We schrijven het jaar 1975. Als gevolg van de schrikbarende stijging van het aantal dodelijk auto-ongevallen besluit de Zweedse regering het dragen van autogordels verplicht te stellen. Dat moet het aantal doden in het verkeer fors terugdringen, denken de Zweden.
Als de Zweden op 1 januari 1976 terugblikken op het jaar 1975 is het aantal dodelijke ongelukken inderdaad fors afgenomen, maar vreemd genoeg is het toch een puinhoop op de Zweedse wegen geweest. Het aantal niet-fatale ongelukken is namelijk behoorlijk toegenomen. Hoe kon dat gebeuren?
Het duurt een tijdje voordat de Zweden in de gaten hebben wat er aan de hand is. De theorie luidt alsvolgt: een automobilist aanvaardt een bepaald veiligheidsrisico in het verkeer. We knallen met 120 km/uur over de snelweg terwijl we dondersgoed weten dat één fout onze dood kan betekenen, maar dat aanvaarden we. Met de introductie van de autogordel, daalt het feitelijke risico op een fataal ongeluk aanzienlijk. Bij ongewijzigd verkeersgedrag daalt dus het risico beneden het door de automobilist aanvaardbaar geachte risico. En wat deed de gemiddelde Zweed? Die paste zijn verkeersgedrag aan aan de nieuwe situatie, zodat zijn feitelijke risico weer steeg richting het aanvaardbare risico. Kortom, de Zweden trapten op het gaspedaal, met als gevolg meer ongelukken!
Goed, en waar is de link naar het voetbal? Vervang de automobilist door clubbestuurders en de autogordel door gemeentebesturen en je bent er al. Clubbestuurders nemen risico’s. De hoogte van het genomen risico hangt af van de nadelige consequenties die het risicogedrag heeft voor de club. Als je weet dat een gemeente met geld klaar staat als het misgaat, valt het dus reuze mee met die nadelige gevolgen. De gemeente is dus een autogordel en wat doet het clubbestuur? Dat trapt op het gaspedaal en neemt onverantwoorde risico’s. En daar hebben we het afgelopen jaar een paar mooie staaltjes van gezien in Nederland. Arnhem, Breda, Maastricht, Kerkrade, Utrecht, Nijmegen, Enschede en niet te vergeten Sittard.
Gemeentebesturen zien de problemen nu op zich afkomen. Ze willen ook best bijspringen, zolang het meer eenmalig is. Maar daar zit het probleem, hoe maak je geloofwaardig dat je één keer bijspringt, maar geen tweede keer? Als je als gemeentebestuur met dat dilemma worstelt, heb ik één gouden tip: koop nooit, ik herhaal, koop nooit een voetbalstadion!
Waarom niet? Ten eerste lijd je behoorlijk gezichtsverlies als je een stadion vijf jaar geleden voor 1 euro verkoopt en het nu voor ettelijke miljoenen terugkoopt. Maar dat terzijde. Ten tweede bestaat er geen onrendabelere belegging dan een blok beton die slechts 17 dagen per jaar wordt gebruikt (bezettingsgraad 5%!!). Of waarom denk je dat er geen enkel privaat bedrijf geïnteresseerd is in de aankoop van een stadion? Zelfs het Limburgs Dagblad heeft zich nog niet gemeld voor het Parkstad Limburg Stadion. Vreemd, want zij zagen vorig jaar toch mogelijkheden om op een financieel gezonde wijze (tenminste ik ga er toch vanuit dat het LD dat goed onderzocht had?) een derde ring in het stadion te exploiteren? Waar is het LD nu? Hier is hun gedroomde kans!! Maar ook dat terzijde.
De derde reden is de belangrijkste voor dit betoog. Een gemeente die een stadion koopt, wordt afhankelijk van de bedrijfsresultaten van de club. Clubs die zware verliezen lijden en failliet dreigen te gaan zullen de gemeente erop wijzen dat een faillissement betekent dat de bezettingsgraad van dat prachtige stadion van de gemeente verder zakt naar 0%. En dan is de financiële strop voor de gemeente nog groter. Een gemeente wordt dus chantabel en de afgelopen maanden hebben aangetoond dat clubbestuurders nergens voor terugdeinsen om hun eigen incompetenties af te kunnen dekken. Kortom, het gemeentelijke stadion wordt een autogordel die clubbestuurders stevig vastsnoeren om nog eens lekker op het gaspedaal te trappen.
Dus gemeentebesturen, het motto luidt: “Stop miljoenen in een club, doe wat je wil, maar neem geen belang in de club, want dan geef je clubbestuurders de mogelijkheid om nog grotere risico’s te nemen waarvan jij vervolgens de problemen mag oplossen.”.
En wat is de trieste realiteit? Breda, Waalwijk, Nijmegen en Arnhem zijn de eerste gemeenten die met open ogen in de val lopen. En wie weet volgt binnenkort ook Kerkrade of als die gemeente niet genoeg geld heeft de Parkstad regio of voor ons Westelijke Mijnstrekers erger de Provincie Limburg…
Een zeer gevaarlijke ontwikkeling. En met een laks optredende licentiecommissie van de KNVB, zou het kopen van stadions door gemeenten niet – zoals vurig gehoopt – het einde van de financiële problemen bij voetbalclubs zijn, maar eerder het begin van een golf nieuwe misère, die over een paar jaar aan de oppervlakte komt.
RW
PS: Volgende week lees je hier de op één na grootste blunder die een gemeente kan maken (en helaas maakt…) als ze te maken krijgt met een voetbalclub die op sterven na dood is.