap was het wel), maar ik denk dat we nu in veiliger vaarwater terecht zijn gekomen.
De andere ingreep die je tijdens het seizoen deed was de vervanging van de hoofdtrainer en het aantrekken van enkele nieuwe spelers in de winterstop. Waarom nam je die beslissingen?
Ik denk dat er een serieuze kans was dat we zouden degraderen en dat was onaanvaardbaar, omdat de gevolgen van degradatie enorm zijn. Het team moest vertrouwen terugwinnen en dus moest er iets veranderen. Ik ben blij dat het gewerkt heeft.
Wat was—volgens jou—de meest bevredigende wedstrijd van het seizoen en waarom?
De thuiswedstrijd tegen Jong PSV (3 maart 2017, FO). We speelden doelpuntloos gelijk, maar de Jong PSV-spelers waren erg blij, omdat ze niet verloren hadden. Onze spelers waren echter teleurgesteld, omdat ze niet gewonnen hadden. Voor mij een signaal van een mentaliteitsverandering. De grootste overwinning van het seizoen was het feit dat het team teleurgesteld was als ze niet gewonnen hadden. Te lang is verliezen normaal geweest bij deze club. Dit is een competitieve sport, dus verliezen kan niet normaal zijn. Het contrast met de meest deprimerende wedstrijd was opvallend—de uitwedstrijd bij FC Oss (9 december 2016, FO). Het was in de winter en dus erg koud. Ik dacht echt dat we de wedstrijd konden winnen, dus was ik teleurgesteld (3-1 verlies, FO).
Je beleefde de derby in Maastricht in het uitvak. Heb je genoten van die ervaring?
Ik vond de wedstrijd en de sfeer mooi. Het was zelfs een kwalitatief goede wedstrijd. Hoewel we vóór en na de wedstrijd lang moesten wachten. Ik zal het volgend jaar weer doen. Misschien wordt het een traditie.
Nog een mening over kunstgras?
Ik vind het belachelijk om te spelen op kunstgras. Ik bedoel, in Turkije importeren wij gras uit Nederland, vanwege de hoge kwaliteit. Dus waarom willen Nederlandse clubs dan overstappen naar kunstgras? Dat begrijp ik niet. Ik denk dat we kunstgras moeten verbieden.
Beloftenelftallen in de eerste divisie?
Ik vind dat het contraproductief werkt. Ik bedoel, wie helpt dit? Voetbalregelgeving bestaat om spelers te beschermen en hun ontwikkeling te bevorderen. Beloftenelftallen in de eerste divisie helpen jeugdspelers niet zoals bedoeld, omdat spelers in beloftenelftallen geen echte competitie ondervinden. Neem bijvoorbeeld een speler van Fortuna. Hij moet vechten voor zijn brood. Hij moet presteren; hij moet punten pakken, week in; week uit. Een jeugdspeler bij een beloftenelftal staat niet onder dezelfde druk, dus spelen voor het beloftenelftal bereidt je niet voor op een profcarrière. Zijn salaris is gegarandeerd, er zijn geen echte prikkels en als het team in degradatiegevaar komt, stuurt de club spelers van het eerste elftal mee om degradatie te voorkomen. Dus wat leert de jeugdspeler? Geen echte concurrentie; geen echte ontwikkeling.
Het is ook oneerlijk richting de andere teams. Je weet nooit tegen wie je speelt als je een beloftenelftal treft. Speel je tegen een elftal samengesteld uit 16-jarige jongens of een aanzienlijk versterkt onder 21-elftal?
Voor een effectieve oplossing, hoef je alleen maar naar de Britse competities te kijken. Premier league-clubs hebben honderden jonge spelers, sommige heel jong, die ze uitlenen aan clubs in lagere divisies, of aan buitenlandse clubs. Deze jeugdspelers ondervinden echte concurrerentie en ontwikkelen zich dientengevolge. Neem bijvoorbeeld Manchester City’s Enes Ünal, die dit jaar uitgeleend was aan FC Twente. Ünal heeft nog nooit een minuut gespeeld voor Manchester City. City wil hem nu verkopen en twaalf miljoen pond voor hem vangen. Dát is goed beleid en een goede elftalplanning.